44 de buitengewone leeraren worden uitsluitend per lesuur betaald, eveneens met periodieke opklimming; een en ander volgens onderstaande tabel Vergoeding per wekelijlcsch lesuur per jaar. Bij eerste aanstelling /na 8 60 f 50 f 40 70 60 45 80 70 50 90 80 55 #100 90 60 100 110 120 130 Voorts wordt bij de berekening van de jaarwedde der leeraren in de natuur- en scheikunde voor 4 tot en met 7 wekelijksche lesuren 1 uur, voor 8 tot en met 15 wekelijksche lesuren 2 uur en voor 16 of meer wekelijksche lesuren 3 uur bijgeteld; eveneens wordt voor den learaar in de natuurlijke historie voor 8 of meer wekelijksche lesuren 1 uur meer berekend. Alvorens de in het 4e lid van dit artikel bedoelde periodieke verhoogingen worden toegekend, hoor en Burg. en Weth. den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs omtrent de geschikt heid en de plichtsbetrachting van den betrokken leeraar. Diens advies wordt door hen aan den Gemeenteraad overgelegd. Artikel 3. De leeraar in het schoonschrijven geniet een bezoldiging van 50.per wekelijksch lesuur. Artikel 4. De bezoldiging der leeraren in het teekenen ep de gym nastiek wordt' bij afzonderlijke verordening geregeld. Artikel 5. De leeraar, aan wien nevens den Directeur het onderwijs is opgedragen in een onderdeel van het vak, waarmede voor het overige de Directeur is belast, wordt, onafhankelijk van het aantal door hem gegeven lesuren, als buitengewoon leeraar beschouwd. Deze bepaling is niet van toepassing op den leeraar, die op 1 September 1907 met den Directeur belast is met het onderwijs in de scheikunde, zoolang dat onderwijs aan dien leeraar blijft opgedragen. Artikel 6. 1 Voor tijdelijke leeraren wordt het bedrag hunner jaarwedde telkens bij hunne aanstelling bepaald. Gaat een tijdelijk leeraar over in vasten dienst, dan worden de jaren, door hem hetzij hier, hetzij elders aan een gymna sium of H. B. S. met 5 jarigen cursus in tijdelijken of vasten dienst doorgebracht, bij de berekening der hem toekomende periodieke verhoogingen medegerekend. Artikel 7. Aan de leeraren kan het geven van onderwijs worden opge dragen, zoowel aan bestaande als aan nog op te richten gemeente-instellingen van middelbaar onderwijs. Artikel 8. Met uitzondering van de leeraren in het boekhouden, schoon schrijven en teekenen, mogen de leeraren zonder toestemming van den gemeenteraad geene bezoldigde betrekking, buiten de in het vorige artikel bedoelde, aannemen. Artikel 9. (Vervallen). Artikel 10. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 Januari 1902, op welk tijdstip die van 1 April 1897 (gem.bl. No. 8) is komen te vervallen. Artikel 4. De leeraren, in artikel 2 sub b bedoeld, genieten eene bezoldiging van 100'sjaars per .wekelijksch lesuur. Deze bezoldiging wordt, wanneer de leeraar aan een Gym nasium of Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus hetzij hier, hetzij elders, of aan daarmede door Burgemeester en Wethouders gelijk te stellen inrichtingen van Hooger of Middelbaar Onderwijs, 3, 6, 9, 12 en 15 jaren is werkzaam geweest, telkens met 10.— per wekelijksch lesuur ver hoogd. zoodat de maximum-bezoldiging 150.'sjaars per wekelijksch lesuur bedraagt. Artikel 5. Bij de berekening van de jaarwedden der leeraren in de natuur- en scheikunde wordt voor 4 tot en met 7 wekelijk sche lesuren 1 uur, voor 8 tot en met 15 wekelijksche les uren 2 uur en voor 16 of meer wekelijksche lesuren 3 uur bijgeteld; eveneens wordt voor den leeraar in natuurlijke historie voor 8 of meer wekelijksche lesuren 1 uur meer berekend. Artikel 6. Alvorens de leeraar in het genot wordt gesteld van eenige periodieke verhooging van wedde in deze verordening bedoeld, winnen Burgemeester en Wethouders omtrent de geschikt heid en plichtsbetrachting van den betrokken leeraar het advies in van den Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs. Diens advies wordt door Burgemeester en Wethouders aan den Gemeenteraad overgelegd. Artikel 7. De leeraar in het schoonschrijven geniet eene bezoldiging van f 50.per wekelijksch lesuur. Artikel 8. De bezoldiging der leeraren in het teekenen en de gym nastiek wordt bij afzonderlijke verordening geregeld. Artikel 9. Voor tijdelijke leeraren wordt het bedrag hunner jaarwedde telkens bij hunne aanstelling bepaald. Gaat een tijdelijk leeraar over in vasten dienst, dan worden de jaren, door hem hetzij hier, hetzij elders aan een Gym nasium of Hoogere Burgerschool met vijfjarigen cursus of aan daarmede door Burgemeester en Wethouders gelijk te stellen inrichtingen van Hooger of Middelbaar Onderwijs in tijdelijken of vasten dienst doorgebracht, bij de berekening der hem toekomende periodieke verhoogingen medegerekend. Artikel 10. Indien een leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor Jon gens tevens leeraar aan het Gymnasium is, wordt de som der lesuren, door hem aan elk dier inrichtingen gegeven, als maatstaf voor de berekening zijner bezoldiging aangenomen, behalve wanneer de lesuren aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens en het Gymnasium gegeven, niet naar denzelfden maatstaf worden bezoldigd. De bezoldiging zal echter in dit laatste geval nimmer kunnen stijgen boven het bedrag, dat door een leeraar, als bedoeld in art. 2 sub a en met gelijk aantal dienstjaren, worden genoten. Bij samentelling der lesuren geschiedt de verdeeling der jaarwedde over de inrichtingen naar verhouding van het aantal aan elke inrichting gegeven lesuren. Wanneer ingevolge de laatste zinsnede van het eerste lid van dit artikel de jaarwedde moet worden ingekort, geschiedt de verdeeling der jaarwedde over de inrichtingen naar ver houding van de jaarwedde, die de leeraar zonder die inkor ting aan elke inrichting zou hebben genoten. Artikel 11. In geval van eene vacature wordt voor de waarneming der lesuren een vergoeding verleend van f 2.50 per werkelijk gegeven lesuur. In andere gevallen wordt alleen dan, wanneer de tijdelijke toestand langer dan een maand achtereenvolgens duurt, voor elk daarna waargenomen lesuur deze vergoeding uitgekeerd. Artikel 12 Aan de leeraren kan, na ingewonnen advies van de Com missie van Toezicht, het geven van onderwijs worden opge dragen, zoowel aan bestaande als aan nog op te richten ge meente-instellingen van middelbaar of voorbereidend hooger onderwijs. vijfjarigen cursus, j .0, hetzij hier, hetzij 'j? elders. 18 Aan een Oymna- na 4j. dienst sium of H. B. S. met Yoor gewone leeraren. Yoor Uren eerste Tweede daar tiental. tiental. boven. Voor buitengew. leeraren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1915 | | pagina 6