100 DONDERDAG 3°. Aanbeveling van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs ter benoeming van een lid dier Com missie. Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken. 4°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1914. 5*. Verzoek van H. Bolt om eervol ontslag als onderwijzer aan de school der 2e klasse voor Jongens. 6°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Bond van Nederlandsche Gemeentewerklieden om te besluiten tot alge- heele herziening van het Werkliedenreglement. Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders. Aan de orde is thans: I. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 2. (Zie Ing. St. No. 172.) De Voorzitter. Mag ik de heeren A. Mulder, Zwiers, Fok ker en Hartevelt verzoeken het stembureau te willen uit maken Wordt benoemd met algemeene (22) stemmen de heer A. I. J. Brandenburg. II. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 4. (Zie Ing. St. No 172.) Wordt benoemd met 22 stemmen de heer H. P. Hoestra. Eén biljet was in blanco. Er werd bij deze stemming één stem meer uitgebracht dan de presentielijst aangaf, hetgeen echter niet van invloed was op den uitslag der stemming. III. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3e klasse No. 5. (Zie Ing. St. No. 172.) (De heer Carpentier Alting komt ter vergadering.) Wordt benoemd met algemeene (23) stemmen de heer H, J. Bolstier. IV. Benoeming van een onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse No. 6. (Zie Ing. St. No. 173.) Wordt benoemd met 22 stemmen Mej. A. Kroonenberg. Eén biljet was van onwaarde. De Voorzitter. Ik dank de heeren leden van het stem bureau voor de genomen moeite. V. Verzoek van Mej. E. G. de Haan om eervol ontslag als hoofdonderwijzeres aan de openbare bewaarschool aan de Oude Vest. (Zie Ing. St. No. 171.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VI. Voorstel om het aan den onderwijzer B. Kranen ver leend eervol ontslag eerst te doen ingaan op 15 September a.s. (Zie Ing. St. No. 167.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. VII. Rekening, dienst 1913, van het Leidsch Muziekkorps. (Zie Ing. St.. No. 159.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. De heeren van Hamel, Timp en Vergouwen hadden tijdens de behandeling van dit punt tijdelijk de vergadering verlaten. VIII. Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1914, ten behoeve van de kosten van den Armenraad. (Zie Ing. St. No. 166.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. 30 JULI 1914. IX. Voorstel tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van een strook grond aan den Morschweg, deel uitmakende van het perceel Sectie L. No. 943. (Zie Ing. St. No. 162.) De beraadslaging wordt geopend. De heer Botermans. Ik juich het toe en geef mijn steun voor het overnemen van dat stuk grond. Maar het zou in strijd zijn met art 14 van de bouw- en woningverordening, dat zegt, dat het verboden is om aan wegen, straten en pleinen van de gemeente schuttingen te zetten; dat wordt hier gedaan. Ik heb er bezwaar tegen, dat aan een hoofdweg, in plaats van een muur eene schutting zal worden gezet. Nu hebben Burgemeester en Wethouders wel het recht om ont heffing te verleenen, maar dit zou omschreven moeten zijn. De heer Fischer. Ik wil even opmerken, dat het hier in den Raad alleen gaat over de overname van den grond. Wat Burgemeester en Wethouders doen, is hun zaak, en de heer Botermans merkt terecht op, dat in de laatste alinea van art. 14 gezegd wordt: in sommige gevallen kan schriftelijke vergunning verleend worden om van het bouwen van eenen muur af te wijken. Het staat aan ons te overwegen, wat er gebeuren moet, of er eene schutting mag komen, ja of neen. De heer Botermans. Hetzelfde zouden we toch kunnen hebben in de Breestraat of elders. De heer Fokker. De opmerking van den heer Botermans is juridisch volkomen juist. Wat de geachte wethouder op merkt, slaat niet op de voordracht van Burgemeester en Wethouders. Burgemeester en Wethouders stellen voor, dat de Raad een strook grond over zal nemen op voorwaarde, dat de firma Nieuwenhuizen er eene nieuwe schutting zal plaatsen, zoodat de Raad beslist of er eene schutting zal moeten komen, ja of neen. De Voorzitter. Dat is iets anders. Het beteekent, dat het de gemeente niets zal kosten. De firma zal de schutting plaatsen. De heer Fokker. De Raad zal beslissen, dat een schutting zal worden gezet; dat is de quaestie. De Voorzitter. Ik herhaal, dat de bedoeling slechts deze is, dat de Raad weet, dat de kosten van de schutting zullen komen voor den eigenaar. De heer Botermans. Art. 14 van de bouw- en woning verordening wordt dan in deze niet gehandhaafd. De Voorzitter. Ik begrijp niet, waarom niet. Wij mogen dispensatie geven en hieruit blijkt, dat wij het zullen doen. Wij kunnen dit niet verhelen, omdat wij te kennen geven, dat de schutting zal komen op kosten van den eigenaar. Er zou alleen tegen de verordening gezondigd worden, als wij geen dispensatie gaven, maar wij geven die natuurlijk wel. Dat blijkt trouwens, anders zou de firma wel niet met haar aanbod gekomen zijn. Dat spreekt vanzelf. De heer Botermans. Dan zullen wij in de toekomst last krijgen met allerlei andere aanvragen van dien aard. De Voorzitter. Het geldt hier een schutting die in den weg staat en die nu een eind zal worden achteruit gezet. Hoe wil dit nu een precedent zijn voor andere gevallen? En den vrijkomenden grond geven de eigenaars cadeau. Ik zie niet in, wat daartegen kan zijn. Het eenige zou zijn, dat wij zeiden: wij doen het niet, wij geven geen dispensatie, gij moet een muur zetten. Maar dan krijgen wij ook den grond niet. Het is nu alleen de zaak, dat de heeren welen, dat de schutting wordt betaald door de eigenaars. De heer Botermans. M. d. V. Ik ben nog niet door U over tuigd; ik blijf het vinden een overtreding van art. 14. De heer Fokker. M. d. V. Wanneer in het voorstel in plaats van het woord »schutting" kan worden gelezen»afschei- ding", dan zou de zaak ten genoege van den heer Botermans geschikt zijn. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het praeadvies besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 2