GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
INeEKOHSS STUKKEN.
N°. 232. Leiden, 29 October 1914.
In de raadszitting van den 27en Augustus 1.1. werd aan ons
College een crediet verleend groot 70.000, ter bestrijding
van de uitgaven, welke het gevolg zijn van de mobilisatie van
het leger en de daarmede samenhangende buitengewone om
standigheden. De te dier zake noodige begrootingsregelingen
zouden te zijner tijd bij Uwe Vergadering worden ingediend.
Overeenkomstig de circulaire van de Gedeputeerde Staten
van den 28en September j.l. worden de vergoedingen aan ge
zinnen van opgekomen miliciens, landweer- en landstorm
mannen door den Gemeente-Ontvanger voorgeschoten op door
den Burgemeester afgegeven kwitantiën, welke als geldswaar
dig papier in de gemeentekas worden bewaard en aan den
Burgemeester worden teruggegeven, zoodra de Ontvanger de
voorgeschoten gelden uit 's Rijks kas heeft terugontvangen.
Deze betalingen behoeven derhalve niet in de gemeentereke
ning te worden verantwoord.
De uitgaven in verband met den buitengewonen toestand,
die wel over de gemeenterekening moeten loopen, zijn van
zeer uiteenloopenden aard. Om maar eenige te noemen, be-
hooren daartoe de uitgaven, die een gevolg zijn van de huis
vesting der militairen in verschillende stadsgebouwen en de
uitgaven voor drukwerk, afkondigingen, tijdelijke uitbreiding
van administratief personeel, bestrijding der werkloosheid
enz. enz. Deze uitgaven zouden over tal van begrootingsposten
moeten worden verdeeld en aangezien deze posten op een
dergelijke buitengewone bezwaring niet berekend zijn, zouden
noodwendig tal van verhoogingen, met al de daaraan verbon
den administratieve beslommeringen, hiervan het gevolg zijn.
Ten einde dit bezwaar te ontgaan, komt het ons verkieslijk
voor, al de hierbedoelde uitgaven iri één begrootingspost te
vereenigen. Daarmee wordt tevens bereikt het overzichtelijke
van hetgeen de tegenwoordige tijdsomstandigheden aan uit
gaven medebrengen, terwijl de overige uitgaafposten hun
normaal karakter behouden, wat alleszins wenschelijk is met
het oog op latere ramingen.
Wij bieden U derhalve hierbij ter vaststelling aan een be-
grootingsstaat, dienst 1914, waarop in hoofdstuk XIII de in
deze bedoelde uitgaven geraamd op het verleende crediet
van 70.000.worden ondergebracht onder volgn0. 223b.
Tegenover dezen uitgaafpost is in hoofdstuk VI der ontvang
sten een post tot gelijk bedrag in de begrooting gebracht
(volgn0. 556). Weliswaar zullen niet al de gedane uitgaven
worden terugontvangen, doch het verschil tusschen" de wer
kelijke uitgaven en ontvangsten zal ten slotte de schadepost
uitmaken, welke de gemeente te dragen zal hebben en deze
zal dan in het saldo der gemeenterekening besloten liggen.
Onder mededeeling, dat deze wijze van verantwoording der
bovenbedoelde uitgaven bij de Gedeputeerde Staten geen be
zwaar zal ontmoeten, geven wij U in overweging tot vaststel
ling van de overgelegde begrootingsregeling te besluiten.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 233. Leiden, 29 October 1914.
Naar aanleiding van het verzoek, vervat in nevensgaand
adres van den heer Ch. F. H. Dumont, hebben wij de eer U
mede te deelen, dat bij de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs, zoo min als bij ons College bezwaar
bestaat den heer Dumont de verlangde toestemming te ver-
leenen, mits hij, zoo noodig, in de gewone schooluren steeds
beschikbaar zal zijn voor de floogere Burgerschool alhier.
Wij geven U mitsdien in overweging aan den heer Ch. F.
H. Dumont toestemming te verleenen tot het geven van
onderwijs aan de opleidingsschool voor Commies bij den
Indischen post-, telegraaf- en telefoondienst in deze gemeente,
onder de hierboven gestelde voorwaarde.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Dumont,
Charles, Franpois, Henri, leeraar aan de Hoogere Burgerschool
voor jongens alhier;
dat hij bij resolutie van den Minister van Koloniën, dd.
8 October 1914 n°. 64, krachtens Koninklijke machtiging, is
benoemd tot leeraar in de Maleische taal en de Land- en
Volkenkunde van Nederlandsch-Indië aan de opleidingsschool
voor Commies bij den Indischen post-, telegraaf- en telefoon
dienst, te Leiden;
dat hij deze betrekking gaarne zou willen aanvaarden,
tegelijk met die van leeraar aan de H. B. S. alhier;
dat het aantal lesuren aan den opleidingscursus voornoemd
geen bezwaar oplevert, om beide betrekkingen te combineeren
dat hij in de eerste plaats zal blijven gemeente-ambtenaar,
en derhalve de belangen der H. B. S. steeds zal stellen vóór
die van de opleidingsschool;
dat de directeur der H. B. S. tegen deze benoeming geen
bedenkingen heeft;
Redenen waarom requestrant zich tot Uw College wendt, met
het eerbiedig verzoek hem toe te staan, de hem aangeboden
betrekking te aanvaarden.
't Welk doende enz.
Leiden, 17 October 1914. Cu. Dumont.
N°. 234. Leiden, 3 November 1914.
Tegen inwilliging van het hierbij overgelegd verzoek van
Mej. A. E. S. Michelsen, om eervol ontslag als leerares in de
plant- en dierkunde en in de aardrijkskunde aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes alhier, bestaat noch bij ons College,
noch bij de Commissie van Toezicht en den Inspecteur van
het Middelbaar Onderwijs bezwaar.
Mitsdien geven wij U in overweging aan Mej. A. E. S.
Michelsen, op haar verzoek, eervol ontslag te verleenen uit
hare betrekking van leerares in de plant- en dierkunde en in
de aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes
alhier en zulks met ingang van 1 Januari 1915.
De te dezer zake ingewonnen adviezen van de Commissie
van Toezicht en van den Inspecteur van het Middelbaar
Onderwijs liggen in de Leeskamer ter inzagé.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende, Leerares in Plant- en Dierkunde en Aard
rijkskunde aan de H. B S. voor Meisjes te Leiden verzoekt
beleefd, haar met ingang van 1 Januari 1915 eervol ontslag
uit hare betrekking te willen verleenen.
Hetwelk doende enz.
A. E. S. Michelsen.
Leiden, 9 October 1914.
N°. 235. Leiden, 3 November 1914.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering in overweging te
geven gunstig te beschikken op bijgaand verzoek van Mej.
C. E. de Vos, om ontslag uit hare betrekking van onder
wijzeres aan de openbare school der 2e klasse voor jongens
en meisjes aan de Heerenstraat alhier, en haar dat ontslag
eervol te verleenen met ingang van 1 Januari 1915.
Het advies, te dezer zake door het Hoofd der school uit
gebracht, is in de Leeskamer ter inzage nedergelegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan de Edelachtbare Heeren Leden van den raad
der Gemeente Leiden.
Edelachtbare Heeren.
Ondergeteekende, Catharina Elisabeth de Vos, onderwijzeres
bij het O. L. O. school 2e klasse, aan de Heerenstraat vraagt
U haar ontslag uit haar betrekking te verleenen, tegen den
door U te bepalen datum.
Hoogachtend
Uw dw. d.
Leiden 27 Oct. 1914. C. E. de Vos.