10G
DONDERDAG 30 JULI 1914.
Wij zullen dus door aanneming van het voorstel een beter
geordende toestand verkrijgen, waardoor de sedert geruimen
tijd bestaande moeilijkbeden uit den weg worden geruimd.
De heer Reimeringer. Wanneer ik bet goed begrijp, wordt
de rekening dan niet meer nagezien door de gemeente? Ik
vraag dit, omdat wij juist met dit bestuur wel eens in conflict
zijn gekomen, omdat wij meenden, dat wat de heeren deden,
niet was in overeenstemming met de wet. Dus zijn zij nu
geheel vrij en is er niets geen controle, of de wet wordt
toegepast.
De Voorzitter. Ik zou den heer Reimeringer daarop dit
willen antwoorden. Zoolang bet Armbestuur onder ons toe
zicht stondwaren wij verplicht als goede oppervoogden te
zorgen, dat wetten en reglementen werden toegepast.
De toestand wordt nu echter anders; het Bestuur heeft
ons verzocht om onafhankelijk te mogen zijn, d. w. z. onaf
hankelijk van de inmenging van den Gemeenteraad. Doch
daarom mag het Bestuur nog niet maar doen en laten wat
het wil, want het zal zich nu combineeren met het Paro
chiaal Armbestuur en komt dan weer onder dezelfde controle
als dit college.
Hoe dat nu wordt ingericht, dat gaat ons niet verder aan.
Het is precies hetzelfde, als wij hebben met zoo menig
ander lichaam, waar wij ons ook niet mede bemoeien en de
diaconieën bijv. staan toch ook vrij ten opzichte van de Ge
meente. Dat deze beide instellingen elk apart werken is
natuurlijk niet in het belang van een economische armver
zorging en kan ook in andere opzichten tot wrijving aanlei
ding geven. Gecombineerd zullen zij sterker staan.
De heer Carpentier Alting. In de eerste plaats, M. d. V.
om een misverstand te voorkomenwensch ik nog even
uitdrukkelijk te betuigen, dat ik het met het praeadvies, wat
de wenschelijkheid van den maatregel betreft, volkomen eens
ben. Daartegen heb ik geene enkele bedenking, maar inder
daad zie ik de zaak rechtens niet in als U.
Mijns inziens was het toch de't meest voor de hand liggende
methode geweest, om zoolang deze instelling nog is ingericht
als op het oogenblik, met het toezicht van de burgerlijke
Overheid door te gaan, totdat de fusie tot stand gebracht is.
Daarna kan de burgerlijke Overheid zich terugtrekkendaar
tegen kan de kerkelijke autoriteit met den besten wil geen
bezwaar hebben. Loopt alles geregeld, dan zal zij slechts
voor een bijna ondeelbaar oogenblik met een burgerlijk college
hebben samen te werken; dit laatste verdwijnt op het moment
dat de fusie is voltrokken.
Wordt een andere methode gevolgd dan is geenszins ondenk
baar, dat zich ernstige moeilijkheden zullen kunnen voordoen.
De Voorzitter. Ik moet met U van meening verschillen.
Wanneer een andere weg van fusie werd gevolgd dan thans
wordt voorgesteld, dan zouden wij iets onmogelijks krijgen,
want het is toch niet mogelijk om twee lichamen samen te
smelten, die door verschillende bepalingen worden beheerscht.
De heer Aalberse. M. d. V. Ik ben het geheel eens met
hetgeen U geantwoord hebt. Het juridische bezwaar van den
heer Carpentier Alting tel ik niet zoo zwaar. Wij hebben
hier zeker te doen met een rechtspersoon, maar het is niet
een rechtspersoon krachtens de verordening, die wij nu intrek
ken. Het was reeds een rechtspersoon vóór de vaststelling
van die verordening, terwijl nu bij de verordening allerlei
regelingen worden getroffen, waaraan deze rechtspersoon zich
heeft te houden. Zoo moet er een voordracht zijn voor de
benoeming van regenten en moet jaarlijks de rekening worden
overgelegd. Wordt die verordening nu ingetrokken, dan blijft
de rechtspersoon toch dezelfde; de regenten die er zijn, zijn
allen wettig benoemd en hebben dus geheel wettig het beheer.
Nu zegt de heer Carpentier Alting, dat wanneer wij de ver
ordening intrekken, die rechtspersoon zonder reglement staat.
Ik geloof niet, dat dit juist is. En in elk geval, mocht het
juist zijn, dan toch maar een ondeelbaar oogenblik, want
zoodra de rechtspersoon wordt gesteld onder letter is daarop
toepasselijk het kerkelijk reglement op het armbestuur,
waarin alles weder geregeld is. En volgens het kerkelijk regle
ment is de financieele controle zelfs veel scherper dan thans
door de gemeente wordt uitgeoefend. Niet alleen moet de
rekening, maar ook de begrooting worden overgelegd, terwijl
er een permanent commissaris wordt benoemd, die speciaal
toezicht houdt op de financiën. Daarom geloof ik, dat het
juridisch bezwaar absoluut niet bestaat; het armbestuur is
onbetwistbaar een rechtspersoon en zoodra deze verordening
is ingetrokken, valt het onder het kerkelijk reglement be
treffende het armbestuur, en heeft het als zoodanig ook zijn
reglement.
Bovendien is er nog een huishoudelijk reglement, dat voor-
loopig van kracht blijft en dat indertijd ook goedgekeurd is.
Ik geloof wel, dat de zaak nu van alle kanten genoeg is
bekeken, en dat men dit bezwaar absoluut niet zal gevoelen
om tot eene behoorlijke regeling te komen. Wanneer wij
den weg volgen door den heer Carpentier Alting aangegeven,
komen wij voor allerlei moeilijkheden te staan, waarvoor wij
geen goede oplossing zullen kunnen vinden. Ten slotte is dit
de eenige weg om de twee rechtspersonen tot elkander te
brengen en er één rechtspersoon van te maken.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praead vies besloten.
XXI. Voorstel
a. tot bestemming van het gebouw der school 3e klasse
No. 4 aan de Langebrug voor eene nieuwe school der
2e klasse voor jongens en meisjes, zoodra de sub b
bedoelde school gereed is;
b. tot het bouwen van eene nieuwe school der 3e klasse
op het aan de gemeente toebehoorende terrein aan de
Duivenbodestraat
c. tot beschikbaarstelling van gelden benoodigd voor den
bouw der sub b en de verbetering der sub a bedoelde
school.
(Zie Ing. St. no. 152.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Carpentier Alting. In de eerste plaats wensch
ik een woord van hulde te brengen aan Burgemeester en
Wethouders voor de duidelijke en volledige wijze waarop zij
het voorstel hebben toegelicht.
Maar naast deze huldebetuiging zou ik toch één opmerking
willen maken n.l. over de formuleering, waaraan ik gaarne
iets had toegevoegd gezien. In de laatste alinea van het voor
stel zeggen Burgemeester en Wethouders: »aan den Gemeen
teraad blijve de keuze". Tusschen de 2 plannen, die worden
voorgedragen, blijft ons dus de keuze; echter zijn wij
formeel niet in de gelegenheid gesteld te kiezen, want, wanneer
mocht blijken, dat wij het niet met het voorstel eens zijn, en de
andere oplossing willen, dan weet ik eigenlijk niet op welke
wijze wij dat gedaan zouden krijgen.
Nu zou ik inderdaad vanmiddag gaarne zien dat er een
besluit genomen werd, voor het geval de keuze van Burge
meester en Wethouders niet door den Raad mocht worden
gedeeld.
Daarom doe ik allereerst deze vraag: Gesteld, dat de
meerderheid van den Raad het niet eens is met het voorstel,
en de school liever aan den Middelweg wil hebben, hoe zullen
we er dan in slagen in deze vergadering klaar te komen?
Zouden Burgemeester en Wethouders dan na mogelijke ver
werping van hun voorstel onmiddellijk een voorstel willen
doen in den anderen zin?
De Voorzitter. Er zijn twee plannen 1° tot het bouwen
van een nieuwe tweede klasse school op het terrein van het
voormalig Invalidenhuis en 2° tot het bouwen van een
nieuwe derde klasse school op het terrein van de Duiven
bodestraat.
Wilt U het eerste in de plaats stellen van het tweede,
bijzonderlijk door Burgemeester en Wethouders aanbevolen
plan, dan kunt U dit per amendement doen.
De heer Carpentier Alting. Ik heb geen bezwaar tegen
aanvaarding der mij voorgestelde oplossing en zal gaarne
gebruik maken van de geopende gelegenheid om een amen
dement op het voorstel van Burgemeester en Wethouders
in te dienen.
De Voorzitter. Het is er ons slechts om te doen vandaag
spijkers met koppen te slaan en een besluit te nemen, en te
komen tot vaststelling van een begrootingsstaat.
De heer Carpentier Alting. Het blijkt uit hetgeen ik ge
zegd heb, dat ik het met de oplossing, die Burgemeester en
Wethouders wenschen te geven aan dat vraagstuk, niet eens
ben en dat ik voor mij zeer de voorkeur geven zou aan het
andere plan, n.l. dat tot aanbouw eener nieuwe tweede klasse
school aan den Middelweg. Waar aan ieder van de leden
van den Gemeenteraad het voor en tegen van beide plannen
volkomen duidelijk voor oogen staat, mag ik volstaan met een
korte uiteenzetting.
Wat is eigenlijk de bedoeling van plan B?
Wij krijgen volgens dat plan een nieuwe school aan de
Duivenbodestraat, een streek, die op het oogenblik vrijwel in
een achterafhoek van de stad ligt en waar nu nog aan een
nieuwe school geene behoefte bestaat. Het is mogelijk dat
later daar de behoefte aan een school ontstaat; nu is die er
nog niet.