DONDERDAG 8 APRIL 1915.
51
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
(De heer Pera had tijdens de behandeling van dit punt
tijdelijk de vergadering verlaten).
VI. Verzoek van de Maatschappij tot Exploitatie van Staats
spoorwegen om vergunning tot het bouwen van twee houten
bergplaatsen aan de Heerenstraat, Kad. bekend Sectie M.,
Nos. 495 en 496.
(Zie Ing. St. No. 55.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VII. Verzoek van de N. V. Nederlandsche Rotogravure-
Maatschappij om vergunning tot het maken van een houten
gebouw op het fabrieksterrein aan het Galgewater No. 12.
(Zie Ing. St. No. 58).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Botermans. M. d. V. Blijkens de overgelegde
teekening is dit een houten gebouw van 140 M2. oppervlakte.
Vindt U dit ook niet zeer gevaarlijk om zoo'n groot houten
gebouw te plaatsen in de bebouwde kom der gemeente?
De heer Fischer. In antwoord op de opmerking van den
heer Botermans, kan ik mededeelen, dat het gebouw zal zijn
van tijdelijken aardzoodra de tijdsomstandigheden verbeteren,
is het de bedoeling om het te veranderen in een steenen
gebouw. Het dient alleen tot opbergen van materialen, die
niet bijzonder aan brandgevaar onderhevig zijn, zooals druk-
rollen en rollen papier.
De heer Botermans. De geachte Wethouder heeft mij niet
kunnen overtuigen. Aan het woord «tijdelijk" hecht ik niet
veel. Als het net zoo tijdelijk zal zijn als het gebouw aan de
Steenschuur, dan zal het nog wel jaren bestaan. Ik acht het
niet goed om dergelijke houten gebouwen in een bebouwde
omgeving neer te zetten.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders bebben geen
bezwaren gemaakt, omdat zij eerst ingewonnen hebben het
advies van de betrokken ambtenaren. Maar ieder is vrij om
tegen ons voorstel te stemmen. Stemt de meerderheid tegen,
dan wordt het verzoek niet toegestaan.
De heer Botermans. M. d. V. Wanneer gevraagd werd
om voor een bepaalden tijd, bijv. voor 3 of 5 jaar het houten
gebouw daar te plaatsen, dan was het wat anders, maar
ik vind het gevaarlijk om de vergunning te geven voor onbe-
paalden tijd.
Maar staat het geboüw er wellicht al?
De heer Fischer. Neen Wat de opmerking betreft, dat het
beter ware geweest de vergunning te verleenen voor een
bepaalden tijd er staat nutot wederopzeggens toe. Men
kan dus, zoo noodig of gewenscht, altijd de vergunning
intrekken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies besloten.
VIII. Voorstel tot verhuring van het stukje grond aan de
Boommarkt aan H. L. Speel.
(Zie Ing. St. n°. 67).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het praeadvies besloten.
IX. Voorstel tot verhuring van het stukje grond aan den
Apothekersdijk aan A. M. van Zwicht.
(Zie Ing. St. N°. 67).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het praeadvies besloten.
X. Voorstel tot verhuring van het benedenhuis aan de
Nieuwsteeg N°. 10a, aan C. J. Wijnbeek.
(Zie Ing. St. N°. 67).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het voorstel besloten.
XI. Voorstel tot wijziging der begrootingen, dienst 1914 en
1915, in verband met de toekenning van Rijksvoorschotten,
ten behoeve van de gemeente en van de Woningbouw
verenigingen «Ons Belang" en «de Goede Woning", voorde
verbetering der woningtoestanden aan den Heerensingel en
aan en tusschen de Heerenlaan en de Gasthuislaan.
(Zie Ing. St. N°. 66).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XII. Voorstel in zake den afstand van de terreinen onder
de gemeente Oegstgeest, kad. bekend Sectie B No. 949 en
Sectie E nr. 1697 (ged.) aan de gestichten «Endegeest",
«Voorgeest" en «Rhijngeest" en in zake de bestemming van
de huuropbrengst van het weiland onder die gemeente, kad.
bekend Sectie B No. 596.
(Zie Ing. St. n°. 57).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het praeadvies besloten.
XIII. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en
onderhoud bij de gemeente van een gedeelte der Heerenlaan.
(Zie Ing. St. No. 63.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XIV. Voorstel om den eigenaren van een gedeelte sloot
gelegen tusschen de Prinsenlaan en de Gasthuislaante ge
lasten dit slootgedeelte te dempen.
(Zie Ing. St. No. 64).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XV. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten be
hoeve van de aanschaffing van 50 hokken voor en de ver
betering der verlichting op de vette-varkensmarkt.
(Zie Ing. St. No. 65).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XVI. Voorstel tot herziening van het uitbreidingsplan der
gemeente.
(Zie Ing. St. No. 61).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XVII. Verzoeken van de Gemeentewerklieden-vereenigingen
«Recht en Plicht" en »St. Antonius van Padua" e. a. om aan
de gemeentewerklieden en beambten een z.g. duurtetoeslag
toe te kennen.
(Zie Ing. St. no. 62).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XVIII. Verordening houdende regeling van de jaarwedden
der leeraren aan het Gymnasium te Leiden.
(Zie Ing. St. No. 53).
De Voorzitter. Hierbij komt in behandeling het amende
ment van de heeren Fokker, Botermans en Sijtsma.
Ik open de algemeene beschouwingen.
De heer Vergouwen. M. d. V. Ik zal geen algemeene
beschouwingen houden over hetgeen ons hier is voorgelegd,
maar wel wil ik er mijn verwondering over uitspreken, dat
Burgemeester en Wethouders toch nog deze voorstellen bij
den Raad hebben aanhangig gemaakt. Bij de behandeling
van de begrooting is door Burgemeester en Wethouders mede
gedeeld, dat de voorstellen zouden worden ingediend. Toen
is echter in de afdeelingen van verschillende zijden er op
gewezen, dat zoolang als deze abnormale toestand duurt,
het geen geschikte gelegenheid is om te komen met salaris-
verhoogingen, en nu zijn wij nog altijd in denzelfden toestand
en hadden wij gedacht, dat Burgemeester en Wethouders
met deze voorstellen zouden hebben gewacht, tot althans de
toestand wat helderder was. Op dit oogenblik zijn wij nog
altijd in onzekerheid en nog ieder oogenblik wordt van offi-
cieele zijde er op gewezen, dat de toestand van gevaar nog
niet voorbij is. Wij weten ook niet, hoelang deze abnofmale
toestand nog zal aanhouden en wij kunnen nog niet overzien,
hoe sterk deze toestand zal ingrijpen in den economischen
en financieelen toestand van gemeente en Rijk. Daarom dacht
ik, dat het het beste was, om met deze voorstellen te wachten,