DONDERDAG 17 DECEMBER 1914. 185 contract mag dat niet, tenzij de grondstoffen duurder worden. Dat is het beste bewijs, dat deze verhooging geen verband houdt met de stijging der steenkolen en van de gasolie. De reden is volgens Burgemeester en Wethouders, dat wij in den laatsten tijd de gasfabriek niet hebben gemoderniseerd gelijk dat behoort, daar wij veel geld noodig hebben gehad voor de electriciteitsfabriek. Nu had ik gedacht, dat/wan neer er voor de electriciteitsfabriek veel geld is besteed ten koste van de gasfabriek, men er dan veel eerder toe zou moeten komen om den prijs voor electriciteit te verhoogen. De Directeur der gasfabriek zegt in zijn rapport dan ook, dat wanneer de gasprijs wordt verhoogd, tegelijkertijd de prijs voor electriciteit ook dient te worden verhoogd. Hij stelt zich op het standpunt van den heer van der Lip, als hij zegt, dat dan ook de prijs voor het muntgas verhoogd moet wor den. Als de winst te gering is, moeten wij niet vreezen consequent te zijn, maar dan moeten wij verhoogen den prijs van het gas voor alle verbruikers, zoo goed als van de electriciteit. Wat betreft het vergelijking maken tusschen gasprijs hier ter stede en elders ben ik het eens met den heer van dei- Lip. W anneer men juist wil oordeelen, moet men alle omstan digheden kennen. Men kan niet afgaan op het feit, dat de gasprijs lVa cent meer of minder bedraagt maar op de con dities, waaronder de fabriek werkt, op het winstcijfer, dat wordt behaald, enz. Wij, in Leiden zijn zoo gelukkig, dat wij van meet af hebben gehad een gemeentebedrijf. In andere plaatsen, waar het gasbedrijf vroeger was in particuliere handen, en dit voor veel geld moest worden overgenomen, heeft men niet zooveel winst kunnen maken. Men kan dus niet afgaan enkel op den hoogeren gasprijs in andere steden. In Tilburg is de prijs trouwens nog lager. Dan zou men evengoed kunnen zeggen, waarom moeten wij nu dan den prijs°verhoogen. In Groningen betaalt men bijv. geen meter- huur, gelijk mij is medegedeeld. Wanneer de gasprijs nu V» cent hooger is dan in Leiden, dan is het er misschien toch nog goedkooper dan hier. In Zwolle betaalt men 6 cent per M8. voor lichtgas, maar voor kookgas evenwel maar 4V» cent. Wanneer men alles in aanmerking nam en dan ging vergelijken, dan kwam men wellicht tot eene heel andere conclusie dan Burgemeester en Wethouders. Ten slotte verdient het voorstel van Burgemeester en Wethouders van koopmansstandpunt beschouwd, evenmin aanbeveling. Wij moeten vermeerdering van het gasverbruik zoeken in de toeneming van gasverbruik voor koken en verwarming. Dezer dagen las ik, dat men ergens overwoog om den menschen gratis toestellen voor gasverwarming te geven, omdat op die manier het gasverbruik zou toenemen. En dat is, werd gezegd, in het belang der gemeente, want de productiekosten stijgen niet in dezelfde verhouding als het gasverbruik toe neemt. Hoe meer gas er wordt gebruikt, hoe lager de pro ductiekosten zijn. Hier handelt men juist andersom. Door den gasprijs te verhoogen wordt het gasverbruik verminderd, neemt althans niet toe, en dus worden de productiekosten naar rato hooger. Van dat standpunt gezien geloof ik, dat het ook geen overweging verdient het voorstel van Burge meester en Wethouders aan te nemen. Burgemeester en Wet houders hebben ten slotte een eigenaardig argument gebezigd. Zij hebben gevraagd: »Wie betaalt die verhooging 1" en dan zeggen zij: »de arbeiders niet, want die hebben muntgas; de vele kleine neringdoenden ook niet, want de verhooging van den gasprijs komt overeen met eene verhooging der belasting; degenen, die electriciteit gebruiken, ook niet." Dus betaalt er feitelijk niemand. Mooier kan het niet. Maar het is niet waar. De kleine middenstand zal weer het kind van de reke ning worden, en daarom, omdat ik om principiëele redenen tegen indirecte belasting ben, wat de verhooging van den gasprijs feitelijk zal zijn, en om al de genoemde praktische redenen meen ik, dat men verstandig zal doen het voorstel van Burgemeester en Wethouders, niet aan te nemen. De vrees van Burgemeester en Wethouders, dat de meer gegoe den, omdat door hen een evenredig deel aan die 30000 zal moeten worden betaald, de gemeente zouden verlaten, deel ik niet. In dit opzicht heb ik een beteren dunk van de gemeenteleden, die in goeden doen zijn dan Burgemeester en Wethouders. De heer van der Elst. M. d. V. Er is over de verhooging van den gasprijs veel gesproken, ook vroeger, zoodat ik hier over weinig nieuws zal kunnen te berde brengen. Maar een paar punten zou ik toch willen releveeren, die uit de stukken zijn te halen. In de eerste plaats uit het rapport van de Commissie van de gasfabriek en van den Directeur der gasfabriek. Het heeft mij getroffen, M. d. V., dat beide rap porten, zoowel van de Commissie als van den Directeur erkennen, dat de kleine winkeliers door de verhooging zullen worden getroffen. Uit het rapport van den Directeur heb ik den indruk gekregen, dat hij eenigszins bang is voor de prijsverhooging. Hij heeft bijv. gezegd, dat verhooging van den prijs de toename van het gebruik van gas als verwar mingsmiddel in den weg zal staan." WTij hebben nu eenmaal een uniformen prijs en die drukt dus zoowel op de gewone verbruikers, als op het gebruik voor verwarming, zoodat het steeds toenemend ingebruiknemen van verwarmingstoestellen, er zeker door zal worden belemmerd. Verder heeft de Direc teur er op gewezen, dat de hooge prijs van de kolen dit jaar voor Vb nog niet werkt, omdat voor Vö van den voorraad nog wordt betaald 9.25, zoodat een beroep, althans dit jaar op den verhoogden prijs der steenkolen niet opgaat. Ook wijst hij er op, en dit lijkt mij een zeer belangrijk punt, dat de mindere winst, die zal worden verkregen, wanneer deze voor gestelde verhooging niet wordt aangenomen, ruimschoots gecompenseerd zal worden door de hoogere opbrengst van de cokes. Het duurder worden van de cokes is echter iets, dat juist drukt op den kleinen man, en dat zou dan samengaan met verhooging van den gasprijs. Dat is iets, wat ik zeer zou betreuren. Als de cokes duur zijn en het gas duurder wordt, snijdt dat zwaard dubbel. Voorts zegt de Directeur, dat de stijging van de algemeene onkosten gering is. De stijging is wel voort durend gebleven, maar de Directeur vindt die stijging niet zoo belangrijk, ofschoon het wordt voorgesteld, alsof de alge meene onkosten nu noodig maken verhooging van den gas prijs. Verder sluit ik mij aan bij den heer Sijtsma. Ik vind het inconsequent om den gasprijs te verhoogen, terwijl de prijs van de electriciteit dezelfde blijft. De Directeur heeft in zijn rapport ook gewezen op de mogelijkheid om den prijs van het K. W. U. te brengen van 20 cent op 22 cent, omdat door het toenemend gebruik van veel licht besparende lampen de kosten van het electrisch licht zijn verminderd. Men krijgt door het economische gebruik evenveel licht voor de helft van den prijs, dan vroeger het geval was. Dat geeft voor de verbruikers eene enorme besparing. Dit zijn de redenen, waarom ik tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal stemmen. De heer Bosch. M. d. V. Ik wensch met een enkel woord te zeggen, hoe ik op het oogenblik tegenover dit voorstel sta, omdat ik mij vroeger reeds over de zaak heb uitgelaten en zooals terecht is opgemerkt door den heer Sijtsma, niet voor gasprijsverhooging ben uit het oogpunt van belastingverla ging, maar wel, wanneer de productieprijs het vordert. Bij al de bedenkingen, die tegen dat voorstel zijn ingebracht, heb ik gezocht naar een argument om aan te toonen, dat de gas prijs in den kostprijs niet is verhoogd. Wanneer dat was aangetoond, zou ik medegaan met hen, die tegen het voor stel zullen stemmen, maar waar hier in de stukken is aan getoond, dat de kostprijs is toegenomen met ruim cent per M8, daar sta ik voor de vraag: mogen wij dan met het oog op de voortdurende stijging van de gemeenteuitgaven wel toestemmen om den prijs te laten, zooals hij is? Er wordt beweerd, dat die kostprijs niet zoozeer zou zijn toe genomen, dat de productieprijs niet zou zijn gestegen. Maar dan is mijn vraag: is de opgave van dien kostprijs zoo vol komen juist geweest? Er wordt telkens teruggekomen op de hooge dividenden, die de Gasfabriek afwerpt aan de gemeente, maar het is voor mij de vraag: is niet van tijd tot tijd quaestie geweest, dat wij weer geld hebben moeten terug geven. Denk eens aan den grooten post, dien wij verleden jaar hebben moeten toestaan. Eerst wanneer het voorstel, vervat in een van de volgende nummers der agenda, waarin is vastgesteld de afschrijving van de gasfabriek, gebaseerd op thans verkregen gegevens, zal werken, dan eerst zal met meerdere juistheid zijn te be palen, of de kostende prijs, die tot nu toe berekend was, de juiste is geweest of niet. Dan eerst zal blijken, wat aan het gas wordt verdiend. Het is waar, dat ik mij vroeger uit het oogpunt van be lasting tegen de verhooging van den gasprijs heb verzet, maar men zou, hoe principiëel op dit standpunt staande, toch door de houding van den Raad in het algemeen zijn prin cipe moeten laten varen op praktische gronden, wanneer men ziet, dat alle voorstellen tot versterking der gemeente-inkom sten worden verworpen. Wij hebben tot 2 of 3 maal toe gehad een voorstel tot invoering van eene belasting op de publieke vermakelijkheden, maar telkens hebben wij het kind in zijne geboorte zien smoren. Wij hebben gehad eene proeve van eene straatbelasting, maar het voorstel werd niet aan genomen. Toch moet er eene versterking der gemeente inkomsten zijn tengevolge van al wat de gemeente voor aller lei takken van dienst meer noodig heeft. De verhooging van de belasting is een groot kwaad, vooral wanneer men komt boven een zeker cijfer. Dat heb ik opgemerkt sprekende met menschen, die buiten de stad wonen. Wanneer men alle voordeelen, die men in Leiden geniet, opsomt, als van goed koop onderwijs en gas, van geen straatbelasting enz. en men noemt dan als heffingscijfer der inkomstenbelasting 5 dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 7