132
DONDERDAG 1
OCTOBER 1914.
bij Koninklijk besluit van 17 Februari 1897, ten deze domicilie
kiezende ten huize van laatstgenoemde aan de Zijlsingel n°. 3;
dat zij met belangstelling kennis genomen hebben, dat door
Burgemeester en Wethouders den Raad eene lijst is aange
boden, aangevende de bezuinigingen, die in verband met de
tijdsomstandigheden, in de voorgestelde begrooting kunnen
worden gebracht;
dat zij volkomen kunnen medegaan met het aanbrengen
van die bezuinigingen, die van geen invloed zijn tot ver
lichting der werkloosheid;
dat zij echter bezuiniging zien voorgesteld door werkzaam
heden niet te laten uitvoeren, die meerendeels door particu
liere firma's voor rekening der gemeente worden uitgevoerd;
dat zij vermeenen, door deze werkzaamheden niet te doen
uitvoeren minder arbeiders door deze firma's aan het werk
kunnen worden gehouden en zeker geene arbeiders aan het
werk kunnen worden gezet, waardoor de werkloosheid onder
die arbeiders, hier ter stede, in plaats van te verminderen,
eerder zal toenemen;
dat zij vermeenen dit van beduidenden invloed zal zijn èn
op het laten uitvoeren van werk door particulieren, als gevolg
van het voorbeeld door de gemeente gegeven, èn deze kleine
bezuinigingen waarschijnlijk eene maatstaf voor Uw Geacht
College zouden zijn, om ook grootere werken, uit zuinigheids
oogpunt, niet te doen uitvoeren;
Redenen, waarom zij Uw Geacht College dringend verzoe
ken geene bezuinigingen aan te nemen, daar, waar door het
laten uitvoeren van werkzaamheden, voor rekening der ge
meente, door particuliere werkgevers, de werkloosheid onder
de arbeiders kan verminderd worden
't Welk doende
Namens bovengenoemde vereeniging
P. Heemskerk, voorzitter.
P. van Remundt, 2e secretaris.
Zal worden behandeld bij de begrooting.
7°. Verzoek van N. Kret, om een gedeelte van de Buiten
laan kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente te
mogen overdragen.
8°. Verzoek van G. H. Sijthoff om vergunning tot demping
van een gedeelte sloot, gelegen vóór perc. Witte Singel,
Sectie M no. 1938.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders.
9°. Begrooting, dienst 1915, van het H, G. of Arme Wees-
en Kinderhuis.
10o. Supplet. begrooting, dienst 1914, en begrooting, dienst
1915, van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en
Vrouwenhuis.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
11°. Adres van B. L. Grupstra in zake zijn aanslag in de
plaatsel. dir. belasting, dienst 1914.
Dit stuk luidt als volgt:
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Bruin Lintzen
Grupstra wonende Schelpekade 45 te Leiden
Dat hij voor het dienstjaar 1914 in de Plaatselijke Directe
Belasting der Gemeente Leiden Art 886 vh Kohier Wijk lil
met afwijking van zijn aangifte te hoog is aangeslagen temeer
daar hij de bewijzen kan overleggen dat zijn inkomen minder
dan 2000.bedraagt, voor welk bedrag hij ook het vorige
jaar is aangeslagen na gedane reclame
Dat hij rekening houdend met de benarde tijdsomstandig
heden en daaruit voortvloeiende drukte der Raadsleden, alsook
met de omstandigheden dat de Gemeentefinantiën buitenge
wone uitgaven te wachten staan
WTenscht hij voor het jaar 1914 van zijn recht tot recla
meeren bij de Raad der Gemeente Leiden over zijn te hooge
aanslag geen gebruik te maken
Houdt zich evenwel het recht voor om wanneer de aanslag
over 1915 weder te hoog mocht zijn alsdan voor dat jaar 1915
wel te reclameeren. Dit in verband met de meest-voorkomende
vraag waarom het vorige jaar bij een zelfde aanslag niet ge
reclameerd is.
Met de meeste Hoogachting
Leiden 2 Sept. 1914. B. L. Grupstra.
De Weledel Achtbare Heeren Raad der Gemeente Leiden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
12°. Verzoek van Dr. H. J. Zwiers om ontheffing van de
functie van bestuurslid der Vereeniging «Kennis is Macht".
Dit stuk luidt als volgt:
Leiden, 27 September 1914.
In de Raadszitting van 2 September 1913 benoemde Uwe
vergadering mij tot bestuurslid van de gesubsidieerde ver
eniging «Kennis is Macht". Daar het verder waarnemen ervan
mij echter bezwaarlik is gebleken, verzoek ik de Raad bij
deze, mij van genoemde functie te willen ontheffen.
Hoogachtend
H. J. Zwiers.
Aan de Raad.
De Voorzitter. Kunnen de heeren goedvinden om dadelijk
op het verzoek van den heer Zwiers te beslissen? Dan zou ik
namens Burgemeester en Wethouders willen voorstellen, om
aan dit verzoek te voldoen, onder dankbetuiging aan den heer
Zwiers voor de vele diensten, door hem in dit opzicht aan de
gemeente bewezen.
Nadat zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot
dadelijke behandeling is besloten, wordt eveneens zonder be
raadslaging of hoofdelijke stemming overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
13°. Verzoek van de aid. Leiden van den Nederl. Aannemers-
bond, in zake het uitvoeren van uitgestelde en in de toekomst
noodige werken.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan de Raad der gemeente Leiden.
De afdeeling Leiden van den Nederlandsehen Aannemersbond
verzoekt de Raad der gemeente Leiden, mede ter voorkoming
van de werkeloosheid, wel te willen bevorderen, dat uitge
steld werk, b.v. het paviljoen bij Endegeest, alsnog ten spoe
digste wordt aanbesteed;
en werken, welke in de naaste toekomst moeten worden
uitgevoerd, b.v. verbetering van den Hoogen Rijndijk Volks
park Schoolbouw enz., met zoodanigen spoed te doen voor
bereiden, dat ook die aanbestedingen eerstdaags kunnen plaats
hebben.
't welk doende
H. J. Planjer. Voorzitter.
J. Splinter Gzn. Secretaris.^
Leiden 1 October 1914.
De Voorzitter. Deze zaak is nog kort geleden in den Raad
ter sprake gebracht, en de Wethouder van Fabricage heeft
toen geantwoord, dat het het voornemen van Burgemeester
en Wethouders is, om zooveel mogelijk werken te doen uit
voeren, teneinde werkloosheid te voorkomen, maar men moet
ook het oog houden op de gemeentelijke financiën. Gelijk ik
toen reeds gezegd heb, men weet nog niet, wat er gebeuren
kan, en om nu ineens alles te gaan beginnen, daarvoor is
het nu niet het geschikte oogenblik. Wanneer wij echter iets
kunnen doen om werkloosheid te voorkomen of te verminderen,
zullen wij dat zeker doen. In het algemeen kunnen wij zeggen,
dat wij zullen handelen gelijk in het adres wordt verzocht,
maar wij kunnen geen absolute belofte doen in eenige richting,
nu alles, ook hier te lande, nog zoo op losse schroeven staat.
Ik stel dus voor dit verzoekschrift aan te nemen voor ken
nisgeving.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe besloten.
14°. Verzoek van H. Reekers om een offerte te mogen
maken voor het slaan van een pijp wel op het terrein van
het Openbaar Slachthuis.
Wordt als ongezegeld ter zijde gelegd.
De Voorzitter deelt voorts nog mede:
'1°. dat op 18 September j.l. heeft plaats gehad de opneming
der boeken en kas van den Gemeente-Ontvanger, waarvan
proces-verbaal is opgemaakt, dat in de Leeskamer ter inzage
is nedergelegd en aan Gedeputeerde Staten medegedeeld;
2°. dat de navolgende pensioenen zijn verleend:
a. aan W. Doove, wed. P. v. d. Voort, in leven gepens.
werkman aan de Sted. Gasfabriek, met ingang van 20 Sept.
1914, een weduwenpensioen van f 208.
b. aan J. Bonte, eervol ontslagen terreinwerker aan de
Sted. Gasfabriek, met ingang van 1 Januari 1914, een sup
pletiepensioen van f 140.—
c. aan A. Zwarts, eervol ontslagen terreinwerker aan de
Sted. Gasfabriek, met ingang van 1 Juni 1914, een suppletie
pensioen van f 156.