112
DONDERDAG 26
AUGUSTUS 1915.
in te korten, die nu voor de agenten van de tweede klasse
zijn na 2. 4, 7 en 12 jaar en voor de anderen om de drie jaar.
Op de argumenten, die in het adres worden aangevoerd,
behoef ik verder wel niet in te gaan.
Ik stel U dus voor om dit adres aan te nemen voor kennis
geving.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig
besloten.
5°. Voorstel van K. D. Sijtsma om Burgemeester en Wet
houders uit te noodigen aan de Regeering een adres te richten
in zake de levensmiddelen voorziening en den Burgemeester
uit te noodigen eene Commissie te benoemen, aan welke zal
worden opgedragen plannen te overwegen en voorstellen te
doen met betrekking tot de voorziening van levensmiddelen.
De Voorzitter. Dit voorstel luidt als volgt:
Leiden, 20 Augs 1915.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende heeft de eer, in verband met de levens
middelenvoorziening gedurende den oorlogstoestand in deze
gemeente, voor te stellen
a. B. en W. uit te noodigen namens den Raad een adres
te richten aan de Regeering in den geest van het be
kende adres van het College van B. en W. der gemeente
Amsterdam, waarin op maatregelen van Regeeringswege
wordt aangedrongen in de richting van prijsverlaging
door beschikbaarstelling van verschillende in dat adres
genoemde levensmiddelen, of' wel, aan dat adres adhaesie
te betuigen
b. Tot den Voorzitter de uitnoodiging te richten over te
gaan tot de benoeming van een commissie van vijf leden,
waarvan één uit het College van B. en W., twee uit
den Gemeenteraad en twee daarbuiten, waaronder één
uit de Leidsche Vakcentrales; welke commissie wordt
opgedragen, met betrekking tot de voorziening van
levensmiddelen en de prijsregeling dier levensmiddelen
in de gemeente, plannen te overwegen en voorstellen te
doen, die met of zonder hare medewerking, door B. en W.,
zoo noodig met machtiging van den Gemeenteraad, kun
nen worden uitgevoerd.
K. Sijtsma.
Namens Burgemeester en Wethouders stel ik voor om dit
voorstel te behandelen na afloop van de gedrukte agenda en
vóór de gebruikelijke rondvraag.
Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
6°. Aanbeveling van de Commissie voor het Stedelijk Museum
»de Lakenhal" ter benoeming van drie leden dier Commissie.
Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken.
7°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke
directe belasting, dienst 1915.
Worden gesteld in handen van de Reclame-Commissie.
8°. Verzoek van het Comité uit de Vakcentrales in zake
het richten van een adres aan de Regeering en de benoeming
van een Commissie, met betrekking tot de levensmiddelen
voorziening.
Wordt besloten dit verzoek te behandelen gelijktijdig met
het voorstel-Sijtsma.
9°. Verzoek van het Comité uit de Leidsche Vakcentrales
om maatregelen te nemen ter bevordering, dat gascokes en
parelcokes voor de arbeidersbevolking verkrijgbaar zijn tegen
normale prijzen.
De Voorzitter. Naar aanleiding van dit adres wensch ik
het volgende op te merken.
Voor eenigen tijd kwam een verzoek aan mij in over onge
veer dezelfde zaak. Op mijne uitnoodiging is deze quaestie
onderzocht door Commissarissen van de Lichtfabrieken, die
hebben geantwoord, dat zooveel mogelijk cokes voor de inge
zetenen beschikbaar zou worden gehouden, doch dat con
tracten met leveranciers en coöperaties niet kon worden
verbroken. Kort daarop kwam weer een verzoek aan mij,
niettegenstaande deze zaak, ook volgens mijn bericht aan
requestranten, bij Commissarissen van de Lichtfabrieken thuis-
behoorde.
Het verzoek dient om toch maar gedaan te krijgen, dat de
contracten zouden worden verbroken. Dus ook met de coöpe
raties, zeker? Nu zal binnenkort door mij worden geantwoord,
doch thans kan ik reeds wel melden, dat Commissarissen
van plan zijn een grooteren voorraad grosscokes op te doen
om zoodoende meer gewone cokes beschikbaar te houden
voor de ingezetenen. Het is mij echter een raadsel, waarom
requestranten niet in plaats van steeds verzoekschriften in
te dienen, liever de handen uit de mouw steken en gezamen
lijk met hunne volgelingen, zich georganiseerd hebben om
zich tijdig van cokes te voorzien, tegen de prijzen die de
coöperaties hadden te betalen. Door schrijverij valt in de
wereld weinig te bereiken, wel door daden, die getuigen van
energie en opoffering.
Nu hebben wij weder voor de derde maal dezelfde zaak;
thans een verzoek aan den Raad gericht, nog geen 24 uur
geleden ingekomen, alhoewel in een eenigszins anderen vorm.
De heeren weten wellicht, dat de Regeering zich niet alleen
de distributie der steenkolen, waaronder ook cokes, heeft
aangetrokken, doch ook van plan is steenkolen ter beschik
king te stellen van de ingezetenen der verschillende gemeenten.
De hulp der steuncomités is hiertoe ingeroepen.
Binnenkort hoop ik met het bestuur' van het Leidsche
Steuncomité hierover te beraden en mocht het Steuncomité
dit vraagstuk achten als niet te behooren tot zijn werkkring,
zoo zal ik moeite doen, dat het gemeentebestuur dezelfde facili
teiten zal krijgen als aan het Steuncomité werd toegedacht.
Zoodra deze zaak met de Regeering in orde is, zal ik trach
ten eene Commissie voor het brandstoffenvraagstuk tot stand
te brengen, welke Commissie zal kunnen adviseeren aan Burge
meester en Wethouders en aan den Burgemeester, en aan
welke Commissie ook uitvoering kan worden opgedragen.
Van de aangeboden hulp der vakorganisatie kan dan wel
licht door de Commissie een dankbaar gebruik worden ge
maakt.
Ook de thans aanhangige quaestie van goedkooper voor
ziening van cokes, vanwege de gemeente, zou aan het oor
deel van de Commissie in eerste instantie kunnen worden
onderworpen.
Thans komt aan Burgemeester en Wethouders een praead-
vies prematuur voor, te meer daar de schaarschte aan cokes
vooral te wijten is aan den angst voor gebrek, die het gebrek
doet geboren worden. Ik kan hieraan nog toevoegen, dat uit
betrouwbare bron mij is medegedeeld, dat een voldoende hoe
veelheid huisbrandkolen in Nederland aanwezig is.
Burgemeester en Wethouders stellen mitsdien voor het
adres ter visie te leggen in de Leeskamer. Ieder lid van
den Raad kan dan desgewenscht ook na het door mij namens
Burgemeester en Wethouders aangevoerde, een zelfstandig
voorstel indienen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig
besloten.
De Voorzitter deelt vervolgens nog mede:
dat aan H. Blok, eervol ontslagen gemeentewerkman, met
ingang van 5 Maart 1914, een suppletiepensioen van/106.
'sjaars is toegekend, zoolang het pensioen, dat bij Kon. Besl.
is toegekend, bepaald blijft op ƒ175.— per jaar.
Aan de orde is thans:
I. Benoeming van een Hoofd der school voor jongens en
meisjes voor U. L. O. No. 2.
(Zie Ing. St. No. 166.)
De Voorzitter. Mag ik den heeren Mulder, Sijtsma, Corts
en Korff verzoeken het stembureau te willen uitmaken.
De heer Bosch. M. d. V. Naar aanleiding van de stukken
die ter visie hebben gelegen, zij het mij vergund een tweetal
opmerkingen te maken.
In de eerste plaats heeft het mijn aandacht getrokken, dat
op het einde van de inlichtingen een opmerking voorkomt
van den Districts-Schoolopziener, waarin wordt gesproken
over hetgeen bij een vorige benoeming van Hoofden der
School hier in den Raad is geschied. De Districts-Schoolop
ziener zegt, dat de agitatie die toen plaats had, redelijken
grond miste.
Wanneer toen inlichtingen waren gegeven, zou de toen
malige oppositie niet zijn gekomen. Het komt mij eigenlijk
voor, dat de Schoolopziener ons niet goed heeft begrepen.
Wij hebben toch niet gezegd, dat de voordracht niet mocht
worden opgemaakt door den Schoolopziener en den Wet
houder van Onderwijs, daarover is niet gesproken. Nü echter,
nu de toelichting niet ontbreekt, komt de Schoolopziener uit
drukkelijk verklaren, dat de voordracht moet worden opge
maakt door den Districts-Schoolopziener en den Wethouder
van Onderwijs. Daarover ging echter de agitatie niet. liet
een klopt dus niet op het ander. In de tweede plaats meen
ik, dat het bij benoemingen niet zoo moet gaan, als hier