GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
121
INGEKOHE9 STUKKEN.
N°. 203. Leiden, 14 September 1914.
Tegen de in hare handen gestelde begrooting, dienst 1915,
van den Armenraad, heeft de Commissie van Financiën geene
bedenkingen.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die begrooting
te besluiten.
De heer A. L. Reimeringer, lid van den Armenraad, heeft
aan het onderzoek geen deel genomen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 204. Leiden, 15 September 1914.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij tegen de in hare handen gestelde begrooting, dienst 1914,
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, geene beden
kingen heeft.
Zij adviseert U derhalve tot goedkeuring van die begrooting
te besluiten.
De heer A. L. Reimeringer, lid van bovengenoemde Kamer,
heeft aan het onderzoek geen deel genomen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.
N°. 205. Leiden, 15 September 1914.
Onder verwijzing naar het voorstel van de Commissie van
Toezicht op het Middelbaar Onderwijs en het advies van
den Inspecteur, beide in de Leeskamer ter inzage neder-
gelegd, geven wij U in overweging om den heer J. M. N.
Kapteijn, leeraar in de Hoogduitsche taal aan het Gymnasium
alhier, die laatstelijk bij raadsbesluit van 2 September 1913
voor één jaar werd benoemd tot leeraar in het Duitsch aan
de Hoogere Burgerschool voor Jongens, weder voor den tijd
van één jaar, alzoo tot 1 September 1915, in die betrekking
te bestendigen.
Tevens stellen wij U voor, om de bezoldiging van dezen
tijdelijken leeraar, aan wien 4 lesuren per week zijn opge
dragen, vast te stellen op f 400.— 'sjaars.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 206. Leiden, 17 September 1914.
In haar in de Leeskamer liggend schrijven van 28 Augustusj.l.
deelen Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Eleetriciteit ons mede, dat door hen in verband met de
mobilisatie is goedgekeurd, dat door de Directie dier fabrieken
de normale werktijd voor de werklieden van 10 tot 13 uur per
dag is verlengd, voorzooverre die noodig is. Zij voegen daaraan
echter toe, dat van deze regeling uitsluitend gebruik wordt
gemaakt ten opzichte van werklieden, die niet kunnen wor
den vervangen, aangezien, wanneer dit wel het geval is. door
de Directie getracht wordt in den dienst te voorzien door
aanneming van losse werklieden.
Nu deze regeling, naar Commissarissen schrijven, bestemd
is om voor langer dan een maand te werken en daartegen
bij ons College geen bezwaar bestaat, is zij door ons bestendigd,
van welke bestendiging U hierbij ingevolge het voorschrift
van het laatste lid van artikel 8 van het Werkliedenreglement
mededeeling wordt gedaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 207. Leiden, 22 September 1914.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoek van den heer
B. M. Noach, hebben wij de eer U mede te deelen, dat noch
bij de Commissie van Toezicht op Middelbaar Onderwijs noch
bij ons College bezwaar bestaat den heer Noach de verlangde
toestemming te verleenen, mits hij, zoo noodig, op de gewone
schooluren steeds beschikbaar is voor de Hoogere Burger
school alhier.
Mitsdien geven wij U in overweging aan den heer B. M.
Noach toestemming te verleenen tot het geven van onder
wijs aan de bijzondere Hoogere Burgerschool met 5-jarigen
cursus te Voorschoten, onder de hierboven gestelde voorwaarde.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 14 September 1914.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Edelachtbare Heeren,
Ondergeteekende, leeraar aan de H. B. S. met 5-j. c. te
Leiden, neemt de vrijheid, U bij dezen beleefd te verzoeken,
hem te willen veroorloven, buiten de lesuren, hem aan de
H. B. S. te Leiden opgedragen, les te geven aan de Bijzondere
H.B. S. met 5-j. c. te Voorschoten.
Hetwelk doende, enz.
B. M. Noach.
N°. 208. Leiden, 22 September 1914.
Den 140n October a. s. eindigt de huur van het winkelhuis
aan de Breestraat n°. 94, laatstelijk krachtens raadsbesluit
van 22 Augustus 1912 voor den tijd van twee jaren verhuurd
aan de dames Th. Bayer en M. Goddijn voor de som van
675 per jaar.
Overeenkomstig het advies der Commissie van Fabricage
en den werisch van de huursters geven wij U in overweging
het winkelhuis aan de Breestraat n°. 94 voor den tijd van
één jaar, ingaande 15 October 1914, wederom te verhuren
aan de dames Th. Bayer en M. Goddijn, voor de som van
f 675 per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden,
doch in dien zin gewijzigd, dat ook ten opzichte van dit
perceel de huur wordt geacht telkens voor één jaar te zijn
verlengdindien zij niet vier maanden vóór het eindigen
van het huurjaar door de huursters schriftelijk is opgezegd.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 209. Leiden, 22 September 1914.
Naar de Commissie voor het Openbaar Slachthuis óns mede
deelt, is er tengevolge van het steeds toenemend gebruik
van het koelhuis, alsmede in verband met den grooten omzet
van ijs in den afgeloopen zomer, een belangrijk tekort aan
koelwater ontstaan. Het gevolg hiervan is geweest, dat in
ruime mate gebruik moest worden gemaakt van singelwater,
hetgeen echter met het oog op zijn hooge temperatuur in de
zomermaanden voor het beoogde doel minder geschikt is. En
aangezien nu de op het slachthuisterrein aanwezige bron slechts
een capaciteit heeft van 20 M8 per uur, terwijl ongeveer 40 M3
koelwater per uur noodig is, verdient het naar het oordeel
der Commissie aanbeveling, tot het slaan van een nieuwe
pijpwel met een capaciteit van 50 M3 koelwater per uur over
te gaan. De daarmede gepaard gaande kosten, die over 4
jaren zouden kunnen worden verdeeld, worden door haar ge
raamd op f 1000,tegen welke uitgave het minder steenkolen-
verbruik ruimschoots opweegt.
Ons College kan zich met het voorstel der Commissie zeer
goed vereenigen. Slechts komt het ons voor. dat de kosten
niet over 4 jaar moeten worden verdeeld, doch definitief uit
geldleeriing kunnen worden gevonden, aangezien hier sprake
is van een werk, dat voor een reeks van jaren wordt gemaakt.
Wij geven U derhalve in overweging door vaststelling van
nevensgaanden suppletoiren begrootingsstaat een bedrag van
f 1000,— te onzer beschikking te stellen voor het slaan van
bovenbedoelde pijpwel op het terrein van het Openbaar
Slachthuis.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 210. Leiden, 23 September 1914.
Ons praeadvies over nevensgaand verzoek van de heeren A. D.
Vijgh e. a., om meer dan tot dusverre geschiedt, tot geregelde
spuiing der stadsgrachten over te gaan, kan kort zijn, aange
zien het vraagstuk der waterverversching hier ter stede reeds
herhaaldelijk een punt van bespreking heeft uitgemaakt en
het standpunt van ons College U bekend is.
Nog steeds zijn wij van oordeel, dat alleen dan een aan
vrage om te spuien van gemeentewege tot het Hoogheem
raadschap Rijnland moet worden gericht, indien de toestand
van het water der stadsgrachten dit dringend noodzakelijk