45 haar toebehoorende en tusschen 2 slooten gelegen terrein- strook benoorden het volksparkterrein (op teekening bijlage II met blauwen rand aangeduid), welke strook voor de be bouwing van het Kooiterrein niet benut werd, aan de ge meente kosteloos af te staan. Nadat de vereeniging zich wel willend had bereid verklaard, de strook ter grootte van 1640 M2. kosteloos af te staan, werd plan E dienovereenkomstig gewijzigd. Het eigenlijke park zonder de bebouwing kreeg nu een oppervlakte van 16260 M2. en de aanlegkosten werden nader geraamd op 43.000.waarvan, gelijk gezegd, 24.400.— zou worden terugontvangen bij verkoop van het bouwterrein. Eene nadere specificatie der raming van kosten kan men in de desbetreffende rapporten van den Directeur van Gemeentewerken lezen. Een voorstel betreffende het uitvoeren van dit plan werd echter tot nog toe niet ingediend, eerstens, omdat het ons, teneinde den aanleg van het volkspark en de bebouwing van het Kooiterrein zooveel mogelijk bij elkaar te doen aansluiten, gewenscht voorkwam, dat er eenige zekerheid bestond, in welke banen het door de Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen ter hand genomen Kooi- plan zou worden geleid, alvorens tot den aanleg van het volkspark werd overgegaan, en in de tweede plaats, omdat wij met het oog op de buitengewone tijdsomstandigheden huiverig waren een voorstel bij U aanhangig te maken, waaraan voor de gemeente, naast belangrijke uitgaven, in deze tijden het risico verbonden was, dat geen koopers gevonden werden, om den voor bouwterrein bestemden grond aan te koopen en daarop de ten noorden en ten zuiden van het park geprojecteerde huizen te bouwen, tengevolge waarvan niet alleen het plan uit financieel oogpunt te bezwarend voor de gemeente zou worden, doch het geheel ook een minder fraai aanzien zou krijgen. Deze bezwaren worden echter ondervangenindien het mogelijk blijkt het plan tot aanleg van het volkspark te combineeren met dat tot bebouwing van het Kooiterrein, overeenkomstig het door de vereeniging ingediende plan. Ter uitvoering van dat plan wil de vereeniging een viertal stukken van het volksparkterrein, gelegen ten noorden en ten zuiden van het voor parkaanleg bestemde gedeelte, ter oppervlakte van 3150 M2. en op de teekening door arcee ring nader aangeduid, van de gemeente aankoopen tegen 4 per M2, teneinde op dien grond een 30-tal betere arbeiders woningen met een huurprijs van 3.50 per week te doen bouwen. De kosten van aankoop en bebouwing van den grond raamt de vereeniging op 88.480, welk bedrag zij als rente dragend voorschot op den voet der Woningwet aan de ge meente vraagt. Eene bijdrage in de voor rente en aflossing te betalen annuiteit is voor dit plan niet noodig, aangezien de overgelegde exploitatie-rekening met een batig saldo, zij het ook slechts van "12, sluit. In overeenstemming met het gevoelen van de Commissie van Financiën komt het ons voor, dat er ook voor inwilli ging van het 2e verzoek der vereeniging alles te zeggen is, mits echter het Rijk niet alleen bereid blijkt het aan de vereeniging van gemeentewege te verleenen voorschot, op zijn beurt weder aan de gemeente te verstrekken, maar ook, ter bestrijding van de ten laste van de gemeente blijvende kosten van aankoop van het parkterrein, benevens ter bestrij ding van de kosten van aanleg van het park, aan de ge meente een rentedragend voorschot, als bedoeld in art. 33 der Woningwet, wil geven. Aangezien de aanleg van het volkspark hetgeen, nu in plaats van 4880 M2 slechts 3150 M2 voor bouwterrein zal worden bestemd, eene oppervlakte zal beslaan van 17990 M2 en de bebouwing van het Kooiterrein als 't ware één geheel vormen en vooral gecombineerd in bijzondere mate zullen strekken ten behoeve van de volkshuisvesting, zooals ook de Gezondheidscommissie in haar advies betoogt, hebben wij goeden moed, dat bij het Rijk niet te vergeefs zal worden aangeklopt. Mocht echter onverhoopt het Rijk hare mede werking in deze niet willen verleenen en het mitsdien niet mogelijk zijn de voor de uitvoering van het parkplan ver- eischte gelden onder niet te bezwarende voorwaarden te ver krijgen, dan zal van den aanleg van het volkspark en het bouwen der aangrenzende 30 huizen voorloopig moeten wor den afgezien. Hoezeer wij eene splitsing van de plannen ook zouden betreuren en hoe groote behoefte er ook bestaat aan een volkspark daar ter plaatse, eene uitvoering van het ge combineerde plan zonder steun van het Rijk achten wij in de tegenwoordige tijdsomstandigheden en gelet op den finan- ciëelen toestand der gemeente thans niet verantwoord. In dat geval zou dus voorloopig alleen het plan tot bebouwing van het Kooiterrein zonder meer, natuurlijk na verstrekking van het daarvoor aan het Rijk aan te vragen voorschot met bijdrage, tot uitvoering kunnen komen. De rest van de plan nen zou, althans in de eerste tijden, moeten blijven rusten, en dat nog wel in een tijd, waarin juist de aanleg van het park zoo bij uilriemendheid zou kunnen strekken tot voorkoming van werkloosheid, in het bijzonder onder de «unskilled labourers". Welke bedragen moeten nu in verband met den aanleg van het volkspark en den bouw der 30 arbeiderswoningen aan het Rijk worden aangevraagd? Met de door de vereeniging ingediende z.g. bouwrekening en het daarop voor grondaankoop uitgetrokken bedrag kun nen wij ons vereenigen. Een prijs van 4.per M2 is misschien voor de 3150 M2 aan te koopen grond iets aan den lagen kant, doch men moet hierbij, gelijk de Commissie van Fabricage terecht opmerkt, niet uit het oog verliezen, dat door de vereeniging van hare zijde vooraf een strook van 1640 M2. kosteloos aan de gemeente zal worden afge staan. Ook de Commissie van Financiën acht in de gegeven omstandigheden een koopprijs van 4.per M2. voldoende. Een hoogere prijs zou de huren te zeer opdrijven. De exploitatie-rekening zal, helaas, niet onveranderd kunnen worden overgenomen. Evenals bij het plan tot bebouwing van het Kooiterrein, zal ook hier een hooger bedrag voor de annuiteit moeten worden uitgetrokken, nu het Rijk het percentage van 4.556 tot 5.06 heeft verhoogd. Dientengevolge stijgen de lasten met ƒ450 en zal, teneinde de exploitatie rekening sluitende te maken, de huurprijs der woningen van ƒ3.50 per week op ƒ3.80 per week moeten worden gebracht. Op eene bijdrage in de annuïteit valt toch bij huizen met een huurprijs van f 3.50 per week niet te rekenen en wij vertrouwen daarom, dat de Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen zich bij deze wijziging van haar plan zal neerleggen en dat ook de Commissie van Financiën in een en ander geen aanleiding zal vinden haar gunstig advies los te laten. Verwezenlijking van het plan is zonder die woningen niet wel mogelijk, terwijl ook aan derge lijke betere arbeiderswoningen in deze gemeente zonder twijfel behoefte bestaat. Van de woningen met een huurprijs van 3.504.per week was toch in de maand November 1915 slechts 0.91 onbewoond. Ingevolge een en ander zal derhalve voor het bouwen van de 30 arbeiderswoningen, grenzende aan het park, een voor schot van 88.480 aan het Rijk moeten worden aangevraagd. Het volksparkterrein is in 1912 (zie Ingek. Stukken no. 239) met inbegrip van de kosten van overdracht aangekocht voor 17857.50. Van dit bedrag wordt van de Vereeniging tot bevordering van den bouw van Werkmanswoningen terug ontvangen een bedrag van 12.600. De kosten van aankoop van het eigenlijke park moeten zoodoende op 5257,50 worden gesteld. De aanlegkosten zijn geraamd op f 43.000, zoodat voor den aankoop van den grond en den aanleg van het park tezamen een voorschot van in ronde som 48.500 aan het Rijk ware te vragen, waarvoor gedurende 50 jaren aan rente en aflossing, berekend tegen 5,06 jaarlijks een bedrag van 2454,10 door de gemeente zal moeten worden vergoed. Een paar punten blijven thans nog ter bespreking over. In de eerste plaats de voorwaarden, waaronder de beide voorschotten door de gemeente aan de vereeniging zullen worden verleend. Deze kunnen ongeveer dezelfde zijn als die, welke aan het voorschot ten behoeve van de uitvoering van het plan «Oranje boomstraat" en aan de verder verleende voorschotten ex art. 32 der Woningwet werden verbonden. Het verleenen van eerste hypotheek op de met behulp der voorgeschoten gelden ver kregen onroerende goederen behoeft hier uit den aard der zaak niet te worden geëischt, terwijl ook de bepaling, dat het voorschot in geen geval meer mag bedragen dan 95 der gezamenlijke kosten van uitvoering, o. a. met het oog op de niet geringe bijdrage, die de vereeniging reeds voor hare rekening neemt ten gevolge van den goedkoopen inbreng van den grond, evenals bij het plan «Oranjeboomstraat" achter wege kan blijven. Verder zal Uw besluit van 19 November 1914, waarbij be sloten werd een bedrag van 5000,ter beschikking van de vereeniging te stellen, ten einde haar in staat te stellen ter bestrijding van gevreesde werkloosheid tot het dempen van den zich op het Kooiterrein bevindenden vijver, alsmede van eenige slooten, over te gaan, dienen te worden ingetrokken. Deze demping heeft nog steeds niet plaats gehad en zal thans worden uitgevoerd tegelijk met de uitvoering van het Kooiplan. Ten slotte zal de bij uitvoering der plannen noodzakelijke wijziging van het uitbreidingsplan, alsook, zoo noodig, de ont eigening van het gedeelte van het Kooiterrein, dat nog geen eigendom van de vereeniging is, te zijner tijd bij Uwe Ver gadering aanhangig worden gemaakt. Op grond van al het bovenstaande en onder verwijzing naar de ter visie liggende stukken en de daarbij behoorende teekeningen, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: A. in te trekken Uw besluit van 19 November 1914 (Ingek. Stukken No. 244), waarbij onder vaststelling van den overge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 3