141 toe kosteloos voor gemeld doel geheel ol gedeeltelijk het ge- meeuteterrein aan Je Kooilaan ten gebruike te geven. 't Welk doende, enz. E. M. Meyers, van Eysinga. P. Ehrenfest. Leiden, 25 October 1915/1 November 1915. N°. 241. Leiden, 15 December 1915. In het jaar '1916 zal een gedeelte der sloot langs den Heeren singel, gelegen tusschen de Prinsenstraat en de Lusthollaan, van gemeentewege worden gedempt en gerioleerd.; op de begrooting zijn daarvoor de noodige gelden uitgetrokken. Teneinde nu na de demping een behoorlijken toestand te verkrijgen, komt het ons met de Commissie van Fabricage gewenscht voor, dat de smalle terreinstrookjes vóór de huizen, die thans nog particulier eigendom zijn, aan de gemeente overgaan, omdat dan het verhoogde voetpad onafgebroken en over de volle breedte kan worden doorgetrokken. Op gelijke wijze, als in 1914 geschiedde (zie Ingek. Stukken no. 150) zijn daarom onderhandelingen met de eigenaren gevoerd, die tot een bevredigend resultaat hebben geleid. Allen zijn zij bereid hun eigendom af te staan, mits uit de overdracht aan de gemeente voor hun geen kosten voortvloeien. Op grond van een en ander geven wij U alsnu in over weging te besluiten al de op de beide teekeningen in blauw, rood, geel, bruin, groen en paars aangeduide strookjes grond, deel uitmakende van de perceelen Kad. bekend onder Sectie K no's 373 t/m 386, 2595, 1468 en 2629, gelegen aan den Heerensingel, zonder betaling van koopsom in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 242. Leiden, 15 December 1915. Bij Uw besluit van 14 Januari 1915 (Ingek. Stukken No. 10) werden wij gemachtigd de overeenkomsten met de gemeente Voorschoten, Warmond en Valkenburg in zake de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren over die gemeenten wederom voor den tijd van één jaar, derhalve tot 1 Januari 1916, te verlengen tegen eene vergoeding van 0,10 per jaar en per inwoner en overigens onder de bestaande voorwaarden. Bij raadsbesluit van 17 Juni 1915 (Ingek. Stukken No. 118) werd besloten den keuringsdienst gedurende het tijdvak van 1 Juli 1915 tot 1 Januari 1916 ook weder over de gemeente Noordwijk onder gelijke voorwaarden uit te breidenterwijl eindelijk de gemeente Sassenheim, die in 1914 wel aangesloten was, met het oog op de tijdsomstandigheden geen verlenging over 1915 wenschte. Thans is bij ons College bericht ingekomen, dat de gemeente Warmond besloten heeft de overeenkomst wederom met een jaar te verlengen. Van de overige gemeenten is nog geen definitief bericht ontvangen. Op grond van een en ander en uitgaande van de onder stelling, dat behalve Warmond, ook de gemeenten Noordwijk, Valkenburg, Voorschoten en misschien ook Sassenheim op aansluiting gedurende het jaar 1916 zullen blijken prijs te stellen, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: a. Ons College te machtigen de overeenkomst met de gemeente Warmond en c, q. ook die met de gemeenten Noordwijk, Voorschoten en Valkenburg, in zake de uitbreiding van den Leidschen Keuringsdienst van eet- en drinkwaren over die gemeenten voor den tijd van één jaar, derhalve tot 1 Januari 1917 te verlengen tegen eene vergoeding van 0,10 per jaar en per inwoner en overigens onder de bestaande voorwaarden b. Ons College te machtigen c. q. eene dergelijke overeen komst onder gelijke voorwaarden met de gemeente Sassen heim aan te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 243. Leiden, 15 December 1915. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel, dat op nevensgaand verzoek van N. Bink. eigenaar van eenige perceelen in de Catharinastraat en aan het Utrechtsche Jaag pad, om een bijdrage van f 100 in de kosten van herstel wegens aan die perceelen toegebrachte schade tijdens het rioleeren en doortrekken dier straat tot den Hoogen Rijn-- dijk, afwijzend behoort te worden beschikt. Weliswaar be weert adressant, dat de perceelen er weinig fraai uitzien tengevolge van het in orde maken van de straat, doch bewijs hiervoor levert hij niet. Integendeel, op het oogenblik zien de perceelen er, volgens genoemde Commissie, ter hoogte van de straat ongeveer even vuil uit als meer hooger op, hetgeen recht geeft tot de onderstelling, dat de beschadiging tenge volge van de grond- en straatwerken niet bijzonder groot kan zijn geweest. Trouwens, indien de huizen werkelijk in hooge mate waren beschadigd, had het op den weg van den eigenaar gelegen, tijdens of onmiddellijk na afloop van het werk zijn klacht in te dienen, in welk geval de aannemer van het werk, die volgens de bepalingen van het bestek aan sprakelijk was voor aan derden toegebrachte schade, kon zijn uitgenoodigd de veroorzaakte schade te herstellen. Doch dit nu daargelaten, gelooven wij ook niet, dat adressant van het doortrekken en in orde maken nadeel ondervindt. Door de verrichte werkzaamheden heeft de Catharinastraat zeer in aanzien gewonnen. Zij is behoorlijk bestraat en van afwatering voorzien en bezit nu eene goede verbinding met den Hoogen Rijndijk. Die verbeteringen komen zeker niet in de laatste plaats ten goede aan den eigenaar der aanliggende panden, wiens perceelen uit den aard der zaak tengevolge van een en ander in waarde zijn gestegen. Indertijd werd de Catharinastraat in den uiterst primitieven toestand, waarin zij zich toen bevond, voor f 200 van adressant door de gemeente gekocht. Andere straateigenaren mogen hun eigen dom, en dan nog geheel kosteloos, eerst aan de gemeente overdragen, nadat de straten geheel en al zijn bestraat en gerioleerd. Adressant behoeft zich dus waarlijk niet te bekla gen over te geringen financieëlen steun van de gemeente en er is derhalve ook uit dien hoofde geen enkele aanleiding, om hem nogmaals eene uitkeering vanwege de gemeente te doen. Overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage geven wij U mitsdien, gelijk gezegd, in overweging afwijzend op het verzoek van adressant te beschikken. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 25 October 1915. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Bink Nicolaas wonende te Leiden, Utrechtsche Jaagpad No. 23; dat de gemeente op 24 Oct. 1913 van adressant heeft over genomen, den eigendom van de Catharinastraat te Leiden; dat door de verschillende werkzaamheden, van wege de gemeente, in die straat uitgevoerd, de aldaar staande huizen in die mate werden beschadigd, dat tot reparatie en verven moest worden overgegaan; dat blijkens de hierbij overlegde rekening van W. van Heusden, door adressant zal moeten worden betaald een bedrag van f 210. dat deze uitgave wordt gevorderd, door de hierboven om geschreven werkzaamheden welke op last der gemeente hebben plaats gehad, en dan ook als oorzaak genoemd moeten worden van de noodig gebleken herstellingen en restauratie der per ceelen, dat adressant genegen is ook zijn aandeel in die kosten te dragen reden waarom hij U FdelAchtbaar College eerbiedig verzoekt, hem f 100.van de kosten van reparatie en beschildering te willen restitueeren. 't welk doende, N. Bink. N°. 244. Leiden, 15 December 1915. In Uwe Vergadering van 17 December 1914 (Ingek. Stuk ken No. 260) werd besloten de voor bouwterrein bestemde gedeelten van de door de gemeente aangekochte terreinen aan den Heerensingel en aan en tusschen de Heerenlaan en de Gasthuislaan tegen een prijs van 5.25 per M2. te ver- koopen aan de vereeniging »Üns Belang" tot een opper vlakte van 2950 M2. en tot een oppervlakte van 4.318 M2. aan de vereeniging »de Goede Woning", een en ander in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 22