166
DONDERDAG 29
OCTOBER 1914.
Het lijkt mij toch eenigszins vreemd, dat Burgemeester en
Wethouders in den loop van Januari twee paarden hebben
bijgekocht uit de exploitatierekening, terwijl in den loop van
het jaar eerst is gebleken, dat die exploitatierekening zoo
voordeelig was. Burgemeester en Wethouders schijnen in
Januari al een goeden neus te hebben gehad, dat het zoo zou
gaan. Het lijkt mij echter toe, dat dat gedeelte van het be
toog van den Wethouder zeer zwak is geweest. Men kan toch
niet in Januari zien, dat de exploitatierekening over het ge-
heele eerste halfjaar zoo voordeelig zal zijn.
Intusschen zal ik er verder niets meer van zeggen, de
paarden staan er eenmaal. Maar toch heb ik met dit weinige
mijn gemoed over deze kwestie willen luchten. Ik vond het
toch eene note gaie in dit debat, dat hoewel Burgemeester en
Wethouders zeggen, dat het huren van paarden gevaarlijk is,
er toch een post pro memorie voor uitgetrokken is als
veiligheidsmaatregel.
De heer van der Elst. M. d. V. Er is een nieuwe post
uitgetrokken voor geneeskundige behandeling van paarden
ad ƒ140.—. Is het niet mogelijk, dat die behandeling wordt
opgedragen aan een van de deskundige ambtenaren van het
Slachthuis, waarvoor dien ambtenaar een kleine toelage, bijv.
van ƒ50.gegeven zou kunnen worden, zoodat dan deze
post wat lager had kunnen zijn? Dit komt mij een nog al
hoog bedrag voor, maar de heer van Gruting zal dat zeker
beter kunnen beoordeelen.
De Voorzitter. U vindt dus ƒ140.te duur en zou den
post op ƒ50.willen stellen?
De heer van der Elst. Ja, M. d. V.
De heer van Gruting. M. d. V. Zooals U weet, is de heer
Stuurman daarmede op het oogenblik belast en krijgt daar
voor 10per paard en per jaar, wat dus voor 14 paarden
140.is. Dat is de gewone prijs. Wij leveren gewoonlijk
de medicijnen erbijmaar aangezien hier in de stad de
medicijnen door een apotheker klaargemaakt worden, is dat
voor den heer Stuurman goed betaald. Het kan echter ook
weinig zijn, want als er kolieken komen, etc., moet hij eruit.
De Voorzitter. Het is ƒ100.plus 40.— geneesmiddelen.
De heer van Gruting. Dat kan niet, want hij heeft geen
apotheek.
De Voorzitter. De geneesmiddelen worden door de gemeente
apotheek geleverd.
De heer van Gruting. Dan is het in orde.
De heer Fischer. M. d. V. De heer Botermans heeft gevraagd,
of de vuilnisemmers nog geregeld afzet vinden. Betrekkelijk;
het gaat niet zoo gunstig, als wij het ons in het begin voor
gesteld hadden, hetgeen hem vooral hierin zit, dat de lief
hebberij van het publiek, om die emmers te koopen, niet
overdreven groot is.
De heer Sijtsma. Zij zijn te zwaar.
De heer Fischer. Zij zijn uitstekend. Indertijd is overwogen,
of het aanschaffen niet verplichtend kon gesteld worden,
maar wij zijn daarvan teruggekomen en hebben gedacht,
dat de burgerij eenigszins zou meewerken. Dat is nu niet
zoo gegaan als wij het wel hadden voorgesteld. Wel werden
geregeld door emmers verkocht, maar twee maanden geleden,
toen alle menschen opeens zeer zuinig werden, is het aantal
verkochte emmers gedaald, terwijl het in de laatste weken
weer geregeld gaat, zoodat de emmers langzamerhand opge
ruimd worden.
De heer Fokker. Laten wij eens adverteeren!
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgn. 141 wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgn. 142 hebben wij posten, die be-
booren tot de begrooting van de electrische centrale en die
komen terug bij de Ontvangsten. Daar zal de begrooting
behandeld worden.
Volgn. 142, alsmede volgn. 143, worden daarop zonder
beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De Voorzitter. Bij volgn. 144 komt aan de orde de be
grooting van de Gemeentelijke Bank van Leening.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Volgn. 144, volgn. 145 (verminderd met 90.- volgn.
146, volgn. 147 (verminderd met 115.en de volgnrs.
148 en 149 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgn. 150, luidende: y>Kosten van het
instandhouden van schoollokalen en onderwijzerswoningen
f 45634—."
De Voorzitter. Dit volgn. kan met 400.verminderd
worden.
De heer Fokker. M. d. V. In de sectie is de vraag gedaan,
of wij ons niet tot de Regeering zouden kunnen wenden, om
te verkrijgen, dat de extra uitgaven, die in deze benarde
tijden de gemeente dubbel zwaar vallen, van de gemeente
worden afgewenteld. Burgemeester en Wethouders deelen
mede, dat verleden jaar de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten haar aandacht aan de zaak heeft gewijd en dat
ten gevolge van haar bemoeiingen verschillende wijzigingen
zijn aangebracht. Ik lees verder: »Ten opzichte der in de
begrooting voorgestelde veranderingen wenscht echter de
Regeering geen verdere concessies te doen." Is dit nu allemaal
het gevolg van de bemoeiingen, die verleden jaar bij de
Regeering zijn aangewend? Ik kan mij begrijpen, dat men
zich in gewone omstandigheden op het standpunt stelt: De
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten heeft een des
betreffend verzoek tot de Regeering gericht, maar die wil
niet verder gaan en wilde geen verdere concessies doen, dus
wij gaan niet verder op de zaak in. In deze bizondere tijds
omstandigheden zou ik er echter op willen aandringen, dat de
gemeente, indien de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
dat niet wil doen, zich rechtstreeks tot de Regeering zal
wenden met het verzoek, de uitvoering van het Koninklijk
Besluit, dat zulker zware lasten op de gemeente legt, voor-
loopig op te schorten, omdat die uitgaven in deze tijden door
het Rijk niet waren te voorzien en omdat zij de gemeente
zoo oneindig zwaar vallen. Uit het antwoord van Burgemeester
en Wethouders blijkt niet, dat het verzoek opnieuw is gedaan,
toen de oorlogstoestand was ingetreden. Daarin zou ik een
motief willen vinden om te trachten, van een gedeelte van
die uitgaven af te komen.
De Voorzitter. Dus U zoudt een adres tot de Regeering
willen zien gericht met verzoek, om de eischen, gesteld in
dat Koninklijk Besluit, te verlichten? U stelt het nu toch
wel een beetje te huishoudelijk voor. Het Koninklijk Besluit
is gewijzigd op verzoek van de Vereeniging van Nederland
sche Gemeenten, maar de Regeering heeft daarbij uitdruk
kelijk verklaard niet verder te willen gaan. Aan den District-
Schoolopziener is dispensatie-recht gegeven. Wij hebben met
deze zaak expres wat lang gewacht om te zienof wij er
wat af konden krijgen. Wij kunnen echter niet gaan vragen
aan de Regeering, of zij het Koninklijk Besluit voor Leiden wat
lichter wil maken. Stel, dat wij extra dispensatie kregen, wat
zouden de andere gemeenten dan wel zeggen? Een dergelijke
zaak wordt maar niet met een simpel adres in orde gebracht.
Daar zit toch heusch meer aan vast.
De beraadslaging wordt gesloten.
Volgn. 159, (verminderd met 400.—), wordt alsnu zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
Volgn. 151volgn. 152 (verminderd met 130.—), volgn.
153 (verminderd met 200.—) en volgn. 154 worden achter
eenvolgens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
De Voorzitter. Bij volgn. 155 komt aan de orde de be
grooting van de Plaatselijke Schoolcommissie.
Deze begrooting wordt zonder beraadslaging of hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
De volgnrs. '155 tot en met 157 worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
Beraadslaging over volgn. 158, luidendenKosten van de
schoolbibliotheken"600.
De heer Bosch. M. d. V. Het komt mij voor, dat wij in
de omstandighedenwaarin wij nu verkeerende uitbreiding
van de schoolbibliotheken wel eens een jaartje kunnen stop
zetten. Wanneer er een som noodig is ingevolge de wet, dan
zou ik die zoo klein mogelijk willen maken. Ik stel dan ook
voor, om dezen post uit te trekken op 100.
De Voorzitter. Dus om die met 500 te verminderen?