88
DONDERDAG
15 JULI 1915.
4°. Verzoek van een comité uit de Leidsche Vakcentrales
om maatregelen te nemen ter verkrijging van voldoenden
voorraad brandstoffen en levensmiddelen.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geven met verschuldigde eerbied te kennen P. Heemskerk,
P. J. Bomli en J. D. de Rijk, vertegenwoordigende een „Co
mité uit de Leidsche Vakcentrales als
de Leidsche Bestuurdersbond
de afdeeling Leiden van den R. K. Volksbond en
de Christelijken Besturenbond,
dat zij Uwen Raad met den meesten aandrang verzoeken
zulke maatregelen te nemen, dat de Gemeente voor den ko
menden winter in het bezit is van een voldoende voorraad
brandstoffen en van zulke levensmiddelen welke daartoe
geeigend zijn, opdat de te verwachte schaarschte en de
daarmede gepaard gaande hooge prijzen niet het lot der minst
bedeelden in onze Gemeente gedurende de aanstaande winter
maanden zwaarder maakt dan noodig is dat zij ter motivee
ring van hun verzoek tevens de vrijheid nemen Uw College
naar bijgaande toelichting te verwijzen.
't Welke doende
P. Heemskerk, Voorzitter R. K. Volksbond.
P. J. Bomli, Secretaris Leidsche Bestuurdersbond.
J. D. de Rijk, Christel. Besturenbond te Leiden.
Memorie van Toelichting.
Waar alles er op wijst, dat gebrek aan met daarmede ge
paard gaande hooge prijzen, zich in den aanstaanden winter
ernstig zal doen gevoelen, menen we dat het noodzakelijk
moet worden geacht dat de Gemeente zoo spoedig mogelijk
maatregelen neemt om zich van een flinke hoeveelheid brand
stoffen te verzekeren.
Daardoor zal het mogelijk zijn, dat zij die niet in staat
zijn, vóór den winter de noodige voorraad op te doen straks
niet de dupe worden van de te verwachten hooge prijzen.
Als de Gemeente nu reeds een groote hoeveelheid brand
stoften zou kunnen opslaan, om deze in den aanstaanden
winter tegen den kostenden prijs, en voor een deel der inge
zetenen beneden dien prijs van den hand te zetten, dan zou
daarmede een groot deel der ingezetenen gebaat zijn.
Voor levensmiddelen gelden de zelfde overwegingen.
Als de Gemeente kon besluiten hetzij door bij de Rijks
regeering aantedringen op de instelling van een Rijksbureau
voor distributie van groenten, aardappelen, gedroogde erwten
en boonen enz., waardoor de Gemeente in staat zou even-
tueele prijsstijging van deze artikelen te voorkomen,
hetzij door zelfstandig de voorziening en distributie dezer
levensmiddelen op zich te nemen, dan zou veel gebrek worde
voorkomen
Het mag toch worden verwacht, dat de werkloosheid, welke
de vorige wintermaanden ook de Leidsche arbeiders teisterden,
in den aanstaanden winter niet zal uitblijven, terwijl dat deel
der arbeidersbevolking, welke in normale omstandigheden
blijft verkeeren, van de te verwachten prijsverhooging gevol
gen moet ondervinden, welke haar brengen moet op den
rand van het gebrek.
Wij dringen er daarom bij Uw College op aan, bij tijdsde
noodige maatregelen te nemen opdat de ellende die de
oorlogscrisis ons bracht en nog brengen zal, niet grooter zal
zijn als noodig is.
P. Heemskerk, Voorzitter.
P. J. Bomli, Secretaris.
J. D. de Rijk, Penningmeester.
De Voorzitter. Mijne Heeren. Naar aanleiding van het
zooeven voorgelezen rekest en de daarbij behoorende memorie
van toelichting, welke niet geheel op elkander kloppen, merk
ik het volgende op.
Wat de vraag omtrent de brandstoffen betreft mag het
van algemeene bekendheid worden geacht, dat de kolendis-
tributie de bijzondere zorg der Regeering heeft getrokken en
dat de Regeering maatregelen heeft genomen, welke beoogen
eene billijke distributie zooveel mogelijk te bevorderen. Bij
zondere pogingen van gemeenten, om buiten die distributie
om, extra voorraden op te slaan, zouden daargelaten dat
zulke opslagen juist door het distributiesysteem praktisch
onmogelijk zouden zijnmen denke aan inbeslagname
slechts pogingen zijn om de billijkheid der distributie, welke
toch al met moeilijkheden genoeg gepaard gaat, te verstoren
en zouden juist indruischen tegen het algemeen belang.
Wat speciaal cokes betreft, meer cokes, dan de gasfabriek
oplevert, kan niet verkregen worden en al die cokes wordt
aan Leidenaars verkocht. Daarenboven valt cokes, wat de
distributie betreft ook onder de algemeene benaming: kolen.
Tevens heeft de gasfabriek grosscokes aangekocht, om des te
meer gewone cokes voor de ingezetenen beschikbaar te kun
nen stellen.
In verband met den in het rekest gewenschten opslag van
gemeentewege van levensmiddelen breng ik in herinnering
wat verleden jaar op dit stuk is geschied.
Op 7 November van verleden jaar werd aan alle Burge
meesters namens de Regeering eene circulaire gezonden,
waarin o. a. gevraagd werd of voorraden levensmiddelen wa
ren ingeslagen en zoo nog zulke maatregelen niet genomen
waren op welke gronden die waren achterwege gebleven.
In die circulaire werden zij het vragender wijze alle
gemeenten aangespoord levensmiddelen op te slaan. Wellicht
herinneren de heeren zich deze circulaire, welke in de bladen
ook werd gepubliceerd.
Waar mij uitvoering dier circulaire zeer ongeraden toe
scheen, heb ik vrijheid gevonden, bij schrijven van 11 No
vember 1914, aan den Commissaris der Koningin, mijne
bezwaren uiteen te zetten.
In dat schrijven komt o. a. voor:
„Het komt mij voor, dat ten deze de eenig beslissende
vraag is, of in ons land voldoende voorraden aanwezig zijn
en door aanvulling en verbod van uitvoer zullen blijven.
Is dit het geval en door de goede zorgen van 's Lands
Regeering zal dit, zooveel slechts mogelijk is, het geval zijn
dan kunnen en moeten m. i. de bepalingen der Onteige
ningswet doen bereiken dat te veel prijsstijging worde voor
komen, en evenzeer dat de te zijner tijd vereischte distributie
over het gansche land plaats hebbe.
Van het inslaan van groote voorraden als systeem door de
gemeenten in het algemeen, vrees ik tweeërlei belangrijk na
deel. In de eerste plaats vrees ik, dat juist daarvan een
ongewenschte prijsstijging welke men toch beter voorkomt
dan dat men haar met machtsmiddelen moet bestrijden
het gevolg zou zijn. In de tweede plaats schijnt het mij toe,
dat een algemeene inslag door de gemeenten moeilijk te
volbrengen is, zonder weder een paniek maar dan van
ernstiger aard bij de burgerij in het leven te roepen, om
ook zooveel mogelijk van velerlei voorraden op te doen. Mij
dunkt dit zeer ongewenscht."
Nader is mij gebleken, dat onderscheidene Burgemeesters
van groote en ook vele van kleinere gemeenten hetzelfde
gevoelen hebben uitgesproken, welk algemeen gevoelen, waarbij
zich ook verschillende Commissarissen der Koningin meen
den uitdrukkelijk te moeten aansluiten, werd geformuleerd
in deze woorden
„dat het opdoen van grootere voorraden juist in strijd zou
zijn met de bedoeling van de Onteigeningswet, aangezien
prijsopdrijving en vasthouden van waren er het gevolg van
zouden zijn."
Door dit algemeene inzicht, waarmede de Regeering zich
blijkbaar geheel vereenigd heeft, zijn dan ook opslagen door
de gemeenten achterwege gebleven. Het is mij zelfs toeval
ligerwijze bekend, dat de uitvoering van het voornemen van
een gemeentebestuur om een grooten voorraad van een be
langrijk voedingsmiddel op te slaan, door den tegenwoordigen
Minister van Landbouw is tegengegaan.
Waar de genoemde motieven ook thans gelden, dunkt mij,
dat uit het geschetste verloop van zaken afdoende blijkt, dat
het verzoek om voorraden in te slaan, niet in overweging
behoeft te worden genomen. Onnoodig hierbij in bespreking
te brengen het aanvoeren van versche groenten. Dit betreft
eene geheel andere zaak en heeft niets te maken met het
opslaan van levensmiddelen zooals bedoeld in het request.
Het van gemeentewege aanvoeren van versche groenten,
dat, zoo noodig, alle belangstelling van het Gemeentebestuur
zal hebben, loopt meer paralel met het vraagstuk van het
van wege de gemeente leveren van versche visch. Mocht
urgentie op het punt van aanvoer van versche groenten zich
voordoen, zoo hopen Burgemeester en Wethouders, dat dit
vraagstuk op even bevredigende wijze zal worden opgelost
als zij zich vleien, dat dit het geval is geweest met den ver
koop van visch van gemeentewege.
In de toelichting op het rekest wordt een ander standpunt
ingenomen dan in het rekest. In de eerste plaats toch wordt
daar gevraagd, dat de gemeente bij de Rijksregeering op de
instelling van een Rijksbureau voor distributie van groenten,
aardappelen, gedroogde erwten en boonen enz. zal aandringen.
Ten zeerste moet ik dit ontraden. De voedingsbelangen der
bevolking ontgaan toch niet aan de zorgen der Regeering en
erkend moet worden dat de Regeering eigener betoeging al
het mogelijke op dit gebied doet en daarbij niet op financieele
offers ziet. De Raad kan nu toch geene rekesten tot de Re
geering gaan richten om de aandacht te vestigen op onder
werpen, welke de volle zorg der Regeering reeds lang ge
nieten. De Regeering heeft inderdaad vooral in deze tijden
betere dingen te doen dan zulke rekesten te lezen en te
beantwoorden.
Onnoodig hier bij te voegen, dat de onderwerpen waarover