•152 DONDERDAG 28 OCTOBER 1915. het publiek meer wordt betracht. Ik vraag derhalve of Bur gemeester en Wethouders dit zouden willen overwegen. De Voorzitter. Zoudt gij de kantooruren dus willen gere geld zien als op het kantoor van den Rijksontvanger? De heer Zwiers. Bij den Rijksontvanger is het kantoor geopend tot 's middags 3 uur, terwijl dit ook Vrijdags open is. Men herinnert mij, dat dit kantoor Vrijdags en Zaterdags ook gesloten is, maar in ieder geval is het toch dagelijks een uur langer open. De Voorzitter Ik zou U willen voorstellen het debat hierover uit te stellen tot volgn. 33 aan de orde wordt gesteld. De heer Zwiers. Ik zeg dit, Mijnheer de Voorzitter, in ver band met de tamelijk gebrekkige inrichting van het lokaal. Men moet denzelfden weg in en uit, wat in verband met de weinige kantooruren soms moeilijkheden geeft. De Voorzitter. Ik zal U straks, als volgnr. 33 aan de orde wordt gesteld, hierop wel nader antwoorden. De volgnrs. 34 tot en met 43; 44 (verminderd met f 355. 45 tot en met 50; 51 (verhoogd met 2073.52 tot en 66 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoofde lijke stemming aangenomen. De Voorzitter. Thans is aan de orde het aangehouden volgnr. 33Hoofdelijke omslagf 586062. De beraadslaging wordt geopend. De heer Sijtsma. M. d. V. Eene enkele opmerking in ver band met hetgeen de heer Zwiers zooeven heeft gezegd. In het algemeen wordt men in het kantoor van den Gemeente- Ontvanger veel vlugger bediend dan in dat van den Rijks ontvanger. Het duurt daar dikwijls heel lang, voordat men geholpen wordt. Bij den Gemeenteontvanger ontvangt men zijn ingeleverd biljet vlug terug. Men moet derhalve hel kantoor van den Rijksontvanger niet tot voorbeeld nemen, tenminste niet voor het gemeentelijk kantoor aanbevelen de sleur, die daar heerscht. De Voorzitter. Ik wil thans even den heer Zwiers beant woorden. Waar ligt dikwijls de schuld De meeste menschen wachten met het betalen van hun belasting tot de laatste dagen. Ik weet zeker, dat er onder hen zijn, die thuis het geld al lang hebben liggen, maar toch uit sleur, of hoe dan ook, eerst op het laatste oogenblik gaan betalen, hoewel zij er geen cent meer rente van hebben. Het kantoor is de ge- heele maand open en de Ontvanger, die dagen lang geen be lastingbetaler ziet, krijgt dan in eens door de waarschuwingen een bestorming van de menschen. Is het nu echter niet zonde van het geld om daar weder het personeel te gaan uitbreiden en een andere inrichting te gaan maken en dat allemaal, omdat de menschen hier in Leiden verkiezen in drie dagen in plaats van in 30 dagen hun belasting te gaan betalen. Ik vind het wel best om het den Ontvanger wat gemakkelijker te maken, die zooals de heer Sijtsma zegt, de menschen zeer vlug helpt, maar het is toch zonde om daar nu weder zooveel geld voor te gaan uitgeven. De heer Zwiers. Ik wensch nog even het woord om een verkeerden indruk weg te nemen, als zou er iets te zeggen zijn op de accuratesse in de bediening op het kantoor van den heer Kokxhoorn. Ik heb alleen gezegd, dat de inrichting van het lokaal er toe bijdraagt, dat de toestand daar af en toe niet zoo is, als men het wel wenschen zou. Ik meen, dat verlenging van den termijn, dat het bureau open is voor het publiek, door b.v. eiken dag een uur later te sluiten dan thans, nuttig zou kunnen werken. Ik geloof, dat dit geen bezwaar zou ondervinden, daar de kantooruren in totaal dan toch nog niet behoeven te gaan boven de tegenwoordige, n.l. tot 4 uur. De Voorzitter. Het kantoor wordt niet gesloten om den Ontvanger vrij te geven, maar omdat hij zijn administratie moet bijwerken en andere zaken doen. Het is alleen de laat ste week in de maand, dat het daar zoo druk is, voor den anderen tijd zou het werkelijk overbodig zijn dat hij extra uren zat en wanneer hij een dag extra zit, dan geeft hem dat een massa belemmering in de afdoening van zijn ander werk. Het is werkelijk geen sinecure, maar hij heeft het zeer druk en hij zit dikwijls ook des avonds op zijn kantoor. De heer Zwiers. Ik dank U voor uwe inlichtingen. De beraadslaging wordt gesloten. Volgnr. 33 wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aan genomen. (De heer Aalberse verlaat de vergadering). De Voorzitter. Wij keeren nu terug tot volgnr. 235»ön- voorziene uitgavenf 31.500.—". Deze post moet verlaagd worden met f 367.— en der halve worden gebracht op f 31.133. Door de verschillende verhoogingen en verlagingen moet de begrooting hiermede kloppend worden gemaakt. Volgnr. 235 aldus vastgesteld op f 31.133.— wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen. De begrooting van uitgaven en die van inkomsten, alsmede de geheele begrooting tot een bedrag van f 3.182.713 in Ontvangst en Uitgaaf, worden ten slotte zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. De Voorzitter. Verlangt thans nog iemand het woord in het belang van de gemeente? Zoo niet, dan zou ik nog het volgende in het midden willen brengen. De heeren hebben dezer dagen de concept-verordeningen voor de regeling van het commercieel beheer van het Open baar Slachthuis ontvangen. Het is het voornemen van Burge meester en Wethouders deze verordeningen in de volgende ver gadering te behandelen. Waar het zou kunnen zijn, dat men amendementen wil indienen of wijzigingen voorstellen, daar zou ik den heeren willen verzoeken die amendementen spoe dig te willeu inzenden. Want het is zeer lastig amendementen te behandelen, die zoo rauwelings of een paar dagen van te voren worden ingediend. Het is de bedoeling 18 November raadsvergadering te houden. Als nu de heeren eens eventueele amendementen een week van te voren indienden, dan hebben zij nog 14 dagen den tijd de verordeningen te bestudeeren. Wij hebben dan ook den tijd om zoo noodig overleg te plegen met den Directeur en de Commissie voor het Slachthuis. Het geldt hier eene regeling, die voor langen tijd gelden moet, en eene zaak, die niet lang mag traineeren, daar de nieuwe regeling op 1 Januari 1916 zal ingaan. Ik hoop dus, dat de heeren aan mijn verzoek zullen gevolg geven. Niemand daarna meer het woord verlangende, wordt de vergadering gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 14