DONDERDAG 2 DECEMBER 1915. 181 De heer Botermans. M. d. V. Een woord ter toelichting. Men moet toch in den Raad niet medewerken om hier zulke lage loonen in stand te houden. Wat is nu een loon van f 10.50?-Daarvan kan iemand toch niet rondkomen. Het is dan ook op dien grond, dat wij hebben voorgesteld het traktement van de stokers te brengen op ten minste 13. per week en dat van de stalknechts op ten minste f 11.50 per week, en de loonen van de andere werklieden ook met 0.50 per week te verhoogen. De heer Pera. M. d. V. Ik zou gaarne willen weten, indien het amendement wordt aangenomen, hoe komt dan dit salaris te staan tegenover de loonregeling van de werklieden bij andere takken van gemeentedienst. Zijn de loonen over het algemeen te laag, dan moeten zij verhoogd worden. Ik zou in elk geval niet aanraden om dit loon zoo vast te stellen, dat- het hooger is dan het salaris, dat in het algemeen wordt gegeven. Gaarne zou ik hierover eenige inlichtingen ontvangen. De heer van der Lip. Ik wil er den Raad in de eerste plaats op wijzen, dat volgens het Werkliedenreglement het salaris van deze beambten geregeld wordt door den Directeur, in overleg met de Commissie. De Raad stelt alleen een mini mum vast. Op het oogenblik is de salarisregeling zoo in gericht, dat de werklieden krijgen het minimum plus 3 ver hoogingen van ƒ0.50. De verhooging van het minimum behoeft derhalve niet voor alle werklieden praktisch resultaat te hebben. Het is toch de vraag, of, wanneer de Raad de minima gaat verhoogen, de Directeur en de Commissie zich dan niet genoodzaakt zullen zien hunne eigene loonregeling te herzien. Een andere opmerking is deze: Volgens het amendement zal het minimumloon van de stalknechts en de andere werk lieden gelijk worden. Altijd is het loon van de stalknechts hooger geweest, en wel omdat deze Zondagsdienst verrichten en de andere werklieden niet. Daarom is het verkeerd het bestaand verschil weg te nemen. Verder wil ik er op wijzen, dat naar het oordeel van de Commissie en van den Directeur de stokers op het oogenblik voldoende loon genieten. Wij hebben aan het slachthuis maar twee stokers, waarvan de een zijn maximum loon heeft be reikt van 14 30; de andere, die pas in dienst is, heeft een loon van 13.30. Dit salaris komt ons werkelijk voldoende voor. De stoker van Endegeest heelt een loon van 12. Wij gaan hier dus een heel eind boven. De stalknechts en de andere werklieden worden gewoonlijk uit de slagersknechts gerecruteerd. Het loon van dezen is in den laatsten tijd wat verhoogd en gebracht op 11.a f 12.Wij hebben nu het loon daarmede in overeenstem ming gebracht. De voorstellers van het amendement hebben dit blijkbaar over het hoofd gezien. Dit is niet kwalijk te nemen, want in de toelichting is tot mijn spijt verzuimd, er op te wijzen, dat het minimum-loon van de stalknechts en van de andere werklieden door ons met 0.50 is verhoogd. Ik vind dan ook geen enkele reden om verandering in de door ons voorgestelde loonregeling te brengen. De heer Fokker. M. d. V. Nog een enkel woord tot nadere verdediging van ons amendement. Gaarne wil ik de eer daarvan geven aan den heer Botermans, die het eerst dit denkbeeld heeft geopperd, al is de heer Sijtsma de eerste onderteekenaar. De heer Botermans is de vader van het amendement. De heer van der Lip heeft in zijne bestrijding van het amendement gezegd»de verhooging behoeft geen practisch resultaat te hebben". Ook weegt m. i. het bezwaar van den heer Pera niet zwaar, dat men niet incidenteel dit salaris moet gaan verhoogen. De beteekenis van het amendement is, dat de Raad van oordeel is, dat het salaris van ƒ12.50 gelijk dit door Burgemeester en Wethouders is voorgesteld als minimum, te laag is. De Raad is niet van meening, zooals de heer van der Lip, dat, waar een stoker op Endegeest ƒ12. verdient, het thans voorgestelde salaris voldoende is. Al meent de heer van der Lip dit, daarom is het nog niet zoo! De heer van der Lip heeft er bezwaar tegen, dat door het amende ment het traktement van de stalknechts en de andere werk lieden gelijk wordt gesteld. Dat bezwaar bestaat ook niet. Wij vinden dat een stal knecht wel een minimumtraktement mag hebben van 11.50, maar wij laten Burgemeester en Wethouders volkomen vrij, aangezien de stalknecht ook des Zondags dienst moet doen, om hem meer te geven, bijv. ƒ12.wanneer daarvoor reden mocht bestaan. Wanneer men ons amendement zou willen overnemen, wanneer daarin dat bezwaar was ondervangen, dan geloof ik, dat mijne medevoorstellers wel aan dat bezwaar van den heer van der Lip zouden willen tegemoet komen, om in plaats van 11.50 het minimum te stellen op 12. Overigens was eenvoudig de bedoeling van het amendement, om uit te spreken, dat de minima, die gegeven worden, te laag zijn, en dat kan dus, waar er geen praktische bezwaren van financieelen aard zijn, anders zouden wij dit al wel ver nomen hebben, geen bezwaar opleveren. Ik meen dus de aan neming van het amendement bij den Raad te mogen aan bevelen. De Voorzitter. Deze loonregeling is bedoeld voor de tegen woordig in dienst zijnde beambten en niet voor de toekomst. Ik zou willen vragen, wat de heeren met een minimumloon bedoelen Wie zegt, dat iemand die aangesteld wordt, getrouwd moet zijn? Er worden meest jonge mannen aangesteld voor- stalknecht of voor dergelijk ander werk. Kunnen die nu niet toekomen met een dergelijk loon? Wanneer was voorgesteld een maximumloon, den zou ik kunnen begrijpen, dat de heeren er bezwaar tegen hadden. Wij hebben van middag een royale bui; het gaat hier nu wel niet bij duizenden, maar ik ben het toch eens met den heer Pera, dat men in deze niet incidenteel moet handelen. Zoo vind ik het bijv. zeer verkeerd om den heer Fokker te volgen, die in den loop van het debat zoo maar ter loops er weer een paar kwartjes bij wil doen. Op die manier verlie zen wij het verband met andere loonen totaal uit het oog. En van een hongerloon mag hier toch niet gesproken worden, waar het bovendien nog meestal jonge mannen zijn, gewezen slagersknechts en dergelijke. Ik moet dus dit amendement ten zeerste ontraden en zal het thans in stemming brengen. Het amendement van de heeren Sijtsma c.s. in stemming gebracht, wordt verworpen met 17 tegen 8 stemmen. Tegen stemmen de heeren Hartevelt, Reimeringer, Sasse, Aalberse, Fischer, van der Lip, Bots, Korff, Pera, van der Pot, Huurman, Fabius, Briët, Vergouwen, de Boer, Hoogen- boom en Zwiers, Vóór stemmen de heeren van der Eist, Tepe, Botermans, van Tol, Ileeres, Sijtsma, van Gruting en Fokker. Art. 4 wordt vervolgens ongewijzigd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 5 wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Art. 6. Het hierop ingediende amendement van de heeren Sijtsma c.s. luidende: „Artikel 6 te lezen: De directeur, de keuringsveearts tevens adjunct-Directeur en de kassier-boekhouder worden door den Raad benoemd" wordt door de voorstellers ingetrokken, waarna het artikel zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. De artikelen 7 tot en met 15 worden vervolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Eveneens daarop de geheele verordening zonder hoofdelijke stemming. V. Verordening betreffende den werkkring van de Com missie van Beheer over het Openbaar Slachthuis. (Zie Ing. St. Nos. 199 en 215.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Artikel 1, nader door Burgemeester en Wethouder gewij zigd, door in den aanhef te lezen »De Commissie van Beheer heeft het bestuur en toezicht over enz." wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. De artikelen 2 tot en met 10 en de slotbepaling worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Eveneens daarop de geheele verordening zonder beraadsla ging of hoofdelijke stemming. (De heer Heeres verlaat de vergadering.) VI. Verordening, houdende Instructie voor den Directeur van het Openbaar Slachthuis. (Zie Ing. St. Nos. 199 en 215). Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. De artikelen 1 tot en met 11 worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 12, nader door Burgemeester en Wethouders ge wijzigd, door in plaats van het woord „van" te lezen „op," alsmede de artikelen 13 tot en met 19 worden zonder beraad slaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Eveneens daarop de geheele verordening zonder beraad slaging of hoofdelijke stemmiug.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 11