GEMEENTERAAD VAN T.ETDEN. 147 ISCEKOMEN STUKEEN. N°. 261. Leiden, 7 December 1914. Bij het samenstellen der concept-begrooting voor het jaar 1915 zagen wij ons, teneinde de begrooting sluitende te maken, genoodzaakt den post «Hoofdelijke omslag" belangrijk hooger te ramen, dan hij voor het loopende dienstjaar was uitge trokken. Het gevolg hiervan zou natuurlijk zijn eene aan merkelijke verhooging van het percentage, dat in het volgende jaar aan plaatselijke directe belasting zou moeten worden geheven van het inkomen der belastingschuldigen en dit te meer, nu met het oog op de buitengewone tijdsomstandig heden op eene stijging van het totale belastbare inkomen niet te rekenen viel. Het spreekt vanzelf, dat door ons College naar de reden van die zoo aanzienlijke stijging van het tekort een onderzoek werd ingesteld. Ons bleek toen, dat hiervoor verschillende redenen waren, terwijl o. a. een dier redenen bestond in eene mindere winst van bijna 34.000.die volgens de door Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electri- citeit ingediende begrooting (zie volgn. 26 der gemeentebe- grooting voor 1915) in 1915 uit de gasfabriek moest worden verwacht. Deze lagere raming der winst uit de gasfabriek van niet minder dan bijna 34.000.gaf ons, in verband met de belangrijk hoogere raming van den post «Hoofdelijke omslag aanleiding verhooging van den gasprijs in ernstige overweging te nemen en tot Commissarissen der Lichtfabrieken de vraag te richten, in hoeverre de stijging der productiekosten van het gas verhooging van den gasprijs wenschelijk maakte. Uit de ons door Commissarissen verschafte inlichtingen bleek ons, dat de productiekosten van het steenkolengas sedert het jaar 1907, in welk jaar de prijs van het gas op 51/2 cent per M3 werd bepaald, afgezien van het buizenrecht, met on geveer 0.676 cent per Ms waren gestegen. Deze mededeeling versterkte ons in onze meening, dat tot verhooging van den gasprijs moest worden besloten. Wij konden toch niet inzien, dat tegen eene geringe ver hooging van den prijs van het gas onoverkomelijke bezwaren bestonden en dat eene kleine verhooging daarvan zoo bijzonder onbillijk zou zijn tegenover de verbruikers. Wij besloten der halve een voorstel bij Uwe Vergadering aanhangig temaken, om den prijs van het gas voor particulieren, behalve dien van het z.g. muntgas, met ingang van 1 Januari 1915 te verhoogen met 1/2 ct. per M3. en mitsdien te bepalen op 6 ct. per M3. Tot toelichting van dit voorstel zij het ons vergund het volgende onder Uwe aandacht te brengen. Blijkens dezerzijds ingewonnen inlichtingen is de prijs van het gas in de meeste gemeenten van ons land hooger dan thans in Leiden. Voor het gewone gas wordt b. v. in Am sterdam, Rotterdam, Haarlem, Nijmegen, Delft en Gouda 7 ct., in Dordrecht 61/2 ct. en in 's Gravenhage, Utrecht, Arnhem, Leeuwarden en Zwolle 6 ct. per M3. in rekening gebracht. In Groningen slechts is de prijs evenals in Leiden 57* ct., terwijl hij in Tilburg 5 ct. bedraagt. Waar derhalve slechts in één dier gemeenten een lagere gasprijs wordt aan getroffen daar kan eene verhooging van den gasprijs tot 6 ct. per M3. waarlijk niet irrationeel worden genoemd. Zelts na die verhooging zullen niet meer dan 2 der genoemde gemeenten een lageren gasprijs hebben dan onze gemeente en zal de prijs van het gas in Leiden gelijk zijn aan dien in 's Gravenhage, Utrecht, Arnhem enz. Van een hoogen gasprijs zal ook dan volstrekt niet kunnen worden gesproken. Tot de stijging der productiekosten in het jaar 1913 heb ben mede bijgedragen de hoogere afschrijvingen, die sedert dat jaar plaats hebben. In de laatste jaren toch waren de afschrijvingen op de fabrieken beslist te laag, zoodat de pro ductieprijzen in werkelijkheid hooger waren, dan in eenige jaarverslagen, dateerende van vóór het jaar 1913, vermeld werd. Het laat zich niet aanzien dat in de eerstkomende jaren zich omstandigheden zullen voordoendie bovenge noemde stijging zullen compenseeren. Een voorstel, om ook tot verhooging van den prijs van het z. g. muntgas over te gaanmeenen wij U niet te moeten aanraden. Door een dergelijke verhooging toch zouden juist de minst kapitaalkrachtige verbruikers worden getroffen, hetgeen vermoedelijk voor hennu de prijs van het muntgas toch reeds met het oog op de hoogere onkosten 1 cent duurder is, dan het gewone gas, in de tegenwoordige abnormale om standigheden te bezwarend zoude zijn. Bovendien wordt van het muntgas des zomers, ómdat dan de gewone kachel niet brandt, veel gebruik gemaakt voor het koken. Een dergelijk verbruik in den zomer is gunstig voor de gasfabriek en moet dus zooveel mogelijk worden bevorderd. Eindelijk zou bij opslag van het muntgas eene wijziging der muntgasmeters moeten plaats hebben, waarvan de kosten in verband met het groote aantal niet onbelangrijk zouden zijn. Ook uit dien hoofde verdient o. i. verhooging van den prijs van het munt gas geen aanbeveling. Bij verhooging van den prijs van het gas, uitgezonderd het muntgas, zullen volgens opgave van Commissarissen de inkomsten der gasfabriek, rekening houdende met een even tueel geringer verbruik, waarvoor ons College echter niet zeer bevreesd is bij de voorgestelde zoo geringe verhooging uitsluitend van het gewone gas, met ongeveer ƒ30.000 stijgen, d. i. ongeveer het bedrag, dat de gasfabriek volgens de oor spronkelijke raming in 1915 minder aan winst zou opbrengen, dan voor dit jaar is aangenomen. Het komt ons voor, dat, nu men voor de keuze staat, om de geraamde mindere winst van ruim 30.000 te vinden hetzij uit verhooging van den hoofdelijken omslag, hetzij uit verhooging van den gasprijs, het verstandig en niet onbillijk kan worden genoemd, indien tot de door ons voorgestelde kleine verhooging van den exceptioneel lagen prijs van het gewone gas wordt overgegaan. Verstandig meenen wij een dergelijk besluit te moeten noemen, aangezien de gevaren, die aan een steeds stijgend vermenigvuldigingscijfer zijn verbonden, niet gering moeten worden geacht. Volgens de in Uwe Vergadering van 29 October j.l. vastge stelde begrooting moet aan plaatselijke directe belasting in 1915 ƒ66.671.meer worden opgebracht, dan in 1914. Bij behoud van dit cijfer en rekening houdende met eene eventueele vermindering van het belastbaar inkomen in verband met de tijdsomstandigheden, zal eene verhooging van het reeds hooge vermenigvuldigingscijfer van 5,5 tot ten minste 6,5 noodzakelijk zijn. Een dermate hoog percentage zal volgens onze besliste overtuiging zeer ten nadeele van onze gemeente zijn. Vertrek naar den Haag of naar de omliggende gemeenten van gegoede ingezetenen, voorzoover zij niet verplicht zijn in Leiden te wonen, zal er door worden bevorderd, waarvan de gemeente, en niet bet minst de winkelstand en de kleine luiden, de nadeelen zullen ondervinden. Doch, zoo zal men misschien zeggen, door eene verhooging van den gasprijs worden velen onbillijk getroffen en daarom verdient het, hoe ongewenscht dit overigens ook moge zijn, de voorkeur het belastingpercentage te verhoogen. De juistheid van deze bewering, die wij ook- aantreffen in de hierachter afgedrukte adressen van de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Volksbond en van de R. K. Winkeliersvereeniging, onderafdeeling van de Hanze te Leiden, kunnen wij niet toegeven. Bij aanneming van ons voorstel toch zal het muntgas niet in prijs worden verhoogd. De arbeidende klasse, waarvoor de afdeeling Leiden van den Ned. Roomsch-Katholieken Volksbond het opneemt, zal dus van ons voorstel geen nadeel, doch juist voordeel ondervinden, aangezien eenerzijds.de gasprijs voor haar niet wordt verhoogd, anderzijds de door haar te betalen belasting minder zal stijgen, dan bij handhaving van den prijs van het gewone gas op 5£ ct. per M3. Als ondemocratisch kan ons voorstel dus geenszins worden betiteld. Ook de kleine winkeliers zullen, in strijd met de vrees, door de R. K. Winkeliersvereeniging in haar adres geuit, van de verhooging weinig schade lijden. Door hen toch wordt betrekkelijk weinig gas voor verlichting verbruikt en de zoo geringe stijging van den gasprijs kan voor hen dus niet be langrijk hoogere uitgaven medebrengen. Doch bovendien ver- gete men niet, dat bij niet verhooging van den gasprijs, het vermenigvuldigingscijfer voor de berekening der inkomsten belasting hooger zal moeten worden gesteld dan anders. Door die verhooging zal eveneens de kleine winke lier worden getroffen, zoodat het voor hem vermoedelijk op hetzelfde zal neerkomen, of hij een weinig meer aan gas, dan wel aan belasting moet betalen. De grootere winkeliers kunnen wij hier verder buiten be schouwing laten; het grootste deel van hen is voorzien van electrisch licht, terwijl de overigen vermoedelijk liever een weinig meer aan gas zullen betalen, dan de kans te loopen, dat velschillende gegoede families uit Leiden vertrekken, of elders gaan wonen, en op den koop toe nog meer belasting te moeten betalen. lntusschen is er nog een andere reden, waarom wij ver hooging van gasprijs boven verhooging van belasting verkie zen. Door eene verhooging van den gasprijs toch zullen ook diegenen' woiden getroffen, die wij niet kunnen treffen door eene verhoogde inkomstenbelasting. Wij bedoelen de maat schappijen, waarvan de aandeelhouders elders wonen, de bewoners der omliggende gemeenten, de verschillende Rijks inrichtingen enz. enz. Die allen vallen grootendeels buiten de inkomstenbelasting, doch zullen bij verhooging van den gas prijs een deel daarvan voor hunne rekening krijgen. Ook voor de gasverbruikers in Oegstgeest en Zoeterwoude, die

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 1