178
DONDERDAG 2 DECEMBER 1915.
De heer Sijtsma. Dus zoudt gij mijn amendement niet eens
in stemming willen laten brengen.
De heer Vergouwen. Laten wij dan maar over de voor
stellen achtereenvolgens stemmen.
De Voorzitter. Mijne Heeren. De heer Vergouwen heeft
een sub-amendement ingediend om ƒ900 te veranderen in 825.
De heer Fokker. M. d. V. Ik neem dit sub-amendement over.
De Voorzitter. Ik geloof niet, dat het noodig zal zijn dit
amendement toe te lichten. Het is hetzelfde als de vorige
maal. Burgemeester en Wethouders handhaven hunne bezwa
ren. Ik zal dan in de eerste plaats in stemming brengen het
amendement-Sijtsma, als zijnde van de verste strekking.
De heer Sijtsma heeft zijn amendement nog nader gewijzigd
door achter het woord »gehuwd" in te voegen de woorden
»of weduwnaars (weduwen) of gescheiden echtgenooten met
kinderen of kostwinners".
Het luidt dus nu als volgt:
«Ondergeteekende heeft de eer voor te stellen in de plaats
van het onder 1° genoemde in het voorstel, bedoeld in No. 222
der »Ingekomen Stukken" te lezen:
»1°. Aan allen die gehuwd of weduwnaren (weduwen) of
«gescheiden echtgenooten met kinderen of kostwinners en in
«vasten gemeentedienst zijn, of daarmede naar het oordeel
«van B. en W. zijn gelijk te stellen en een salaris genieten
«beneden 10U0.onder salaris te verstaan den pensioens-
«grondslag een duurtetoeslag toe te kennen in eens van
«ƒ15.uiterlijk uit te keeren op 10 December e.k., en voorts
«gedurende de maanden December 1915, Januari, Februari
«en Maart een bedrag van ƒ1.— voor elk kind beneden den
«leeftijd van vijftien jaar dat zij ten hunnen laste hebben
«uit te keeren uiterlijk op den 10e van elke maand met dien
«verstande dat het salaris vermeerderd met het totaal bedrag
«van den toeslag over de vier maanden de som van ƒ1000.
«niet mag overschrijden."
en
In punt 2 het bedrag ƒ1200.te veranderen in ƒ1000.—
Het gewijzigd amendement van den heer Sijtsma wordt in
stemming gebracht en verworpen met 24 tegen 1 stem.
Tegen stemmen de heeren Hartevelt, van der Eist, Tepe,
Reimeringer, Sasse, Aalberse, Botermans, van Tol, Fischer,
van der Lip, Bots, Korff, Pera, van der Pot, Huurman, Fabius,
Briët, Heeres, Vergouwen, de Boer, van Gruting, Fokker,
Hoogenboom en Zwiers.
Vóór stemt de heer Sijtsma.
Het nader gewijzigd amendement van den heer Fokker,
wordt in stemming gebracht en aangenomen met 14 stemmen
tegen 11.
Vóór stemmen de heeren van der Eist, Tepe, Aalberse,
Botermans, van Tol, Pera, Huurman, Briët, Heeres, Sijtsma,
Vergouwen, van Gruting, Fokker en Hoogenboom.
Tegen stemmen de heeren Hartevelt, Reimeringer, Sasse,
Fischer, van der Lip, Bots, Korff, van der Pot, Fabius, de
Boer en Zwiers.
De Voorzitter. Het amendement van den heer Vergouwen,
weder opgenomen door den heer Fokker, is thans aangenomen,
maar nu moet deze geheele zaak verwerkt worden in een goed
besluit. Nu vermoed ik, dat de heeren hedenmiddag gaarne
zulk een besluit zullen willen nemen, opdat deze aangelegen
heid zoo weinig mogelijk uitstel lijdewant nu men eenmaal
tot een duurtetoeslag besloot, is het ook billijk dien zoo spoedig
mogelijk te doen ingaan. Nu moet een voorzitter van een Raad
op alles voorbereid zijn en er op uit zijn om een zaak, al is
deze niet geregeld naar zijn zin, toch zoo goed mogelijk uit
te voeren zonder onnoodige stagnatie. Ik heb dus met de
mogelijkheid voor oogen, dat het amendement-Vergouwen zou
worden aangenomen, bij voorbaat een regeling gemaakt, omdat
het amendement maar niet zoo zonder meer in het voor
stel kan worden ingeschoven. Onder de oogen moest bijv.
worden gezien de kwestie, die de heer Bots ter sprake heeft
gebracht. Verder moesten billijkheidshalve hier en daar de
limieten nader worden bepaald. Bijv. in verband met de
politieagenten, wier pensioensgrondslag zooveel hooger is dan
hun loon vanwege de vrije uniformkleeding en zoo ook met
andere categorieën van ambtenaren. Ten aanzien van hen
moet men natuurlijk de werkelijke limiet nemen, die lager
moet zijn. Al die bijzonderheden hebben wij nu in het concept
besluit verwerkt. Ik zal nu dit besluit voorlezen en verzoek
de heeren goed te luisteren, dan zullen zij hooren, dat wij
geheel in hun geest handelen, en dit besluit alvast hebben
opgemaakt, opdat vandaag deze geheele zaak haar beslag kon
krijgen en wij daarvoor niet weder opnieuw bijeen behoeven
te komen.
Er wordt U derhalve voorgesteld te besluiten:
«1°. dat aan allen, die in vasten gemeentedienst zijn, of
daarmede naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders
gelijk te stellen zijn en die een salaris genieten beneden
1200.gedurende de maanden December 1915 en Januari,
Februari en Maart 1916 boven hun salaris, uiterlijk op den
lOen van elk dier maanden een toeslag zal worden uitgekeerd
en wel aan hen, die een salaris genieten beneden 825.
een toeslag van 2.40 per maand en aan hen, wier salaris
825.of meer, doch minder dan 1200.bedraagt, een
toeslag van 1.60 per maand, een en ander voor elk kind
beneden den leeftijd van vijftien jaar, dat zij ten hunnen
laste hebben
2°. dat onder salaris zal worden verstaan de pensioens
grondslag, behalve ten opzichte van de beambten van politie,
de havenrechercheuis en de brugwachters, voor wie onder
salaris wordt verstaan de pensioensgrondslag verminderd met
50.ten aanzien van hen, voor wie het genot van vrije
uniformkleeding is geschat op een bedrag van 85.of
hooger en met 40.ten aanzien van hen, voor wie het
genot van vrije uniformkleeding is geschat op een bedrag
beneden 85.
3°. dat het salaris, vermeerderd met het totaal bedrag van
den toeslag over de 4 maanden, de som van 1200.niet
mag overschrijden en dat, ten opzichte van hen, die een
salaris genieten beneden 825.het salaris, vermeerderd
met den toeslag, nimmer meer mag bedragen, dan zij, die
een salaris van 825.— of meer genieten, aan salaris en
toeslag te zamen in gelijke omstandigheden zouden ontvangen
4°. dat aan hen, die volgens hun aanslag in de plaatselijke
directe belasting over het jaar 1915 een inkomen hebben van
1200.of hooger bij de beambten van politie en haven
rechercheurs 1250.en bij de brugwachters 1240.
of die in dienst der gemeente slechts eenige bijbetrekking
bekleeden, geen toeslag zal worden uitgekeerd
5°. dat zij, die een salaris genieten beneden 825.doch
wier aanslag in de plaatselijke directe belasting over het jaar
1915 825.— tot beneden f1200.bedraagt (bij de beambten
van politie en havenrechercheurs 875.tot beneden/1250.
en bij de brugwachters ƒ865.tot beneden 1240.worden
gerangschikt onder de rubriek van hen, die een salaris van
f 825.tot beneden 1200.hebben
6°. dat het aantal en de leeftijd der kinderen zal worden
beoordeeld naar den toestand op 1 December 1915 en de
grootte van het salaris naar het bedrag, dat genoten wordt
op den eersten dag van de maand, waarover de uitkeering
telkens plaats heeft.
Eventueele moeilijkheden, waartoe het sub 1°. t/m 6°. be
paalde aanleiding mocht geven, kunnen gevoegelijk aan de
beslissing van ons College worden overgelaten."
Het zal misschien voor de heeren moeilijk zijn geweest het
gelezene precies te volgen, maar ik kan de verzekering geven
dat ons voorstel geheel is geformuleerd in den geest van het
zooeven aangenomen amendement. Wanneer omtrent de uit
legging verschil mocht bestaan, dan wordt dit bezwaar door
de laatste alinea ondervangen.
Dit voorstel wordt thans in stemming gebracht en aan
genomen met 23 tegen 2 stemmen.
Vóór stemmen de heeren Sijtsma, Vergouwen, de Boer,
van Gruting, Fokker, Hoogenboom. Zwiers, Hartevelt, van der
Eist, Tepe, Reimeringer, Sasse, Aalberse, Botermans, van Tol,
Fischer, van der Lip, Bots, Korff, Pera, van der Pot, Huur
man en Briët.
Tegen stemmen de heeren Fabius en Heeres.
De Voorzitter. Het resultaat van deze stemming is, dat de
kosten, die zullen worden gemaakt, bedragen de raming, die
de vorige week is gemaakt van het amendement-Vergouwen
van 12.400.—. Door eenige verbeteringen hierin door Bur
gemeester en Wethouders gebracht de heer Vergouwen
zal mij deze uitdrukking wel niet ten kwade duiden b.v.
wat betreft de bepaling omtrent uniformkleeding. komen
er eenige honderden guldens bij, terwijl nu de limiet op
825.is bepaald, dit bedrag nog eenigszins zal worden
verhoogd. Het totaal zal in ieder geval beneden de 13.000.
blijven.
IV. Verordening, betreffende het Personeel verbonden aan
het Openbaar Slachthuis.
(Zie Ing. St. No. 199 en 215).
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
De artikelen 1 en 2 worden zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming aangenomen.