DONDERDAG 20 JANUARI 1916. 11 kunnen het wel betalen en de toestand is nog niet zoo erg. Indertijd, toen de begrooting van 1915 werd opgemaakt, werd er overal geschrapt, vanwege de tijdsomstandigheden op de uit gaven ook op die voor slootdemping, en nu de toestand nog absoluut niet verbeterd is, komen enkele ingezetenen, die het beter vinden, dat een sloot dicht bij hunne huizen wordt gedempt. En nu zou de gemeente dat maar onmiddellijk moeten doen en nog wel geheel op eigen kosten, afwijkend van het gevolgde systeem. De gemeente wil dat wel doen, wanneer de belang hebbenden ook toonen er wat voor over te hebben, maar daar is men niet voor thuis. Het is hier een algemeen belang, zegt de heer Botermans, maar het algemeen belang vraagt dan toch de demping niet. Ik loop die sloot alle dagen meer dan eens voorbij, zonder dat mijn reukorganen er bijzonder onder lijden, maar de menschen, die er omheen wonen, willen wel, dat zij gedempt wordt en het is voor hen ook werkelijk beter eri mooier als het geschiedt; ik heb zelfs gehoord, dat een enkele bewoner daarvoor een pand zou willen verlaten. Het is dus wel in het belang van de eigenaren, dat die slootgedeelten worden gedempt, men moet daarvoor dus ook iets overhebben en niet alles van de gemeente verwachten. Laten ze maar eens de helft der kosten aanbieden, dan kunnen we weer eens zien. De heer Fokker. M. d. V. Ik geloof dat ik mij bij den heer Sijtsma kan aansluiten. Ik meen, Mijnheer de Voorzitter, dat door de debatten over deze motie eigenlijk de zaak misschien al bedorven is, maar dat bederf zou alleen kunnen worden goedgemaakt, wanneer de Raad met de grootst mogelijke meerderheid de motie verwerpt, waaruit dan blijkt, dat de groote meerderheid van den Raad althans, het standpunt van Burgemeester en Wethouders inneemt. De heer Botermans. Den heer Sijtsma wil ik antwoorden, dat de menschen die er belang bij hebben, moeten mede- betalen. De menschen die klagen, wonen echter 150 meter van de sloot af, doch zij moeten dagelijks de sloot passeeren. Was die smerige Witte Singel in een goeden toestand gebracht, dan zou die sloot niet zoo zijn opgevallen. Maar nu moet men zooveel mogelijk aan den kant, langs de sloot loopen, en daarom wordt er zoo opgelet. De heer van der Pot. Ik kan niet begrijpen, dat men rede lijkerwijze van deze requestranten kan verlangen, dat ze zullen medebetalen. Voor de huizen, waar deze menschen wonen, liep een sloot, die op kosten van de eigenaren is gedemptdie kosten betalen de huurders weder in den huurprijs der wo ningen terug. Waarom moeten nu deze menschen ook nog medebetalen, aan de demping van dit deel van de slootP De Voorzitter. Ik heb bedoeld de eigenaren van de huizen. De heer van der Pot. Die hebben toch betaald de demping van de sloot voor hunne perceelen. De Voorzitter. Maar toen is het andere slootdeel weer gaan vervuilen. De heer van der Pot. Daarvoor had de gemeente dan in tijds moeten waken, om voor het riool en menagewater dezer woningen een anderen afvoer voor te schrijven dan naar de singelsloot. De beraadslaging wordt gesloten. De motie van de heeren Botermans c. s. wordt in stemming gebracht en met 18 tegen 9 stemmen verworpen. Tegen stemmen de heeren: Sijtsma, A. Mulder, van Tol, Pera, Vergouwen, de Boer, Sasse, Tepe, Hartevelt, Briët, Reimeringer, Zwiers, Fokker, Bots, Fischer, van der Lip, van Romburgh en Timp. Vóór stemmen de heeren: van der Eist, van der Pot, Botermans, Hoogenboom, Fabius, Heeres, Huurman, J. P. Mulder en van Gruting. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeen komstig het praeadvies besloten. XVIII. Voorstel tot aankoop van het zuidelijk gedeelte van perceel Sectie M No. 1244, ten westen van de nieuwe school aan de Duivenbodestraat en tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop benoodigde gelden. (Zie Ing. St. No. 9.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies besloten. XIX. Voorstel om aan den aannemer van den bouw der nieuwe Hoogere Burgerschool voor Jongens een bedrag van/6283.715 boven de aannemingssom uit te keeren, wegens geleden schade tengevolge van de buitengewone tijdsomstandigheden. (Zie Ing. St. No. 13). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies besloten. XX. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden teneinde het tekort op de stichtingskosten der nieuwe Zweminrichting aan het RijnSchiekanaal te dekken en alsnog eenige ver beteringen aan die inrichting te kunnen aanbrengen. (Zie Ing. St. No. 10.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Zwiers. M. d. V. Een enkele vraag, niet naar aan leiding van de ingekomen stukken, maar naar aanleiding van het rapport van den Directeur van Gemeentewerken, dat in de Leeskamer ter visie lag, en van het schrijven van het be stuur van de zweminrichting over den aanleg van plantsoen. In de toelichting van den Directeur van Gemeentewerken wordt gesproken over plantsoen in den zin van beschaduwing van de badkamers. Nu ben ik erg bang, Mijnheer de Voorzitter, dat men daar opgaande boomen zal plantenik zou dit betreuren, om dat in de nabijheid van een zwemplaats opgaande boomen van zeer slechten invloed zijn, ook door verontreiniging van den bodem der bassins door rottende boombladeren. Een zwem inrichting, Mijnheer de Voorzitter, eischt zon en zuiver water, en voor beide is opgaand geboomte nadeelig. Ik zou dus gaarne de verzekering ontvangen, dat het een plantsoen zal worden in den vorm van heesters. De heer Fischer. M. d. V. Het is niet de bedoeling daar hooge boomen te planten, maar ik kan toch den heer Zwiers verzekeren, dat de boomen al aardig hoog moeten zijn, voor dat zij beletten, dat de zon in het water schijnt. Bovendien ligt het water zoover af, dat de bladeren geen bezwaar kunnen zijndeze vallen op het dak. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het prae advies besloten. (De heer Timp verlaat de vergadering.) XXI. Voorstel a. inzake het tarief voor de levering van electriciteit aan de buitengemeenten; b. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verordening van 17 December 1914 (Gem.blad No. 37). betreffende de levering van electriciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. (Zie Ing. St. No. 14.) a. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. b. Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. XXII. Verzoeken om afschrijving van plaatselijke directe belasting, dienst 1915. (Zie Ing. St. No. 6.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies besloten. XXIII. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1915. (Zie Ing. St. No. 3.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies besloten. De Voorzitter. De agenda is hiermede afgehandeld. Ik geef thans het woord aan den heer Hoogenboom, die het gevraagd heeft. De heer Hoogenboom. M. d. V. Aan het einde van de laatste raadsvergadering had ik het genoegen een vraag te stellen in zake den bouw aan de Oegstgeesterlaan. Ik had toen niet verwacht, dat de Wethouder dadelijk daarop een antwoord zou trachten te geven. De discussie die toen plaats had, heeft niet tot opheldering van deze zaak kunnen leiden, waarop U mij een wenk hebt gegeven, dat het wellicht beter zou zijn om op deze zaak nader terug te komen. Derhalve zou ik nu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1916 | | pagina 11