DONDERDAG 27 AUGUSTUS 1914. 115 de afd. Leiden van den Bond van Nederl. Gemeente werklieden, de afd. Leiden van den Ned. Schildersgezellenbond, de afd. Leiden van den Alg. Ned. Bond van arbeiders(sters) in het Bakkers-, Chocolade- en Suikerbewerkingsbedrijf, de afd. Leiden van den Bond van Christen-Socialisten, de Leidsche Slagersgezellenvereeniging »Nut en Vriendschap", afd. van den Ned. Slagersgezellenbond, de afd. Leiden van den Alg. Ned. Metaalbewerkersbond, de Meubelmakersvereeniging «Welvaart zij ons Doel", de afd. Leiden van den Ned. Sigaren- en Tabaksbewerkersbond, de afd. Leiden van den Centralen Bond van Bouwvak arbeiders in Nederland, de Vereeniging van bezoldigde agenten van politie «Door Eendracht Saamgebracht". Zullen worden behandeld bij de desbetreffende adressen. 4°. Adhaesiebetuigingen van de Ned. Vereeniging tot af schaffing van alcoholhoudende dranken te Leiden en de Leidsche Koetsiersvereeniging «Verbetering zij ons Streven", aan het adres van het Comité uit den Leidschen Bestuur- dersbond en de afd. Leiden der S. D. A. P. Worden aangenomen voor kennisgeving. 5°. Verzoek van den Voorzitter en den Secretaris der R. K. Vakkern, waarbij zijn aangesloten 14 R.K. Vakvereenigingen en de afd. Leiden van den Ned. R.K. Volksbond en de St. Josephsgezellenvereeniging om aan de niet bij het Werk- loozenfonds aangesloten vakvereenigingen, tijdelijk een subsidie per werkloos lid uit te keeren. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 24 Augustus 1914. Aan den Raad der Gemeente Leiden Edelachtbare Heeren Geven met verschuldigden eerbied te kennen Petrus Heems kerk en Petrus v. d. Staak, respectievelijk voorzitter en secre taris der R. K. Vakkern, waarbij zijn aangesloten een 14-tal li, K. Vakvereenigingen, benevens de afdeeling Leiden van den Ned. R.K. Volksbond en de St. Josephgezellen vereeniging, allen hier ter stede, ten deze domicilie kiezende ten huize van laatstgenoemde aan de Aloëlaan no. 10; Dat verschillende dezer genoemde vakvereenigingen in lan delijke vakbonden zijn georganiseerd en alzoo hunne werk- loozenuitkeering niet bepaald overeenstemt met de voorwaar den, waarbij toetreding tot het gemeentelijk werkloosheidsfonds mogelijk is; Dat eenige dezer vakvereenigingen reeds pogingen hebben aangewend bij het gemeentelijk werkloosheidsfonds zich aan te sluiten, doch alsnog niet hebben kunnen toetreden, door de zeer hooge eischen, welke aan eene toetreding zijn verbonden Dat door den huidigen oorlogstoestand deze vakvereenigingen, ten opzichte van de zorg der werklooze leden, zich zien ge plaatst in eene toestand waardoor de uitkeeringen aan de werklooze leden spoedig moeten ophouden; Dat zij van meening zijn in dezen, nimmer voorzienen toe stand, buitengewone maatregelen moeten worden genomen om de werklooze arbeiders in deze gemeente, die reeds door eigen initiatief gepoogd hebben in het gewone vraagstuk der werkloosheid te voorzien, van gemeentewege tegemoet te komen; Redenen, waarom zij uw Geacht College in overweging geven, die vakvereenigingen, welke tot dusverre niet bij het gemeentelijke werkloosheidsfonds zijn aangesloten, doch niette min toch hunne leden verzekeren tegen de nadeelige gevolgen van werkloosheid, in deze buitengewone omstandigheden, en dus slechts tijdelijk, eene subsidie per werkloos lid te ver- leenen, opdat deze vereenigingen zoodoende deze uitkeeringen kunnen volhouden. 't Welk doende, P. Heemskerk, Voorzitter. P. v. d. Staak, Secretaris. Zal worden behandeld tegelijk met het desbetreffend adres. 6°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1914. 7°. Verzoeken van verschillende personen om restitutie of afschrijving van plaatselijke directe belasting. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. 8°. Rekening, dienst 1913, van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. Wordt gesteld in handen van de Commissie van Financiën. 9°. Adhaesiebetuiging van de Smeden- en Koperslagers- vereeniging «Nut door Vriendschap" aan het adres van de afd. S. D. A. P. inzake de werkloozenverzekering. Zal worden behandeld tegelijk met het desbetreffend adres. 10°. Nader adres van het Comité uit den Leidschen Bestuur- dersbond en de afd. Leiden der S. D. A. P., inzake de werk loozenverzekering en de schoolkindervoeding. Dit stuk luidt als volgt: Leiden, 27 Augustus 1914. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edelachtbare Heeren! Ondergeteekenden, Jac. Baart en P. J. Bomli, respectievelijk voorzitter en secretaris van een comité uit den Leidschen Bestuurdersbond en de afdeeling Leiden der S. D. ,A. P., domicilie kiezende Decimastraat 28a, geven met verschul digden eerbied te kennen, dat zij met leedwezen hebben kennis genomen van het afwijzend praeadvies op de Uw College toegezonden adressen inzake subsidie aan werkloozenkassen der vakvereenigingen en voor schoolkindervoeding; dat zij de vrijheid nemen, eenige kantteekeningen te maken bij het advies van het Bestuur van het Werkloozenfonds, waarop het afwijzend praeadvies is gebaseerd, in bet volste vertrouwen, op de aandacht van Uw Raad te kunnen staat- maken dat het in de eerste plaats onbetwistbaar moet worden geacht, dat, waar alreeds door het Instituut werkloozenfonds aan een zeker deel der ingezetenen gelden uit de Gemeentekas worden verstrekt, aan het argument van het fondsbestuur, als zou dit een onverdedigbare bevoorrechting zijn, alle waarde moet worden ontzegd; dat hunsinziens een zoodanige bevoorrechting van een be paalde groep der ingezetenen, reeds voor jaren door de Gemeente is in het leven geroepen, en het bestaan van het fondsbestuur juist daarvan net levend bewijs is; dat dus het hoofdargument van het fondsbestuur niet ingaat tegen wat in het adres wordt verzocht, waar de inwilliging slechts moet worden geacht een kwestie van meer of minder steun aan de zorg van de vakvereenigingen voor de georga niseerde werkloozen dat de vraag, welke hunsinziens hier behoort te worden beantwoord, geen andere kan zijn dan deze: hoe kan de Gemeente medewerken om het instituut werk- loozenzorg, hetwelk de laatste jaren reeds, zij het op bescheiden wijze, zijn zegenrijken arbeid heeft kunnen ontplooien, nu in deze buitengewone tijden voor totale inzinking te behoeden, en te zorgen, dat de vakarbeiders het vertrouwen, hetwelk zij in de werkloozenzorg zijn gaanstellen, niet totaal verliezen? dat, moge het al juridisch juist zijn, zooals het fondsbestuur zegt, i>als de kas leeg is, de verplichtingen van de vakvereeni gingen ophouden"hunsinziens op de vakvereenigingen de moreele plicht blijft rusten, al het mogelijke te doen, om den leden uitkeering te waarborgen; dat in hoofdzaak de kwestie dus als volgt behoort te worden gesteldzal de Gemeente aan de vakvereenigingen, die gedaan hebben, wat van hen kon worden verwacht, hulp verleenen, waar de krachten der organisaties niet in overeenstemming zijn met den nood, welke moet worden gelenigd; dat de eenige raad, welken het fondsbestuur aan de vak vereenigingen geeft, en eenig effect kan waarborgen, n.l. te trachten door vrijwillige bijdrage de kas te versterken, lijn recht ingaat tegen het stelsel der verzekering, en hetzelfde beoogt, als wat het steuncomité doet, temeer daar dit niets anders tot resultaat kan hebben, dan geld aan het steuncomité onttrekken voor de werkloozenkassen; dat zij meenen hiermede te hebben aangetoond, dat met de inwilliging van het verzoek absoluut geen principe is gemoeid, en het alleen de vraag is: kan de Gemeente op de basis van verzekering tegen de gevolgen van werkloosheid een klein gedeelte van de taak van het Steuncomité overnemen, waar mede dit groote doel wordt bereikt, dat de werkloozenkassen der vakvereenigingen intact blijven en het vertrouwen der vakarbeiders in de werkloozenverzekering blijft bewaard, en daaraan niet zeer groote schade wordt toegebracht; dat zij echter aan hun taak, Uw College tot hun zienswijze over te halen, zouden tekort doen, als zij niet wezen op een omstandigheid, welke het gansche advies van het fondsbestuur te niet doet, n.l. het feit, dat de statuten van eenige vakver eenigingen bepalen, dat alleen in de wintermaanden uitkee ring mag worden verstrekt; dat deze vakvereenigingen, als afdeelingen van landelijke vakbonden, aan deze statuaire bepalingen ten sterkste zijn gebonden, omdat hun werkloozenzorg uitsluitend op seizoen werkloosheid is aangewezen; dat, gesteld, deze vakvereenigingen in staat zouden zijn,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 3