DONDERDAG 17
DECEMBER 1914.
189
De geheele verordening wordt daarop zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
XXVI. Verordening, houdende wijziging der verordening
van 22 Februari 1912 (Gemeenteblad no. 7), houdende In
structie voor den Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas
en Electriciteit te Leiden.
(Zie Ing. St. no. 262).
Er worden geen algemeene beschouwingen gevoerd.
De artikelen 1 en 2 en vervolgens de geheele verordening
worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aange
nomen.
(De heer Korevaar verlaat de vergadering).
XXVII. Verordening, houdende wijziging der verordening
van 22 Februari 1912 (Gemeenteblad no. 8), houdende In
structie voor den Adjunct-Directeur der Stedelijke Fabrieken
van Gas en Electriciteit te Leiden.
(Zie Ing. St. no. 262).
Er worden geen algemeene beschouwingen gevoerd.
De artikelen 1 en 2 en vervolgens de geheele verordening
worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aange
nomen.
XXVIII. Verordening, houdende Instructie voor den Hoofd
boekhouder der Stedelijke Fabrieken voor Gas en Electrici
teit te Leiden.
(Zie Ing. St. no. 262).
Er worden geen algemeene beschouwingen gevoerd.
De artikelen 1 tot en met 13 en vervolgens de geheele
verordening worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
XXIX. Verordening, betreffende de levering van gas door
de Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit te Leiden.
(Zie Ing. St. no. 262).
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
De artikelen 1 tot en met 3 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. In plaats van art. 4, 5e alinea zooals het
nu luidt, zou ik namens Burgemeester en Wethouders willen
voorstellen, dit aldus te lezen
»Indien gemeten vanaf den gasmeter meer dan 10 M. aansluit-
buis op particulier terrein moet worden gebruikt, geschiedt de
aanleg van het meerdere voor rekening van den belangheb
bende".
Het aldus gewijzigd art. 4 wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De artikelen 5 tot met 7 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Namens Burgemeester en Wethouders stel
ik U voor het 2e lid van art. 8 aldus te lezen»De gaslevering,
de bediening en het onderhoud geschieden door de Gasfabriek
in jaarabonnement."
Het woord «uitsluitend" vervalt dus.
Het aldus gewijzigd art. 8 wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De artt. 9 en 10 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Namens Burgemeester en Wethouders stel
ik U voor art. 11 alinea 7 aldus te lezen
«De invordering van de gelden voor abonnementslantaarns
geschiedt per kwartaal of eens per jaar op quitantie".
Het aldus gewijzigd artikel 11 wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
De artikelen 12 en 13 worden achtereenvolgens zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Ik meen, dat de heer Botermans een bezwaar
had ten opzichte van art. 14, maar ik geloof, dat dit denk
beeldig is. Als de schade aan de aarisluitleiding buiten de
schuld van den verbruiker is veroorzaakt, is de verbruiker
niet aansprakelijk. Dat is geheel volgens de wet.
De heer Botermans. M. d. V. «Behoudens overmacht" zou
er bij kunnen staan.
De Voorzitter. Dit spreekt van zelf. Ik geloof niet, dat
hier eenig bezwaar kan ontstaan. Ik heb dit alleen even ge
releveerd, omdat U er straks met mij over sprak.
Art. 14 wordt daarop zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
De art. 15 tot en met 20 worden vervolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Eveneens daarop de geheele verordening zonder hoofdelijke
stemming.
XXX. Verordening, betreffende de levering van electriciteit
door de Stedelijke ï'abrieken van Gas en Electriciteit.
(Zie Ing. St. No. 262.)
Algemeene beeschouwingen worden niet gevoerd.
De artikelen 1 tot en met 20, vervolgens de geheele ver
ordening worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of
hoofdelijke stemming aangenomen.
XXXI. Voorstel om te bepalen, dat alle in den loop der
jaren toegestane aanvullingen voor de Vernieuwings- en Uit
breidingsfondsen der Lichtfabrieken zullen worden beschouwd
als te zijn geweest aanvullingen van de oorspronkelijke
kapitalen.
(Zie Ing. St. no. 262).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXXII. Verordening op de Keuring van Eet- en Drink
waren en andere Waren.
(Zie Ing. St. n°. 270 en 279).
De Voorzitter. Namens de Commissie voor de strafver
ordeningen en in verband met het ingekomen advies der
Gezondheidscommissie, stel ik voor, de behandeling van deze
verordening tot eene volgende vergadering uit te stellen.
Daartoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
XXXIII. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van
plaatselijke directe belasting, dienst 1914.
(Zie Ing. St. n°. 268).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XXXIV. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatse
lijke directe belasting, dienst 1914.
(Zie Ing. St. n°. 269).
De Voorzitter. Waar door de heeren Roem en van der
Lip over dit onderwerp het woord is gevraagd, acht ik het
het. beste dit te behandelen in eene vergadering met
gesloten deuren. Alvorens evenwel de deuren te doen
sluiten, vraag ik, of nog een van de heeren het woord
verlangt.
De heer Bosch. M. d. V. In het begin van deze maand
hebben wij ontvangen eene aanvulling van de begrooting
betreffende de ontvangsten en uitgaven der gemeentereiniging.
Ik heb het woord niet gevraagd om te spreken over deze aan
vulling, want het spreekt van zelf, dat wij het op prijs stellen,
wanneer wij mogen ontvangen een gemakkelijk overzicht van
de gemeentereiniging, gelijk wij die ook ontvangen van de
andere gemeentebedrijven. Daarover wil ik niet spreken, maar
over een hoofdartikel van een onzer plaatselijke, bladen, ge
schreven naar aanleiding van die aanvulling, omdat ik meen,
dat in dat hoofdartikel dingen worden gezegd, die noodig
officieel moeten worden weersproken. Ik begin met te er kennen
het goed recht van iederen publicist om critiek uit te oefenen
over den Raad in zijn geheel, zoowel als over de handelwijze
der raadsleden in het bijzonder, maar dan mag ook van
degenen, die zulk een critiek uitoefenen, geëischt worden,
dat zij volkomen op de hoogte zijn. Zijn zij dat niet, dan
moeten zij zich eerst op de hoogte stellen, alvorens zij derge
lijke zaken gaan becritiseeren.
Wanneer wij nu dit genoemde hoofdartikel lezen, waarin
deze aanvullingsstaat genoemd wordt eene surprise door
Burgemeester en Wethouders aan de Raadsleden toegezonden,
dan blijkt daaruit, dat de man, die dit artikel geschreven
heeft, niet op de hoogte is geweest. Het eindcijfer van dezen
staat wordt vergeleken met de vroegere pachtsom, die betaald
werd voor het vuilophalen en het baggeren. Wij hebben even-