114
DONDERDAG 27
AUGUSTUS 1914.
zichzelf en van zijne mede-ingezetenen naar die publicatie
dient te gedragen.
Ook met nadruk wijs ik de plaatselijke pers op haar groote
verantwoordelijkheid in deze. Wat deze publicatie inhoudt,
mag zij wel terdege ter harte nemen.
Met de uitbetaling van de vergoeding aan gezinnen van
opgekomen miliciens en landweermannen is reeds verleden
week een aanvang gemaakt, zoodat de druk van die gezin
nen verlicht is.
Ook dit gaf, evenals de toepassing der onteigeningswet,
veel arbeid te verrichten, waarbij het Gemeentebestuur en
de bureaux ten zeerste gesteund werden door vrijwillige
helpers, die belangeloos hunne krachten ter beschikking van de
gemeente hadden gesteld
Wat in de laatste weken nog meer geschied mag zijn, dan
ik in deze weinige punten aangaf, moge U gebleken zijn uit
de verschillende berichten in de plaatselijke bladen en uit
de aankondigingen die op allerlei plaatsen werden aangeplakt.
Een onzer eeiste bemoeienissen, waaraan wij reeds veel
zorgen hebben gewijd, zal thans zijn gebouwen en lokalen
te vinden, waarin de verschillende openbare onderwijsinrich
tingen hier ter stede kunnen worden onder dak gebracht.
Binnen korten tijd hopen wij, dat het gemeentelijk onder
wijs weer zoo goed mogelijk zal kunnen functionneeren.
De reeds genomen en nog te nemen maatregelen zullen
geld, veel geld, al is het dan veelal slechts bij wijze van
voorschot, vereischen.
De vergoedingen aan de militaire gezinnen vorderen dui
zenden; ook de voorzieningen ten behoeve van het openbaar
onderwijs brengen kosten met zich.
In verband hiermede en in 't algemeen met het oog op
de tegenwoordige omstandigheden kan het voor Burgemeester
en Wethouders zeer gewenscht zijn voor verschillende doel
einden dadelijk over de noodige gelden te kunnen beschikken.
Namens Burgemeester en Wethouders stel ik U mits
dien voor aar. Burgemeester en Wethouders een crediet
te verleenen.
Ik verzoek den Raad dit voorstel als spoedeischend te
willen behandelen.
Stemt de Raad hierin toe, dan stel ik namens Burge
meester en Wethouders voor een crediet te verleenen
vari f 70.000.
De noodige begrootingsregelingen zullen U te zijner
tijd ter vaststelling worden aangeboden.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt
tot dadelijke behandeling besloten.
Eveneens zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
wordt het voorstel aangenomen.
Het behoeft geen betoog, dat het Gemeentebestuur zoo
zuinig mogelijk met het toegestane crediet zal trachten rond
te komen en ook verder zal het Gemeentebestuur de grootste
zuinigheid moeten betrachten.
Wij hopen en verwachten, dat ook door U, Mijne Heeren,
diezelfde zuinigheid in acht zal genomen worden, want met
zekerheid kan voorspeld worden, dat in het gunstigste geval
het volgend jaar het vermenigvuldigingscijfer van de plaat
selijke belasting niet onaanzienlijk zal stijgen.
Wanneer we echter bedenken, hoezeer wij hier in Neder
land thans bevoorrecht zijn boven de inwoners van de omrin
gende landen, dan bestaat er groote reden tot dankbaarheid
en zijn we verplicht ons, met dat gevoel van dankbaarheid,
talrijke opofferingen te getroosten.
Moge de ramp des oorlogs ons bespaard blijven en laten
wij, mijne heeren, eendrachtig samenwerken om de gevolgen
van den huidigen toestand zooveel mogelijk voor onze inge
zetenen te verlichten. Dat zij zoo.
Teekenen van instemming.)
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 30 Juli 1914, worden goedgekeurd.
De Voorzitter. In verband met de behandeling van de
agenda, zou ik willen voorstellen de punten 17 en 18 daar
van voorloopig aan te houden. De redenen daarvoor zijn ont
vouwd in het Ingekomen Stuk n°. 198 dat de heeren voor
zich hebben gevonden en staan in verband met een schrijven
door den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel tot
ons gericht, dat wij om advies in handen hebben gesteld van
het Bestuur van het Gemeentelijk Werkloozenfonds. Zoo het
eenigszins kan, hopen wij in de eerstvolgende raadsvergadering
met een nader voorstel te komen.
Kan de Raad besluiten deze beide punten dus voorloopig
aan te houden?
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig
besloten.
De Voorzitter deelt thans mede, dat zijn ingekomen:
1°. Mededeeling van Gedep. Staten dat het raadsbesluit tot
uitbreiding van den omvang van het onderwijs aan de scholen
der 3e en 4e klasse met vak s (gymnastiek) voor kennisgeving
is aangenomen.
2°. Mededeelin? van H. P. Hoestra dat hij de benoeming
tot onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 4 aanneemt.
3°. Beschikkingen van Gedep. Staten op bezwaarschriften
tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst
1913 en 1914.
4°. Mededeeling van A. I. J. Brandenburg dat hij de be
noeming tot onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 2
aanneemt.
5°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten tot wijziging der begrooting, dienst
1914, ten behoeve van de kosten van den Armenraad en de
kosten van verbouwing der school 3e kl. No. 4 en die voor den
bouw van eene nieuwe school der 3e klasse.
6°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot overname van een strook grond aan
den Morschweg, Sectie L No. 943.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
7°. Mededeeling van A. A. Dikshoorn van het overlijden
van zijn vader, den heer P. Dikshoorn, in leven oud-hoofd
der school 4e kl. No. 2.
Dit stuk luidt als volgt:
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
EdelAchtbare Heeren,
Namens mijne Moeder vervul ik hiermede den treurigen
plicht U kennis te geven van het overlijden van mijnen
Vader, Pieter Dikshoorn.
Mag ik tevens, ook namens haar, U dankzeggen voor den
steun en de waardeering door hem van Uwe zijde tijdens
zijn leven ondervonden.
Met verschuldigde hoogachting
Uw Ed. dw. dien.
A. A. Dikshoorn.
Leiden 19 Augs. 1914,
Jan v. Goyenkade 7.
Is beantwoord met een brief van rouwbeklag.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Adhaesiebetuiging van de afd. Leiden van den Alg. Ned.
Ambtenaarsbond aan het verzoek van de afd. Leiden van den
Bond van Ned. Gemeentewerklieden in zake de herziening
van het Werkliedenreglement.
Zal worden gevoegd bij het verzoek en daarmede tegelijk
worden behandeld.
2°. Adhaesiebetuiging van de afd. Leiden van den Alg.
Nederl. Ambtenaarsbond aan het adres van het Comité uit
den Leidschen Bestuurdersbond en de afd. Leiden van de
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij in zake de schoolkin
dervoeding.
Zal worden behandeld bij punt 19 der agenda.
3°. Adhaesiebetuigingen aan de adressen van het Comité
uit den Leidschen Bestuurdersbond en de afd. Leiden van de
Sociaal-Democratische Arbeiderspartij in zake de werkloozen-
verzekering en de schoolkindervoeding van:
de Timrnerliederivereeniging »Vooruit", afd. Leiden van den
Alg. Ned. Timmerliedenbond,
de afd. Leiden van den Alg. Ned. Typografenbond,
de afd. Leiden van den Ned. Lito-Foto- en Chemigrafenbond,
de Vrijzinnige Kiesvereeniging,
de Timmerlieden- en Modelmakersvereeniging,
de afd. Leiden van den Ned. Bond van arbeiders in het
Handels- en Transportbedrijf,
de afd. Leiden van den Alg. Ned. Bond van Handels- en
Kantoorbedienden,
de afd. Leiden der Vereeniging van het Spoor- en Tram
wegpersoneel,
de afd. Leiden van den Ned. Bond van mannelijke en
vrouwelijke arbeiders in de kleedingindustrie en aanverwante
vakken,