10 DONDERDAG 14 JANUARI 1915.
wij stemmen vóór de rooiing van diè boomen, maar tegen de
rooiing van andere. Wanneer de meerderheid er voor is om
de boomen in de Kaiserstraat niet te rooien, welnu, dan blij ven
zij staan. In het voorstel van den heer Sijtsma is ook begrepen
lijst B, laten de heeren dan op lijst B een amendement indie
nen ten aanzien van de boomen, die zij wenschen te behouden.
Dan komen wij tenminste aan een eind. Wat is eenvoudiger
dan één voor één te stemmen over de verschillende cate
gorieën van lijst A. Dat kan ons hoogstens een stuk of tien
stemmingen kosten, maar dan is de zaak ook afgedaan.
De.heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben het absoluut niet met U
eens. Wanneer mijne motie door den Raad wordt aangenomen,
dan zijn wij er met één stemming af en anders moeten wij wel
tienmaal stemmen en niet alleen stemmen, want er wordt wel
licht bij de verschillende punten weder over gesproken ook. Dan
bereiken wij ten slotte met allerlei stemmingen toch hetzelfde,
wat wij nu door aanneming van de motie ineens kunnen
bereiken. Dan krijgen wij een proef in het klein en men is
volkomen vrij ten opzichte van de toekomst.
De Voorzitter. Wat de heer Sijtsma zegt omtrent die kleine
proef, gaat niet op, want wat bijv. voorgesteld wordt ten aan
zien van den Hoogen Rijndijk, moet in elk geval gebeuren,
want dit staat in verband met den eisch van de verbreeding
dier straat. Nu hebben wij met allerlei nummers te doen en
waarom zouden wij dan niet telkens een beslissing nemen
over elk punt afzonderlijk. Dan krijgen wij een betere
regeling.
De heer Roem. Ik ben het niet eens met den heer Sijtsma,
dat ingeval van aanneming van zijne motie, wij er met die
eene motie at zijn, want als die motie wordt aangenomen,
dan zou ik met twee of drie andere moties komen.
De heer van der Lip. M. d. V. Ik ben het volkomen met
U eens, dat het aanbeveling verdient om over eiken post
afzonderlijk te stemmen. Daarom, waar U gezegd hebt ver
baasd te zijn over hetgeen ik heb opgemerkt, mag ik wel
zeggen, dat ik verbaasd ben over wat U, over de wijze van
behandeling te mijnen opzichte heb gezegd. Ik heb het toch
in het geheel niet gehad over de wijze, waarop deze zaak be
slist zal worden, daarover heb ik geen woord gezegd. Ik heb
alleen gesproken over de vraag of dit voorstel zoo zal moeten
worden aangenomen, ja of neen. Ik ben het volkomen met U
eens ik herhaal dit dat het raadzaam is post voor post
in stemming te brengen en ik zal dan stemmen tegen post
1, omdat ik er niet voor ben om in al de voorgestelde straten
de boomen te rooien. De heer Sijtsma heelt voorgesteld om een
proef te nemen. Laten nu de leden, die het met hem eens
zijn b.v. alleen stemmen voor den tweeden post, dien van den
Zoeterwoudschen Singel. Op die wijze krijgen wij een resul
taat. Ik laat hierbij buiten beschouwing de boomen op de
Jan van Houtkade en den Stationsweg. Hier betreft het m. i.
een geheel andere zaak. Ik heb uitsluitend het oog op die
straten, waar men de boomen om den ander wil rooien.
De Voorzitter. Ik meende, dat U het geheel eens was met
den heer Sijtsma.
De heer Sijtsma. M. d. V. Wij zullen dan onze motie intrekken.
De heer Korff. M. d. V. Ook wij trekken onze motie in.
De Voorzitter. Ik zal thans de verschillende rubrieken van
lijst A in stemming brengen.
Rubriek I (nrs. 114).
Het voorstel om deze boomen te doen rooien en voorzooveel
noodig te verkoopen wordt verworpen met 20 tegen 7 stemmen.
Tegen stemmen de heeren Carpentier Alting, Botermans,
Bosch, van der Eist, P. J. Mulder, Briët, Corts, de Boer,
Zwiers, Timp, van der Lip, Sijtsma, van Gruting, Pera, van
der Pot, van Tol, Korff, Driessen, Aalberse en Reimeringer.
Vóór stemmen de heeren van Hamel, Bots, Fischer, Roem,
Vergouwen, Korevaar en Hartevelt.
Rubriek II (nrs. 1538).
Tot het doen rooien en voorzooveel noodig te verkoopen van
deze boomen wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Rubriek III (nrs. 3952).
De Voorzitter. Nu krijgen wij het geval van de kas
tanjes. Het betreft hier feitelijk geen verkoop maar een ver
plaatsing. Maar om den Raad ook hierin te kennen, stel
ik voor, dat de Raad uitspreekt, dat hij het wenschelijk vindt,
dat Burgemeester en Wethouders deze kastanjes verplanten.
De heer Roem. M. d. V. Mag ik even opmerken, dat een
kastanjeboom, tot die soort boomen behoort, die het slechtst
het snoeien kan verdragen; andere boomen kan men veel mak
kelijker snoeien. En daarom zou ik het beter achten, dat men
hierbedoelde boomen wegneemt.
De heer Botermans. Er wordt nu voorgesteld om de boomen
aan beide zijden om den ander te rooien. Zou het nu niet
wenschelijker zijn, als men de boomen niet geheel wil weg
nemen, ze dan slechts aan één kant te laten staan.
De Voorzitter. Ik ben het met U eens, dat dit veel wen
schelijker zou zijn, maar dari zou U een amendement moeten
indienen.
Het voorstel om de boomen genummerd 39—52 te doen
rooien en voorzooveel noodig te verkoopen wordt met 25 tegen
2 stemmen aangenomen.
Vóór stemmen de heerenvan Tol, Vergouwen, Korff,
Korevaar, Hartevelt, Driessen, Aalberse, Carpentier Alting,
Botermans, Bosch, van der Eist, P. J. Mulder, Briët, Corts,
de Boer, Zwiers, Timp, van Hamel, Bots, Fischer, van der
Lip, van Gruting, Pera, van der Pot en Roem.
Tegen stemmen de heeren Sijtsma en Reimeringer.
Rubriek IV (nrs. 5368).
Het voorstel om deze boomen te doen rooien en voorzooveel
noodig te verkoopen wordt verworpen met 16 tegen 11 stemmen.
Tegen stemmen de heeren: Carpentier Alting, Botermans
P. J. Mulder, Briët, Corts, de Boer, Zwiers, van der Lip,
Sijtsma, van Gruting, Pera, van der Pot, van Tol, Korff,
Driessen en Reimeringer.
Vóór stemmen de heerenBosch, van der Eist, Timp, van
Hamel, Bots, Fischer, Roem, Vergouwen, Korevaar, Harte
velt en Aalberse.
Rubriek V (nrs. 69—70) en Rubriek VI (nrs. 71—77).
Tot het doen rooien en voor zooveel noodig verkoopen van
deze boomen wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Rubriek VII (nrs. 78114).
De Voorzitter. Wij komen nu aan rubriek 7: het rooien
van de middenboomenrij aan de Jan van Houtkade.
De heer Roem. M. d. V. Ik hoor dat verschillende leden
zich verzetten tegen het rooien van deze boomen, maar wer
kelijk staan de boomen daar veel te veel op elkaar. De boomen
kurinen nu niet uitgroeien. En wanneer men nu de midden
boomenrij wegneemt, dan behoeven de kastanjeboomen min
der gesnoeid te worden en zij zullen weldra hun takken ook
over den middenweg uitbreiden, waardoor wij een heel mooie
laan zullen krijgen. Ook in het najaar zal het een mooi ge
zicht opleveren, omdat zij vroeger hun bladeren doen vallen
en men dan tegenover die gele bladeren een mooien achter
grond krijgt.
De Voorzitter. Ik moet het voorstel ten sterkste onder
steunen; men krijgt zoodoende een veel mooier laan. De heer
Sijtsma heeft gezegd: ik hecht niet aan deskundigen, maar
hier heeft men toch het oordeel van een deskundige als de
heer Springer uit Haarlem, die de hinderlijke boomen uit den
Dreef ook heeft verwijderd. Vroeger bestond de Dreef uiteen
smal laantje langs den breeden hoofdweg en de heer Springer
is de man geweest, die gemaakt heeft, dat men daar een mooie
allée kreeg.
Het voorstel tot het doen rooien en voor zooveel noodig
verkoopen van de boomen genummerd 78114 wordt ver
worpen met 16 tegen 11 stemmen.
Tegen stemmen de heerenBotermans, Bosch, van der Eist,
P. J. Mulder, Corts, Zwiers, Bots, Fischer, Sijtsma, Pera,
van der Pot, van Tol, Korff, Driessen, Aalberse en Reime
ringer.
Vóór stemmen de heerenCarpentier Alting, Briët, de Boer,
Timp, van Hamel, van der Lip, van Gruting, Roem, Vergou
wen, Korevaar en Hartevelt.
Rubriek VIII (nrs. 115149).
Tot het doen rooien en voor zooveel noodig verkoopen van
deze boomen wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Rubriek IX (nrs. 150—171).
De heer Roem. Ik zou willen voorstellen om de boomen
langs de huizen aan de rechterzijde, dus aan de oostzijde,
te behouden; aan de westzijde zou ik ze om den ander wil
len doen vallen, niet alle.