DONDERDAG 14 JANUARI 1915. 5 12°. Verzoek van het Bestuur der Zondagsschool »de Graan korrel" om het gebruik van eenige lokalen in de Rewaarschool aan de Oude Vest. 13°. Verzoek van H. M. Starrenburg om over te gaan tot verpachting van de Vroonwateren in perceelen en de ver pachting in massa niet toe te laten. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wet houders. De Voorzitter deelt alsnog mede: 1°. dat aan den eervol ontslagen agent van politie le klasse P H. C. Bolderdijk, met ingang van 1 Februari 1914, een suppletie-pensioen is toegekend van 77.per jaar; 2°. dat op 19 December j.l. ambtelijke bezoeken zijn afgelegd aan het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, het R. K. Wees- en Oudeliedenhuis, het Ziekenhuis der Rijks-Universiteit, de Ge meentelijke Bank van Leening en de Stedelijke Werkinrichting. Aan de orde is: I. Benoeming van een leeraar in de Natuurkunde aan het Gymnasium. (Zie Ing. St. n°. 8). De Voorzitter. Mag ik den heeren Driessen, van der Eist, Zwiers en Briët verzoeken het stembureau te willen uitmaken Wordt benoemd de heer Dr. T. van Lohuizen met 26 stemmen, 1 stem was van onwaarde. II. Benoeming van een onderwijzeres aan de school der 2de klasse voor Jongens en Meisjes voor U. L. O. no. 2. (Zie Ing. St. n°. 9). Wordt benoemd Mej. J. Koolhaas met 21 stemmen; Mej. den Blauwen verkreeg 5 stemmen, terwijl 1 stem van onwaarde was- De Voorzitter. Ik dank de heeren van het stembureau voor de genomen moeite. III. Suppletoire Staat van begrooting, dient 1913, van het R.K. Wees- en Oudeliedenhuis. (Zie Ing. St. no. 2). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. IV. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1913, van het R.K. Wees- en Oudeliedenhuis. (Zie Ing. St. no. 2). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. V. Rekening, Maart 1913, van het R.K. Wees- en Oude liedenhuis. (Zie Ing. St. no. 2). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. (De heeren Aalberse en Bots hadden tijdens de behandeling van dit punt tijdelijk de vergadering verlaten). VI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1913, van het R.K. Armbestuur. (Zie Ing. St. no. 2). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VII. Rekening, dienst 1913, van het R.K. Armbestuur. (Zie Ing. St. No. 2.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. (De heeren Aalberse en Bots hadden tijdens de behandeling van dit punt tijdelijk de vergadering verlaten) VIII. Voorstel tot wijziging der begrooting, dienst 1915, ten behoeve van de uitgaven in verband met de buitengewone tijdsomstandigheden. (Zie Ing. St. n°. 5). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. IX. Voorstel tot verlenging van de overeenkomsten met de gemeenten Voorschoten, Warmond en Valkenburg in zake de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren over die gemeenten. (Zie Ing. St. no. 10). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. X. Voorstel in zake de uitbreiding der buitengewone school voor zwakzinnige kinderen in het Caecilia-Gasthuis. (Zie Ing. St. n°. 4). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den bovenbouw der te stichten Zweminrichting aan het nieuwe Rijn-Schiekanaal en voor de daarmede samenhangende werk zaamheden. (Zie Ing. St. n°. 3.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Sijtsma. M. d. V. Wij weten allen, dat er indertijd is besloten om deze inrichting daar te vestigen en nog juich ik dat denkbeeld toe maar tot mijne teleurstelling heb ik gezien, dat de kosten veel hooger zijn geworden. Toen wij besloten tot den onderbouw en deze op 11.300.werd ge steld, werd ons medegedeeld de begrooting van den boven bouw met een bedrag van ruim 16.000.en nu staan wij weer voor het feit, dat een bedrag van ƒ25.000 wordt ge vorderd er gaat wel wat af, ongeveer 400.meen ik, maar het scheelt toch circa ƒ9000.Dat is een zeer onaangename verrassing. Toen wij het voorstel aannamen, dachten wij aan ƒ16.000.Waarom en waardoor deze grootevermeerdering? Is het nu bepaald noodig, dat wij een grooter gebouw krijgen dan eerst is voorgesteld en is het niet mogelijk, dat wij weder het eenvoudige plan kiezen, vooral in deze wij hooren het zoo herhaaldelijk benarde omstandigheden, waar wij op elk dubbeltje moeten passen. In 1911 of 1912 - ik heb er de stukken niet op nagezien, en ik weet het dus niet zoo precies werd ons voorgerekend, dat de exploitatie jaarlijks ƒ2800.— aan de gemeente zou kosten, d. w. z. men zou het wel terug ontvangen door de heffing van entrées voor het zwemmen enz. Maar nu is de exploitatie-rekening, als men het evenredig omslaat, op ƒ3500.gekomen, dus ook de jaarlijksche kosten worden belangrijk hooger. Nu luidt mijn vraagis het noodig, dat wij die zoo hoog maken als de Directeur der Gemeente werken dit voorstelt? Ik vind de methode om eerst met een laag bedrag te komen en daarna te zeggenhet is xoch beter het zoo te maken, niet mooi. De Leidsche Zwemclub kan tevreden zijn natuurlijk; die behoeft het niet te betalen. De gemeente komt echter te staan voor de kosten en daarom zou ik bezwaar maken om het voorstel te aanvaarden, tenzij mij duidelijk gemaakt wordt, dat het voor die 16.900.waar voor de Directeur het plan eerst heeft opgemaakt, onmogelijk is te maken, doch' dan blijf ik het toch nog zeer afkeuren, dat wij eerst met deze lage begrooting zijn gepaaid. De heer van Tol. M. d. V. Ik lees in de voorlaatste alinea van het Ingekomen Stuk No. 3 het volgende: »De overweging echter, dat het werk, dat uitsluitend uit handenarbeid be staat, bij uitstek geschikt is om in dezen winter werk te ver schaffen, vooral aan de Leidsche timmerlieden, heeft ons doen besluiten om de zwemschool, waarvoor de bassins reeds door de provincie op kosten van de gemeente zijn ontgraven, niet half voltooid te laten, doch de gelden benoodigd voor den bovenbouw, thans bij Uwe vergadering aan te vragen." Nu rijst bij mij de vraag: is men nu van plan het werk in eigen beheer te houden of wil men het aanbesteden? Wil men het aanbesteden, dan zou ik willen vragen: is het niet mogelijk in het bestek de voorwaarde op te nemen, dat het werk in handenarbeid moet worden verricht, zoodat het niet gaat als in andere gemeentewerken, waar het meeste timmerwerk machinaal wordt klaargemaakt. Misschien zal het iets meer kosten, maar het brengt dit voordeel met zich, dat de werk lieden niet aangewezen zijn op de uitkeeringen uit de ge meentekas van het Gemeentelijk Werkloozenfonds of van het Steuncomité. Het zou dus aanbeveling verdienen om in het bestek de bepaling op te nemen, dat het handenarbeid moet zijn. De heer Roem. Ik gevoel wel iets voor hetgeen de heer Sijtsma heeft gezegd, dat de begrooting nu] weer met zooveel duizenden moet worden verhoogd en daarom zal ik afwachten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 7