DONDERDAG 15 JULI 1915. 89 dit rekest loopt, de volle aandacht hebben en houden ook van het Gemeentebestuur van Leiden. De laatste tijden is er steeds contact geweest omtrent deze belangrijke aangelegenheden tusscheri den Minister van Land bouw en ons College ol deszelfs Voorzitter en zoodra schrif telijke of mondelinge onderhandeling noodig blijkt zal daartoe steeds worden overgegaan. Burgemeester en Wethouders vertrouwen, dat deze toe lichting van hun standpunt U alleszins voldoende moge toe lijken en stellen U mitsdien voor bijgaand rekest ter visie in de Leeskamer te deponeeren. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik geloof wel, dat zooals U de zaak voorstelt, dat dit de beste wijze van handelen is, maar de zaak is mij zoo haastig voorbijgegaanik heb het request en uw antwoord wel langzaam hoorert voorlezen, maar de zaak, waarover het hier gaat, is zoo moeielijk, dat ik zou willen vragenkan men het voorgelezene ook niet bij de stukken in de Leeskamer ter visie leggen, dan kunnen wij in eene volgende vergadering over het adres beschikken. De Voorzitter. Het stuk, dat ik voorgelezen heb, behoeft niet in de Leeskamer ter visie te liggen, dat komt vanzelf in de handelingen, en het request zal ter visie worden gelegd. De heeren kunnen dus op hun gemak de stukken bestu- deeren en indien zij daartoe aanleiding vinden, de noodige voorstellen doen. Dat is dus precies in den geest van den heer Sijtsma. Ik doe dit ook conform met hetgeen men in andere plaatsen heeft gedaan, ik noem bijv. Amsterdam, waar de zaak in denzelfden geest werd behandeld alleen met dit verschil, dat daar een Raadslid een vraag over deze zaak aan Burgemeester en Wethouders deed, waarop de Wethouder Wibaut heeft geantwoord. Het gaat niet aan om over deze en andere economische vraagstukken zoo maar praeadvies uit te brengen, ik ten minste, heb daar geen tijd voor. Wij zullen dus afwachten of een van de heeren aanleiding vindt om de zaak nader in bespre king te brengen. In eene volgende vergadering zal dat dus wel blijken. Ik weet niet, of de heeren het verslag gelezen hebben van de laatste raadsvergadering te Amsterdam. Daarin staat, dat voor de steenkolen de laatste weken door de inrichting van het steenkolenbureau veel goeds is geschied, en dat het niet op den weg van Burgemeester en Wethouders ligt om hier verder in te grijpen. Ik ben van meening dat, wanneer men dit verslag in de Rotterdammer gelezen heeft, men tot de zelfde conclusie zal gekomen zijn, welke in het kort hier op neerkomt, dat het hier eene Rijkszaak geld. M. i. moet de Raad geen rekest sturen aan de Regeering. De Regeering doet alle mogelijke moeite zij kan natuurlijk mistasten om de zaak te regelen. En het kan natuurlijk geen nut hebben dat alle gemeentebesturen er zijn er een 1100 in ons land maar rekesten bij den Minister indienen om hem aan te sporen toch vooral zijn best te doen. Burge meester en Wethouders van Amsterdam hebben meegedeeld, dat zij, als het noodig mocht zijn, zich zouden richten tot den Minister. Ik wil ook meedeelen, dat ik nog maar zeer kort geleden over de kaas en over de rogge aan den Minister heb geschreven. Gisteren nog heb ik een onderhoud gehad met een vertegenwoordiger van den Minister over den uitvoer van aardappelen. Tengevolge van den grooten uitvoer komt er bier ter stede een tekort, dat gepaard gaat met prijsstijging. Nu gaat het m. i. toch niet aan, dat hierover door den Raad een rekest aan den Minister wordt gezonden, dat ligt m. i. niet op zijri weg. Ik handhaaf derhalve mijn voorstel om dit adres in de Leeskamer ter visie te leggen. De heer L'arpentier Alting. M. d. V. Slechts eene enkele vraag. M. i. wordt door de Regeering wat betreft de wijze, waarop zij zorg draagt voor de voorziening van levensmiddelen, de goede weg ingeslagen. Het is mij evenwel uit de couranten niet duidelijk gewor den, van welken aard de werkzaamheden zijn, die door de Regeering dan wel door het Algemeen Nationaal Steuncomité worden verricht met het oog op de gewenschte voorziening in brandstoffen ten behoeve van particulieren. Heb ik het verkeerd begrepen, als ik zeg dat het niet de bedoeling is, dat ook particulieren direct of indirect brandstoffen van de Regeering zullen kunnen betrekken, en dat voorshands alleen gedacht wordt aan verschaffing van brandstoffen voor fabrieken en bedrijven? De Voorzitter. Neen, in het algemeen zullen, geloof ik, de particulieren niet brandstoffen van de 'Regeering kunnen be komen. Worden de prijzen echter opgedreven door de kolen- handelaars, dan zullen maximum-prijzen worden vastgesteld en kan onteigening volgen. Zooals gij wel zult hebben gelezen, zitten in het bestuur van de Naamlooze Yennootschap voor de kolenreserve vogels van diverse pluimage, zooals reeders, particulieren, ja van allerhande. De kolenhandelaren hebben zich om kolen te wenden tot het distributiebureau en zoo noodig kan, zooals hier indertijd gebeurd is, een maximum prijs worden vastgesteld, ter voorkoming van prijsopdrijving. Wanneer men zou voldoen aan het verlangen van adressan ten, zou dit tengevolge hebben, dat ieder zooveel mogelijk kolen ging inslaan, wat noodwendig prijsopdrijving tengevolge zou hebbenop die manier gaan de zaken verkeerd. Het Rijk moet door het treffen van algemeene maatregelen zorgen voor het voorhanden zijn van voldoende levensmid delen. Hierdoor kan men tevens het opdrijven van de prijzen tegengaan, terwijl ten overvloede nog een maximum prijs wordt vastgesteld. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten het adres in de Leeskamer ter visie te leggen. 5°. Verzoek van de Vereeniging »Schoolkindervoeding" om toekenning van een subsidie ad ƒ1500.voor 1916. Zal worden behandeld bij de Gemeentebegrooting voor 1916. 6°. Verzoek van M. van Zwieten de Blom om eervol ont slag als onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse No. 3. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. 7°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1915. Worden gesteld in handen van de Reclame-Commissie. 8°. Aanbevelingen van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs ter benoeming van twee leden dier Commissie. 9°. Voordracht van het Bestuur der Stedelijke Werkinrich ting ter benoeming van één lid van dat bestuur. Zullen worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken. De Voorzitter deelt vervolgens nog mede: 1°. dat aan N. Breedeveld, eervol ontslagen smid bij de Stede lijke Lichtfabrieken, met ingang van 1 Februari 1915, een suppletie-pensioen ad 359.per jaar, is toegekend, zoolang het pensioen, dat bij Koninklijk Besluit is toegekend, bepaald blijft op f 224.per jaar. 2°. dat verschenen is de Inventaris der archieven van de Leidsche Kerken en dat voor de leden van den Raad, die van den inhoud van dat werk wenschen kennis te nemen, een exemplaar zal worden beschikbaar gesteld, indien zij hun verlangen daartoe ter Secretarie te kennen geven. De Voorzitter. Mijne Heeren. Alvorens thans over te gaan tot de agenda zou ik namens Burgemeester en Wethouders nog een spoedeischend voorstel wenschen te doen in verband met de gestichten »Endegeest" en »Voorgeest", n.l. om de boven verdieping van het kasteel die thans voor 21 mannen is in gericht, voor 21 vrouwen in te richten en voorts om in Voorgeest" 6 plaatsen voor jongens en 6 voor meisjes meer open te stellen, zonder dat men iets behoeft te veranderen, want de ruimte is ervoor aanwezig. Wij doen deze voorstellen omdat er zooveel gebrek aan plaats is voor vrouwelijke krank zinnigen en er mannenplaatsen over zijn. Ook het intensiever gebruik maken van „Voorgeest'' doen wij, omdat herhaaldelijk aanvragen ter opname van jeugdige idioten moeten worden afgewezen, daar Voorgeest den laatsten tijd bijna altijd vol is. Dat er op »Endegeest" zooveel mannenplaatsen open zijn, is mede een gevolg van de opening van het Roomsch-Katholieke gesticht voor mannen te Noordwijkerhout, dat ook mannelijke patiënten aan onze inrichting onttrokken heeft. Daarom wil den wij U voorstellen, om eenige mannenplaatsen die voort durend onbezet zijn en dus niets opleveren, voor vrouwen te bestemmen. Hierdoor zullen alle plaatsen in het gesticht weder bezet kunnen worden. Natuurlijk zal dit ook een voor deel voor de gemeente zijn, daar de exploitatiekosten dezelfde blijven en er meer patiënten zullen komen. Wij hebben goede reden om aan te nemen, dat van hooger hand tegen de voorgestelde regelingen geen bezwaar zal worden gemaakt. Ons voorstel nu luidt, dat Uw Raad ons College machtige om aan H.M. de Koningin vergunning te vragen dat: a op de eerste verdieping van het kasteel »Endegeest" in plaats van 21 mannen 21 vrouwen worden verpleegd en b. het maximum-aantal patiënten van het idiotengesticht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 3