78 DONDERDAG 20 MEI 1915. zijn te zorgen, dat de varkens alleen afgeleverd worden aan slagers, die zich verbinden alle voor consumptie geschikte deelen van alle varkens, welke zij voor hunne rekening slachten of doen slachten, te verkoopen voor binnenlandsch veibruik en dus noch rechtstreeks, noch middellijk eenig voor de consumptie geschikt deel naar het buitenland uit te voeren of te doen uitvoeren, en ten tweede te zorgen, dat met de beschikbaar gestelde varkens geen tusschenhandel gedreven wordt. Naar aanleiding van deze voorschriften heb ik een onder zoek doen instellen of inderdaad vleesch naar het buitenland wordt uitgevoerd of wel dat tusschenhandel, als hier bedoeld, door de slagers gedreven wordt. Daarbij ben ik, voorgelicht door Dr. Stuurman tot de slotsom gekomen, dat geen vleesch wordt uitgevoerd, doch dat men zich, wat het laatste punt betreft, niet geheel aan de voorschriften van den Minister gehouden heeft. Om slechts een voorbeeld te noemen, vernam de Directeur van het Abattoir dat sommige slagers, die meer dan andere gewoon zijn spek te verkoopen, en onder gewone omstandigheden spek van hunne collega's opkoopen, door den maatregel van den Minister gebrek aan dit artikel kregen, terwijl andere slagers naar verhouding van hunnen omzet te veel ontvingen. Het is echter naderhand gebleken, dat door de prijsverlaging, die het spek intusschen heeft onder gaan, de vraag naar spek belangrijk is toegenomen, zoodat vrijwel elke slager het spek aan den man weet te brengen. Voor de controle worden de regeeringsvarkens van een afzon derlijk merk voorzien, zoodat steeds beoordeeld kan worden, welk vleesch een slager verkoopt. Voorts schrijft de Minister, dat het noodzakelijk is, dat controle uitgeoefend wordt, dat de slagers, die op de door de Regeering vastgestelde wijze een belangrijk deel van de voor hunne slachterijen benoodigde varkens tegen een lageren prijs ontvangen, hunne verkoopprijzen in evenredigheid verlagen. Aangaande dit punt heeft Dr. Stuurman samensprekingen gehouden met het bestuur van de Leidsche varkensslachters- vereeniging. Daarbij bleek dat genoemd bestuur aan de leden harer vereeniging volkomen vrijheid had gelaten om het door de Regeering verstrekte vleesch, tegen welken prijs ook, te verkoopen. Weliswaar heeft het bestuur, waarschijnlijk onder den druk van andere gemeenten, die hierin waren voorge gaan, een prijsverlaging van het varkensvleesch aangekondigd, doch deze was geenszins bindend voor de leden-spekslagers. Bovendien was deze prijsvermindering niet in evenredigheid van den minderen inkoopprijs der varkens. Uit een ten huize van de slagers gedurende de vorige week ingesteld onderzoek is gebleken, dat de meesten het varkens vleesch hebben afgeslagen met 0.05 per a K.G. wat over eenkomt met ongeveer 8%, terwijl anderen hetzij geheel of gedeeltelijk zijn overgegaan tot eene verlaging van 0.10 per K G. d. i. ongeveer 16 °/o, wat overeenkomt- met den minderen inkoopprijs der regeeringsvarkens. Nadat er door Dr. Stuurman op gewezen is, dat een ver laging van de varkensvleeschprijzen met 0.05 per a K.G. toch geenszins voldoende genoemd kan worden, heeft het bestuur in de laatst gehouden conferentie de toezegging gedaan al het mogelijke te zullen doen om een algemeene prijsverlaging van 0.10 per K.G. bij hare leden te bewer ken, en dit door tusschenkomst der plaatselijke bladen ter kennis van het publiek te zullen brengen. Wordt hiertoe besloten en houden de slagers zich aan de afspraak, dan kan men naar mijne meening over de varkensvleesch-prijzen te Leiden tevreden zijn. De prijzen zouden dan zijn: voor het fijne vleesch (schijf, fricandeau, filet, enz.) 0.60; voor het overige vleesch (carbonade, lappen, gehakt) 0.55; reuzel (al of niet ge smolten) ƒ0.60; mager spek ƒ0.60; vet spek ƒ0.55; vette lappen 0.50alles per K.G. en afgehaald aan den winkel. Bij verkoop per ons wordt de prijs met 1 cent per ons ver hoogd. Bij thuis-bezorging van het vleesch, heeft de slager het recht den prijs met 0.05 per K.G. te verhoogen. Bij de vaststelling van de vleeschprijzen, beriepen sommige slagers er zich op, dat weliswaar van regeeringswege goed- koope varkens worden geleverd, doch dat dit aantal niet geheel in de behoefte voorziet, zoodat steeds nog varkens moeten worden bijgekocht en wel tegen een veel hoogeren prijs, waardoor het bezwaarlijk gaat een zoodanige prijsver laging van het vleesch in te voeren, als het geval zou zijn, indien de Regeering alle benoodigde varkens verstrekte. Deze redeneering is ten deele juist, doch aan den anderen kant valt niet te ontkennen, dat verreweg de meeste slagers geen varkens bijkoopen, terwijl het aantal varkens van regeerings wege verstrekt, blijkens de gegevens van deze week belang rijk is toegenomen. In elk geval is het een feit, dat in de maand April van dit jaar, dus vóórdat met den regeerings- maatregel werd begonnen, slechts 68 varkens per week werden geslacht, terwijl deze week aan regeeringsvarkens alleen 105 stuks werden gezonden. Mochten de slagers niet genegen zijn om spoedig tot een algemeene prijsverlaging, als boven aangegeven, van de varkens vleeschprijzen over te gaan, dan is mijn voornemen den Minister in overweging te geven maximum-prijzen voor be doeld vleesch zelf vast te stellen of door mij te laten vast stellen, of wel de varkens alleen aan die slagers te leveren, die hunne prijzen naar evenredigheid hebben verlaagd. Ten slotte hebben wij ook den vischverkoop van gemeente wege ter hand genomen. Het plan bestaat om in het door de gemeente aangekochte perceel Vischmarkt No. 11 een vischwinkel in te richten en daarin geschikt personeel, voor- loopig tijdelijk, met den verkoop {per gewicht) te belasten onder controle van den Algemeenen Marktmeester. Tegen a. s. Zaterdag is eene vergadering van de Commissie voor het Marktwezen uitgeschreven, om deze aangelegenheid nader voor te bereiden. De bedoeling zou dan zijn om visch (meest goedkoope soor ten, als: wijting, kleine schelvisch en schol) te bestellen aan het Rijks Centraal Bureau voor den afzet van Visscherijpro- ducten te Amsterdam. In IJmuiden is n.l. van Rijkswege iemand aangesteld die van den administrateur van genoemd Centraal-Bureau alle bestellingen uit geheel Nederland ontvangt en zoodoende precies weet, wat hij iederen dag te IJmuiden op den afslag kan koopen. De versche visch, door ons ingekocht, die eventueel niet wordt verkocht, moet (evenals dit met succes in Amsterdam gebeurt) dan gebakken worden. De vischverkoop bij het gewicht heeft dit voor bij afslag, le. dat de koopers gemakkelijker de juiste hoeveelheid voor hun gezin kunnen bepalen, en 2e. dat de prijzen billijker zijn, omdat bij een afslag niet ieder in staat is, om op den juisten tijd te mijnen, terwijl de brutaalsten bovendien meestal den voorrang hebben. Wij beoogen ook geen bijzondere winst, zoodat de prijzen zoo billijk mogelijk kunnen worden gesteld. We zullen ech ter trachten de exploitatiekosten te dekken, zoodat de ge meente zoo weinig mogelijk behoeft bij te leggen. Door dezen maatregel zal dus de gelegenheid, om hier ter stede goedkoop volksvoedsel te krijgen, nog worden uitgebreid. Gij ziet, Mijne Heeren, dat Burgemeester en Wethouders, ten aanzien van de ievensmiddelenvoorziening diligent zijn. Ik hoop nu maar dat onze pogingen met succes mogen worden bekroond. (De heer Hoogenboom was inmiddels ter vergadering ge komen.) De heer de Boer. Omtrent de broodvoorziening zou ik U, M. d. V., eene vraag willen doen. Hoeveel brood mag per hoofd per dag worden gekocht? De Voorzitter. Een half kilo per dag. Kinderen van 2 jaar tellen nog niet mee. De heer Zwiers. M. d. V. Ik zou gaarne U we aandacht als hoofd van de politie willen vragen voor een aangelegenheid, die naar mij voorkomt, voor de publieke veiligheid niet zonder belang is. Het is deze, dat de agenten van politie hier rijden zonder licht, en dikwijls ook zonder te bellen. Bij het uitrijden van nauwe straaljes of stegen, die op een drukken verkeersweg, bijv. de Hoogewoerd, uitkomen, is dit vaak niet zonder ge vaar. Het komt mij voor, dat hier door de politie, die geroe pen is voor de veiligheid op straat te waken, deze niet wordt gebaat, maar eerder menigmaal in gevaar wordt gebracht. Het kan zeker wel eens noodig zijn, dat zij rijden zonder licht of zonder te bellen, maar toch komt het mij nuttig en ook noodig voor, dat men hun althans de gelegenheid geeft om te voldoen aan de gewone eischen, die de wet in 't be lang der veiligheid van ieder wielrijder vordert. De Voorzitter. Ik wil, hetgeen gij daar zegt, wel in over weging nemen, maar als de lantaarns aan zijn, is het heel lastig om ongemerkt ergens te komen. Bellen zou nog wel te doen zijn, als het om dringende reden niet behoeft te worden nagelaten. Maar men kan niet vergen, dat de agenten telkens hun licht aansteken en dan weer uitdraaien. De heer Zwiers. Er is toch wel een eenvoudig middel, bijv. een electrische lantaarn met uitschakelaar. Dan kan men onder het rijden zijn licht aansteken en uitdooven naar omstandig heden. De Voorzitter. Dat zou heel wat kosten met zich brengen, want we zouden er nog al wat moeten hebben. Er bestaan meen ik wel van zulke lantaarns, als de heer Zwiers bedoelt, maar of ze erg soliede zijn, betwijfel ik. De heer Zwiers. Er zijn tegenwoordig heel betrouwbare in

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 12