14G DONDERDAG 28 OCTOBER 1915. welvaart wel verhoogen, soms echter van een andere gemeente, dan de eigen, die er de lasten van moet dragen, zoodat niet altijd voor de gemeente goed is, wat voorliet land wel goed kan zijn. Dat kan liggen in de verschillende verhoudingen tussehen de Gemeente en het Rijk. Op het oogenblik moet men echter letten op wel degelijk andere zaken; dat ben ik volmaakt eens met den geachten Wethouder. Wij moeten nu zorgen, dat wij de groote instellingen in onze gemeente vasthouden, die direct bijdragen om de welvaart in onze gemeente te verhoogen. Wat betreft de opmerking van den heer Botermans over de woningen, aan het door den Wethouder daarover reeds gesprokene zou ik nog het volgende wenschen toe te voegen. De heer Botermans heeft gezegd en dat onderstreep ik volkomen dat die menschen bij zoo'n gering loon, niet de huur kunnen opbrengen, die dikwijls door een bouwmaaat- schappij wordt gevraagd. Dat geef ik U volkomen toe, maar moet het nu op den weg van de gemeente liggen om hierin verbetering te brengen? U begrijpt, ik stel mij in deze geen partij, en ik wil niet spreken noch voor de werk gevers, noch voor de werknemers, maar alleen uit een oog punt van het gemeentebelang in het algemeen. Dan geloof ik, dat het wel wat al te gemakkelijk zijn zou voor de werk gevers om aan hunne arbeiders een gering loon te geven en de gemeente maar te laten zorgen, dat zij goede woningen krijgen. Ik zou in dit verband naar aanleiding van het ge sprokene door den heer Botermans willen zeggen, dat het meer op den weg van de werkgevers ligt dan op den weg van de gemeente, om woningen beschikbaar te stellen voor hunne eigen werknemers. Gesteld, dat het loon inderdaad zoo laag was, dat men er geen huishuur van kon betalen, en de gemeente gratis woningen ging verschaffen, dan zouden wij hier eene prachtige industrie kunnen krijgen. Men zou gaan zeggenwaar kan men beter terecht, want de gemeente verschaft de woningen. Ik geloof, dat wij in dit opzicht heel voorzichtig moeten zijn. Ik geef toe, dat ik het bouwen van goede woningen zeer gaarne help bevorderen, maar dan is het vooral uit een hygiënisch oog punt. Het is dan om de woningtoestanden te verbeteren in verband met de hygiëne en de zedelijkheid. Maar de loon- kwestie moet hiervan worden afgescheiden, dat is eene zaak tussehen werkgevers en werknemers, anders zouden wij het den werkgevers te gemakkelijk gaan maken. Hiermede heb ik de verschillende opmerkingen beantwoord en dank ik de heeren voor de welwillende wijze, waarop zij de begrooting hebben beoordeeld. (De heeren Fabius en Briët zijn inmiddels ter vergadering gekomen.) De algemeene beschouwingen worden gesloten. De Voorzitter. Thans komen het eerst in behandeling de Uitgaven. De volgnrs. 67 tot en met 71, 72 (verhoogd met f 250.— 73 tot en met 105, 106 (verminderd met f 25.—), 107 tot en met 117 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Bij volgnr. 118 komt in behandeling de begrooting van de Gezondheidscommissie. Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goedgekeurd. De volgnrs. 118 en 119, 120 (verhoogd met f 2073.—), 121 tot en met '129 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgnr. 130, luidende:y>Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werken voor zoover niet onder de volgende artikelen begrepen, f22525. De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou met een enkel woord de aandacht eens willen vestigen op de langzame wijze, waarop vaak spoedeischende aanvragen om vergunning op het bureau van gemeentewerken plegen te worden afgedaan. Ik heb hierbij het oog op het volgend geval, dat mij ter oore kwam na de behandeling van de begrooting in de sectiënanders zou ik deze quaestie daar liever te berde hebben gebracht. Door een eigenaar van eenige woningen aan den Witten Singel is aan Burgemeester eri Wethouders een adres ingediend, waarin hij meedeelt, dat hij zeer noodzakelijk het afvoerriool van een zestal perceelen moet vervangen door een ander riool van grootere afmeting, aangezien het oude riool verstopt was en de omliggende perceelen daarvan dringende overlast onder vonden. Dat adres werd den 29en September aan Burgemeester en Wethouders gericht, leidde den 7en October pas tot eene be slissing, welke aan adressant eerst den 13en October per post werd toegezonden. Nu is het in een gewoon geval niet zoo erg, wanneer een vergunning 14 dagen afkomt na de aan vrage, maar als in een geval als het genoemde zeer op spoed wordt aangedrongen en uitstel tot heel veel hinder leidt, dan moet er toch een weg zijn, dat wanneer een dergelijke ver gunning vandaag wordt aangevraagd, de zaak morgen wordt onderzocht en overmorgen tot een beslissing komt, welke be slissing dan ook dadelijk aan den adressant wordt gezonden, en niet, zooals ditmaal, eerst nog eens een week op het een of andere bureau blijft liggen. Ik meen hier even de aandacht van Burgemeester en Wethouders op te mogen vestigen en wel speciaal van den Wethouder van Fabricage, in de hoop, dat hij een middel er op vindt. Het is geen uitzonderings geval, naar ik hoor, het komt meer voor, en dit is te meer een reden, naar het mij voorkomt, dat men aan de, m. i. volkomen gerechtvaardigde klacht over trage afdoening van een dergelijke zaak te gemoet komt. De heer Fischer. Uit den aard van de zaak kan, wanneer er zoo iets behandeld moet worden, dit niet zoo heel vlug gaan. Want zoo'n zaak van een rioolquaestie moet ook in handen van de Commissie van Fabricage komen en ondervindt daardoor misschien soms wel eens wat vertraging. In de praktijk echter is deze zaak niet zoo heel ernstig als de heer van der Pot het wel vuorstelt, want wanneer er een spoed eischende verbetering aangevraagd wordt, wordt deze zaak gewoonlijk na overlegging van de papieren aanstonds ter hand genomen en de papieren komen dan wel later in orde. De Voorzitter. De heer van der Pot laat nu wel het staatsrecht wat te veel glippen, wanneer hij zegt: zulke dingen kunnen op de bureaux wel worden afgehandeld en dan dadelijk aan adressanten worden medegedeeld. Zooals den heer van der Pot bekend is, moet een dergelijke zaak eerst in de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders komen en wel op rapport van den Directeur der Gemeentewerken en na ingewonnen advies van de Com missie van Fabricage. Nu gebeurt het wel eens een enkele maalzooals de heer Fischer heeft opgemerktdat men na kennisneming van de zaak zegt: ga je gang maar, en de papieren later onderzoekt omdat men er van overtuigd is dat de zaak in orde is, maar de regel is toch anders. En er zijn ook vele zakendie men niet kan afdoen op de bureaux van Gemeentewerken en die behandeld moeten worden in de vergadering van Burgemeester en Wethouders. De heer van der Pot. Het komt mij voor, dat U in deze het staatsrecht wel wat te zwaar laat wegen. De vergunning is hier noodig wegens de aansluiting op het gemeenteriool; zij is zonder groote beteekenis, wat ook wel hieruit blijkt, dat zij bij vast en gedrukt formulier wordt gegeven. Trouwens U zegt, dat de zaak in de vergadering van Bur gemeester en Wethouders moet worden behandeld, maar die vergaderen toch tweemaal per week, zoodat daarmede 14 dagen nog niet gewettigd is. In alle geval schijnt er mij toch wel een middel op te vinden, dat zoo'n vergunning in een dergelijk geval wat spoediger wordt verleend. De Voorzitter. Dat gebeurt ook De heer van der Pot. Wanneer het zoo gebeurt, is de praktijk misschien voldoende gebaat. Een mooie weg is het echter niet, want de vergunning zelf verliest dan vrijwel alle beteekenis. De beraadslaging wordt gesloten. Volgnr. 130 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan genomen. De volgnrs. 131 en 132 worden achtereenvolgens zonder be raadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over volgn. 133 luidendey>Onderhoud van wegen en voetpadenT 52y4. De heer Botermans. M. d. V. Bij dit artikel werd de vraag gedaan of het voetpad aan den Hoogen Rijndijk in het volgend jaar aan de beurt zou komen voor een afdoende verbetering. Burgemeester en Wethouders antwoordden: »een door den Directeur van Gemeentewerken dezer dagen ingediend plan tot verbetering van den Hoogen Rijndijk, van de Utrechtsche- brug tot voorbij het nieuwe gebouw der Hoogere Burgerschool voor Jongens, is bij ons College in onderzoek." Nu zou ik willen vragen, hoe ver wordt bedoeld met »tot voorbij het nieuwe gebouw der Hoogere Burgerschool voor Jongens?" De heer Fischer. Hierop kan ik U antwoorden, dat er verschil lende plannen zijn, ver strekkende en minder ver strekkende. O Z1 ik. /A -j r

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 8