50
N°. 62. Leiden, 31 Maart 1915.
Wij kunnen geen vrijheid vinden U te adviseeren gunstig
te beschikken op nevensgaande verzoeken van de gemeente-
werklieden-vereenigingen «Recht en Plicht" en »St. Antonius
van Padua", de afdeeling Leiden van den Nederlandschen
Bond van Werklieden in Openbare Diensten en Bedrijven x)
en de afdeeling Leiden van den Algemeenen Nederlandschen
Ambtenaarsbond, om aan de gemeente-werklieden en de beamb
ten met een bezoldiging beneden 1000 'sjaars een toeslag
op het loon te geven in verband met de stijging van de prij
zen der eerste levensbehoeften.
Tengevolge van de buitengewone tijdsomstandigheden on
dervinden zeer velen een tweeledigen druk. Eendeels zijn
hunne inkomsten achteruitgegaan of nagenoeg geheel opge
houden, anderdeels zijn de eerste levensbehoeften duurder
geworden.
De gemeentewerklieden en beambten verkeeren in het, de
omstandigheden in aanmerking genomen, gelukkige geval,
dat hunne inkomsten onveranderd zijn gebleven. Zij deelen
alleen in het algemeen lijden door de duurte en er is dus
allerminst aanleiding, om juist hen hierin tegemoet te komen.
Tot eene dergelijke bevoorrechting van eene kleine groep
van personen mag o. i. de Overheid niet medewerken en dit
te minder, omdat de toeslag ook zou moeten worden opge
bracht door burgers, die naar verhouding er nog slechter aan
toe zijn dan de gemeentewerklieden en beambten.
Bovendien is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat tenge
volge van het toekennen van een toeslag, de levensmiddelen,
waarvan de voorraad niet minder beperkt zou blijven, nog
in prijs zouden stijgen, zoodat zij, aan wie een toeslag werd
gegeven, er geen voordeel van zouden ondervinden en de
overige burgers in nog ongunstiger conditie zouden komen, dan
thans reeds het geval is.
Het komt ons daarom voor, dat het onverantwoord en in
zedelijk opzicht niet te verdedigen zou zijn, indien de ge
vraagde toeslag werd gegeven.
Voorzoover er aanleiding is, om maatregelen te beramen
in verband met de prijzen der levensmiddelen, zullen deze
maatregelen dus een algemeen karakter dienen te dragen en
aan de geheele bevolking ten goede moeten komen. Daarbij
zal evenwel rekening moeten worden gehouden met de oor
zaken der economische verschijnselen en met de omstandig
heid, dat die grootendeels buiten het bereik der gemeente
besturen liggen.
Ons College is intusscheu ook te dien aanzien diligent en
onze aandacht blijft gericht op de vraag, of, en zoo jawelke
voor uitvoering vatbare maatregelen in verband met de prijs
beweging der levensmiddelen en de vooruitzichten dienaan
gaande in het belang der bevolking met vrucht kunnen worden
getroffen.
Op grond van een en ander geven wij U mitsdienover
eenkomstig het gevoelen van de Commissie van Beheer^over
de gestichten «Endegeest", «Voorgeest' en «Rhijngeest", de
Commissie van Fabricage, de Commissie voor het Openbaar
Slachthuis en de meerderheid van Commissarissen der Licht
fabrieken, wier rapporten alle ter visie liggenin overweging
de verzoekenom toekenning van een toeslag op de loonen
dér gemeentewerklieden en beambten niet in te willigen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
EdelAchtbare Heeren.
Ondergeteekenden, H. Botermans, J. Heemskerk, N. J.
Moonen en J. Lagerberg, resp. Voorzitters enSecretarissen
der Gem: Werkl: Vereenigingen «Recht en Plicht" en «St. Anto
nius van Padua" gevestigd te Leiden, geven met verschul-
digden eerbied te kennen:
Dat zij in opdracht hunner leden, hiermede de eer hebben
het volgende onder de aandacht van Uwen Raad te brengen:
dat zij, door den buitengewonen hoogen opvoering van alle
levensbehoeften, niet meer in staat zijn aan de allereerste
eischen van een bescheiden bestaansleven voor hun en hunne
gezinnen te kunnen voldoen
daar het zich laat aanzien dat in de naaste toekomst de
levensstandaard nog meer zal stijgen, en de financieele zorgen
dus nog zwaarder zullen drukken, wenden zij zich tot Uw
achtbaar College met het dringende verzoek hun gedurende
deze drukkende tijd een toeslag op hun loon te willen ver-
leenen van f 1.50 per week, ten einde hen in staat testellen
aan de voortdurende stijging der productie eenigzins het
hoofd te kunnen bieden.
't Welk doende
de Besturen der genoemde Vereenigingen
«Recht en Plicht" «St. Antonius van Padua"
H. Botermans, J. Heemskerk,
Voorzitter. Voorzitter.
N. J. Moonen, J. Lagerberg,
Rijnsburger Singel llboven. de Secretaris. Secretaris.
Leiden, Maart 1915.
Leiden, 3 Maart 1915.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Ondergeteekenden, Abraham Segaar en Joh. Jac. Limburg,
respectievelijk 2e voorzitter en le secretaris van de afdeeling
Leiden, van den Nederlandsche Bond van Werklieden in
Openbare Diensten en Bedrijven, gevestigd alhier, Vaartkade 8;
geven met verschuldigden eerbied te kennen
dat door de tegenwoordige omstandigheden de prijzen van
alle levensbehoeften in die mate zijn gestegen, dat het niet
meer doenlijk is om met de verschillende lage loonen er
eenigzins behoorlijk van rond te komen;
dat daarom reeds lang de behoefte werd gevoeld zich met
een verzoek tot Uw geacht College te wenden om een geldelijke
tegemoetkoming in dezen drukkeuden tijd;
dat zij het echter achterwege hebben gelaten omdat zij
beseften dat ook vele van hunne medearbeiders dienzelfden
druk der tijden gevoelden
dat nu echter reeds in meerdere plaatsen, zooals Breda,
Leeuwarden, Zwolle, de gemeentewerklieden zich per adres
tot den Raad hunner gemeente hebben gewend, voor een
toeslag op het loon
en dat in Rotterdam, Delft en Watergraafsmeer enkele
raadsleden zelfs een dergelijk voorstel bij den Raad hebben
ingediend.
Redenen, waarom adressanten zich nu de vrijheid veroor
loven, en zulks in opdracht van de ledenvergadering van
Woensdag 24 Februari j.l., aan Uwen Raad het beleefd maar
dringend "verzoek te richten, aan de gemeentewerklieden een
toeslag op het loon te verstrekken; de regeling daarvan en
de hoegrootheid van het bedrag in het volle vertrouwen aan
Uw Edelachtbaar College overlatende.
't Welk doende enz.
A. Segaar, 2e Voorzitter.
J. J. Limburg, ie Secretaris.
Leiden, 17 Maart 1915.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Edel Achtbare Heeren,
De afdeeling «Leiden" van den Algemeenen Nederlandschen
Ambtenaarsbond, gelezen hebbende het adres van de afdeeling
«Leiden" van den Bond van Nederlandsche Gemeentewerk
lieden tot toekenning van een duurtetoeslag op het loon der
gemeentewerklieden, spreekt bij dezen hare volle sympathie
uit met de strekking van dit adres.
De afdeeling meent echter aan deze sympathie-betuiging
het verzoek te mogen verbinden, om de salarissen der lagere
gemeente-ambtenaren, wier wedde ten hoogste ƒ1000.be
draagt, eveneens met een dergelijken toeslag te verhoogen,
daar deze categorie van gemeente-dienaren niet minder den
druk der prijsstijging van levensmiddelen ondervindt.
Daar echter bovengenoemde toeslag slechts enkele groepen
uit de burgerij bevoordeelen zal, terwijl de prijsstijging der
levensmiddelen door alle gemeentenaren wordt gevoeld, wil
het onze afdeeling het meest afdoende voorkomen, indien Uw
Raad zijne medewerking zou willen verleenen tot het beramen
van middelen, om de prijzen der eerste levensbehoeften weder
terug te brengen op de hoogte, die zij vóór 1 Augustus 1914
hadden bereikt.
't Welk doende,
namens de afdeeling voornoemd,
J. J. Zeegerman, voorzitter.
J. Hazelhorst, secretaris.
Aan dit adres is nog adhaesie betuigd door den Leidschen Bestuur
ders bond.
4