DONDERDAG 28 OCTOBER 1915. 147 Die zullen ter kennis van den Raad worden gebracht, opdat die zijn oordeel er over kan uitspreken. Wanneer ik mijn persoonlijk gevoelen mag mededeelen, dan wil ik zeggen, dat ik er voor ben om het zoo ver mogelijk door te zetten. Maar het zal afhangen van het geld, dat er voor wordt gevoteerd. De heer Botermans. U gaat in uw antwoord verder dan staat in de Memorie van Antwoord. De heer Fischer. Wat ik thans heb gezegd, is slechts mijn persoonlijk gevoelen. De beraadslaging wordt gesloten. Volgnr. 133 wordt- zonder hoofdelijke stemming aange nomen. De volgnrs. 134 tot en met 136 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 137 luidende: Onderhoud van kolken en riolenf 11742. De heer van Gruting. M. d. V. Een lid betwijfelde of het leeghalen der kolken met open wagens op hygiënische gronden te verdedigen is. Ik heb deze kwestie in de sectie ter sprake gebracht, maar ik heb het niet zoo gezegd als hier staat. Ik heb gesproken over de publieke veiligheid; en dit is heel iets anders dan hygiëne. Mijne bedoeling was deze: op de Beesten markt worden de kolken geledigd met open wagens. Waar hiermede zeer veel wordt gemorst, is het bij vriezend weer voor het verkeer inderdaad onveilig. Ik zelf ben daar eens komen te vallen en toen bij mensehen binnen gedragen, die mij zeiden, dat het daar altijd zoo was. In de sectie besloot ik daar eens over te spreken. Het is hier eene kwestie van de publieke veiligheid, en niet van hygiëne. Het antwoord van Burgemeester en Wethouders bevredigt mij niet. Is het zoo moeilijk uitvoerbaar om het rioolvuil op eene betere wijze te vervoeren. Ik zeg neen, want ik acht het aanschaffen van zoo buitengewoon kostbare pneumatische inrichtingen niet noodig. Het vervoer geschiedt voor een gedeelte met wagens, die gesloten kunnen worden. Wanneer Burgemeester en Wethouders hadden gezegd: daar zal in worden voorzien. Wij zullen zorgen, dat de wagens niet meer zoo volgeladen worden, of door het aanbrengen van een plank en een paar scharnieren zorgen, dat er geene over- storting meer kan plaats vinden, dan zou ik dat een juist antwoord hebben gevonden, maar Burgemeester en Wethouders zeggen: het gebeurt niet, het zou aanleiding geven tot het aanschaffen van veel te dure pneumatische inrichtingen. Dit is geen antwoord op de vraag door mij gedaan. De heer Huurman. M. d. V. Ik dank Burgemeester en Wethouders voor het antwoord, dat zij hebben gegeven op de vraag omtrent de doelmatigheid der beerputten, toch moet ik zeggen, dat hun antwoord mij niet bevredigt. Ik weet wel, dat men voort moet gaan met het leveren en stellen van beerputten, omdat het een besluit aangaande eene verorde ning geldt, dat door den Raad is genomen, maar ik wil Burgemeester en Wethouders mededeelen, dat ik het voor nemen heb binnen kort een voorstel te doen tot het aan brengen van eene wijziging in deze verordening. De heer Fischer. M. d. V. Naar aanleiding van het antwoord van den heer van Gruting wilde ik even zeggen, dat hij booze woorden heeft gebruikt doch volkomen ten onrechte, want hij heeft het niet over het vervoer gehad, maar over de lediging van de wagens, en daarvoor zijn inderdaad, wanneer wij het niet zoo doen als thans, pneumatische inrichtingen noodig. Dat het vervoer wel eens wat te wenschen overlaat, geef ik toe. Maar men moet niet vergeten, dat het niet altijd gebeurt in open wagens. Nu en dan worden er wel eens gesloten wagens gebruikt, nl. wanneer deze daarvoor beschikbaar zijn en dit hangt van de omstandigheden af. Ik wil er wel de aandacht op vestigen van degenen, die dat aangaat, dat er niet meer gemorst moet worden, zoodat dan de heer van Gruting geen kans meer loopt om voor een ongevallenverzekering in aan merking te komen, doch ik ben het roerend met hem eens, dat dit punt op het oogenblik niet aan de orde is. Wil de heer Huurman later een voorstel indienen om de verordening te wijzigen, dan zal dit uit den aard der zaak behandeld worden, maar deze post moet per se blijven bestaan want wat is het geval? Wanneer wij dezen post gaan schrappen, dan zou alleen het gevolg zijn, dat de gemeente, die natuurlijk baas wil blijven over haar eigen straten, en daar zelf beer putten wil maken, niet zou kunnen beschikken over de noodige fondsen volgens de begrooting, dus dan zou voor eiken beerput, die zij plaatst, noodig zijn een voorstel aan den Raad en dat zou van de heeren wel wat veel geëischt zijn en veel moei lijkheden met zich brengen. Ik kan dus op de laatste vraag, of deze post niet zou kunnen worden geschrapt, kort ant woorden met: neen; en wij zullen afwachten, of de heer Huurman een voorstel zal indienen. De heer Botermans. M. d. V. Even een woord over die zelfde beerputtengeschiedenis! Het is wel niet aangenaam daar over te spreken, maar het moet nu eenmaal. Mijnheer de Voorzitter. Drie en half jaar geleden hebben wij over (leze zelfde zaak ook gesproken, nl. in Mei 1912 en toen is met 16 tegen 7 stemmen het voorstel om die beerputten te laten vervallen, verworpen. Nu is er drie en halt jaar verloopen en nog moet ik handhaven hetgeen ik toen heb gezegd. Die putten bestaan nu al ongeveer een jaar of tien en in dien tijd is er nooit iets aan gedaan! Die put ten bevatten niets dan water; zij heeten beerputten, dus moet er beer in zitten, maar de beer blijft er maar een oogen blik in. Waarom moet nu, waar de burgerij al zoo gedrukt wordt door allerlei belastingen, langer gehandhaafd worden een instelling die niets geen nut doet. Ik heb het bejammerd, Mijnheer de Voorzitter, dat in een woningbouwvereeniging /'5000.—a 6000.waren uitgetrokken voor beerputten, die absoluut geen dienst doen. Men kan mij niet overtuigen, dat het wel zoo is. Waarom moet dat geld nu worden weg gegooid? Men heeft er zelfs last van, want juist door die beerputten krijgt men verstopping. De Voorzitter. Nu is U eigenlijk al bezig het eventueele voorstel van den heer Huurman toe te lichten. Dat zoudt U beter kunnen doen, wanneer het er is, dan heeft Uw toelichting wellicht meer uitwerking, dan wanneer de heeren deze voor de tweede maal hooren. De heer Fischer heeft bovendien ook al duidelijk gezegd, dat deze quaestie niets heeft te maken met dit volgnummer. Wanneer de heeren de verordening willen wijzigen, laten zij dan met een voorstel komen. Ik zie al, dat de heer Huurman al vast iemand heeft, die het zal ondersteunen. En als de zaak eenmaal behandeld wordt, en de heer Huurman krijgt den steun van de meer derheid in den Raad, dan zal het voorstel worden aange nomen en gaat de post er vanzelf uit. üp dit oogenblik zijt gij met deze bespreking buiten de orde. De heer Botermans. M. d. V. Dan hoop ik later op dit onder werp terug te komen. De beraadslaging wmrdt gesloten. Volgnr. 137 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 138 luidendevKosten van havens vaartenkaaimuren, sluizen en andere waterwerken f10500. De Voorzitter. Dit volgnummer moet met f 500.wor den verhoogd. De heer Vergouwen. M. d. V. Onder volgnr. 138 is uitge trokken een post van 250 voor het herstellen en het verven van hout- en ijzerwerk aan de Openbare Zwemplaats. Ik weet niet hoever dit herstellingswerk zich zal uitstrekken, maar toch zou ik in overweging willen geven de Openbare Zwem plaats zoo te herstellen, dat het werkelijk bevredigt. Wij hebben gekregen een nieuwe zwemplaats aan het Nieuwe Kanaal, die uitstekend voldoet. Tengevolge hiervan komen de gebreken van de andere Zwemplaats meer in het licht. Zoo staat b.v. de loods, waar men zich ontkleeden moet, verkeerd, d.w.z. met de opening van den waterkant af. Ver der zijn de afscheidingen tusschen de onderscheiden hokjes te laag, zoodat deze noodwendig moeten worden verhoogdde planken vloer is niet doeltreffend ingericht het aantal hokjes is te klein, terwijl de zwemmers klagen over den last, dien zij van de boomen daar ter plaatse ondervinden. Het vorige jaar heb ik reeds over die boomen gesproken en er op gewezen, dat zij veel koelte veroorzaken en last, doordat er veel bladeren in het zwembassin van vallen. Toen zijn de boomen gesnoeid, maar de gebreken, waarop ik toen gewezen heb, zijn blijven bestaan. Zij verhinderen, dat de zon daar doordringt en alles kan opdrogen. Ook is er slechts gelegen heid voor het zwemmen van mannelijke personen terwijl die voor vrouwen ontbreekt. Deze zou kunnen worden gevonden door de zwemplaats uit te breiden naar de zijde van de hulp- stadstimmerwerf. Daar ik niet weet, of dit alles, wat door mij is genoemd, bedoeld wordt met den post «herstellingswerk" en het dus best mogelijk zou kunnen zijn, dat het niet betrof eene werkelijke verbetering, maar slechts een herstelling van het bestaande, daar zou ik willen vragen, of het niet beter zou zijn met het herstellingswerk te wachten. Wellicht zou de zwemplaats een volgend jaar geheel kunnen worden verbeterd tot bevrediging van de verschillende gebruikers. Het is wel eigenaardig, dat nu de nieuwe zwemplaats er is, er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 9