GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. inoekomen stekken. 107 N°. 172. Leiden, 24 Augustus 1915. De Commissie van Financiën heeft de eer U te berichten dat zij geene bedenkingen heeft tegen: de rekening van de Ontvangsten en Uitgaven der gemeente over 1914; de balansen en winst- en verliesrekeningen der Stedelijke fabrieken van gas en electriciteit over het jaar 1914; de begrooting van uitgaven der Kamer van Koophandel voor 1916; den door Burgemeester en Wethouders voorgestelden aankoop van het perceel Oostdwarsgracht No. 29/29a, voor de som van f 1570.en de overdrachtskosten, benevens de daarbij behoorende begrootingsregeling, dienst 1915 (Ing. St. No. 170). Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. No. 173. Leiden, 19 Augustus 1915. De Commissie voor het Stedelijk Museum heeft de eer U te berichten, dat dit jaar aan de beurt van aftreden zijn de H.H. Mr. Coebergh, Korevaar en Reimeringer. Voor de hierdoor ontstane vacatures worden aanbevolen: voor de vacature Mr. Coebergh: de H.H. Mr. J. A. F. Coe bergh en Dr. P. D. Chantepie de la Saussaye; voor de vacature Korevaar: de H.H. J. Korevaar P. Azn. en Dr. S. G. de Vries en voor de vacature Reimeringer: de H.H. A. L. Reimeringer en Mr. P. E. Briët. De Commissie voor het Stedelijk Museum, J. C. van der Lip, Voorzitter. J. C. Overvoorde, Secretaris. Aan den Raad der Gemeente Leiden. N°. 174. Leiden, 31 Augustus 1915. Voor de benoeming van eene onderwijzeres in de hand werken aan de openbare lagere school der 3e klasse No. 4 alhier, ter vervulling van de vacature, welke is ontstaan door het ontslag, dat met ingang van 15 Augustus 1915 eervol werd verleend aan Mej. J. W. Zwart, hebben wij de eer U, in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener, na inge wonnen bericht van het Hoofd der school, de navolgende voordracht aan te bieden: 1°. Mej. E. KORENHOFF, onderwijzeres in de handwerken aan de O. L. school der 4e klasse No. 2; 2°. Mej. G. OLIVIER, werkzaam aan de O. L. school der- Se klasse No. 5; 3°. Mej. G. HOFF, werkzaam aan de O. L. school der 3e klasse No. 2. Met verwijzing naar de desbetreffende in de Leeskamer ter inzage liggende stukken, verzoeken wij U alsnu tot eene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 175. Leiden, 31 Augustus 1915. ïni Uwe Vergadering van 25 Februari 1909 (Ingek. Stukken no. 53) werd besloten het aantal onbezoldigde ambtenaren van den burgerlijken stand, uitsluitend belast met het sluiten der huwelijken, dat ingevolge de verordening van 14 April 1904 (Gem. Blad no. 16) zes bedroeg, met één te vermeerderen en een zevende persoon als zoodanig benoemd. Door een on willekeurig verzuim is toen echter vergeten de zooeven ge noemde verordening in dien geest te wijzigen. Thans doet zich wederom de behoefte gevoelen, om tot uit breiding van het aantal ambtenaren van den burgerlijken stand beiast met het sluiten der huwelijken, over te gaan aangezien velen tengevolge van andere werkzaamheden of uitsted?aheid meermalen, vooral m den zomer, niet in de gelegenheid" ziin als ambtenaar van den burgerlijken stand te fungeeren. Wij zouden IJ daarom willen voorstellen tot de benoeming van nog een tweetal ambtenaren van den burgerlijken stand voor het sluiten der huwelijken over te gaan en tevens de verordening van 14 April 1904 met den nieuwen toestand in overeenstemming te brengen. Hoewel zulks niet door de wet wordt geëischt, meenen wij U voor de twee nieuwe plaatsen te moeten aanbevelen Uwe keuze te bepalen op een tweetal leden Uwer Vergadering. Op grond van een en ander geven wij U alsnu in over weging: a. vast te stellen de navolgende verordening: VERORDENING houdende wijziging der verordening van 14 April 1904 (Gem. Blad 110 16), regelende het aantal ambtenaren van den Burgerlijken Stand te Leiden en de verdeeling hunner werkzaamheden. Eenig artikel. In artikel 1 van bovengenoemde verordening wordt in plaats van «negen gelezen: «twaalf" en in plaats van «zes": «negen". b. over te gaan tot de benoeming van twee ambtenaren van den burgerlijken stand, uitsluitend belast met het sluiten der huwelijken, waarvoor wij U, overeenkomstig het bepaalde bij het 3e lid van artiael 149 der Gemeentewet, de beide volgende aanbevelingen aanbieden: I. 1°. J. P. VERGOUWEN. 2». J. BOSCH. II. 1°. J. HARTEVELT Azn. 2°. P. HOOGENBOOM. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 1