114 Mej. J. G. D. van Gulick en aan den heer Ph. Rank ter be looning van de bovengenoemde buitengewone diensten eene gratificatie voor eens toe te kennen, voor eerstgenoemde ten bedrage van 50.— en voor laatstgenoemde ten bedrage van f 40.—. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 181. Leiden, 15 September 1915. Op ultimo December a. s. eindigt de huur van de perceelen weiland in den Pesthuispolder, kad. bekend onder Sectie L nis 552, 553 en 537, te zarnen groot 2 H.A., 0 A. 38 c.A., krachtens raadsbesluit van 13 October 1910 (lngek. Stukken n°. 293) voor den tijd van 5 jaren verhuurd aan W. J. Zwetsloot alhier voor f 310.per jaar. Verlenging van de huur zonder meer kan niet plaats hebben. Immers, van het perceel n°. 553 werd krachtens raadsbesluit van 19 November 1914 (lngek. Stukken n°. 247) een stuk ter grootte van 4500 M2 aan het Rijk verkocht ten behoeve van den bouw van het nieuwe Academisch Ziekenhuis c. a. Verder heeft de heer J. van Breda Kolff, Directeur van het Rijksopvoedingsgesticht, verzocht in aanmerking te mogen komen voor de huur van het perceel n°. 537, groot +22A., 20 c.A., teneinde op dit nabij het gesticht gelegen stukje land groenten te teelen. 11 ij is bereid het terrein te huren voor den tijd van 5 jaren tegen betaling van een jaarlijkschen huurprijs van f 45.en verder onder voorwaarde, dat het land van zijnentwege en op zijne kosten wordt gescheurd, doch de afkomende graszoden eigendom blijven van de gemeente en te harer beschikking worden gesteld. De pachter Zwetsloot, die den wensch heeft te kennen ge geven de door hem gepachte perceelen wederom onder de bestaande voorwaarden te mogen huren, is op verlenging van de huur, voor zooveel betreft het perceel n°. 537, niet bepaald gesteld, aangezien het na den verkoop van een deel van per ceel n°. 553 aan het Rijk, te ver ligt van het overige door hem gehuurde land, Aan hem zoude dus verpacht kunnen worden het perceel n°. 552 en het onverkochte gedeelte van perceel n°. 553, te zamen groot 1 H.A., 39 A 18 c.A voor f 210.per jaar, d. i. ongeveer tegen den tegenwoordigen huurprijs van f 150.— per H.A. Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat het alleszins aanbeveling verdient het perceel n°. 537 onder de genoemde voorwaarden te verhuren aan den heer van Breda Kolff en het overblijvende terrein aan den tegenwoor digen pachter van het geheel, die zich steeds als een goed huurder heeft doen kennen. Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in over weging te besluiten: a. de beide perceelen weiland, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie L nis 552 en 553 (gedeeltelijk, d. w. z voor zoover niet aan het Rijk verkocht), te zamen groot 1 H.A., 39 A. en '18 c.A., wederom voor den tijd van 5 jaar, ingaande 1 Januari 191G, te verhuren aan VV. J. Zwetsloot alhier, tegen een jaarlijksche pacht van f 210.per jaar en overigens onder de bestaande voorwaarden; b. het stukje land, kad. bekend, gemeente Leiden, Sectie L n°. 537, groot 22 A., 20 c.A voor den tijd van 5 jaar, ingaande 1 Januari 1916, als teelland te verhuren aan J. van Breda Kollf, Directeur van het Rijksopvoedingsgesticht, alhier, tegen een jaarlijksche pacht van f 45.per jaar, onder voor waarde, dat het land van zijnentwege en op zijne kosten worde gescheurd, doch de afkomende graszoden eigendom blijven van de gemeente en te harer beschikking worden ge- gesteld en verder onder de bij de gemeente gebruikelijke voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 182. Leiden, 17 September 1915. Volgens mededeeling van den Commandant der Brandweer, is handspuit no. 5 geheel versleten en komt die spuit der halve in aanmerking om als oud-materiaal te worden verkocht. Zooals wij U reeds vroeger opmerkten, verdient aanschaf fing van nieuwe handspuiten o. i. geen aanbeveling, aangezien dergelijke spuiten nu reeds niet meer in allen deele voldoen aan de eischen, die men aan modern brandbluschmateriaal stellen mag. Tezijnertijd kan worden overwogen, welke ver beteringen moeten worden aangebracht. Voorloopig leek het ons derhalve 't meest aanbevelenswaard, om, overeenkomstig de bij vorige gelegenheden gevolgde gedragslijn, de wijk van handspuit no. 5 te voegen bij de wijk van spuit no. 10, waartoe sedert de opheffing van spuit no. 3 ook de wijk dier spuit behoort. In verband hiermede is de opperbrandmeester van spuit no. 5 door ons College overgeplaatst naar handspuit no. 10, welke plaats opengevallen was tengevolge van de overplaatsing van den opperbrandmeester van spuit no. 10 naar de stoomspuiten nis. 1 en 11, alwaar juist eene vacature van opperbrand meester was. Het verdere kader en de spuitgasten zijn over geplaatst naar spuit no. 10 of een der andere spuiten. Ten slotte zal, tengevolge van het voegen van wijk 5 bij wijk 10, de nieuwe opperbrandmeester van spuit no. 10 die functie ook in wijk 5 blijven uitoefenen. Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging tot den verkoop van handspuit no. 5 te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 2