112
DONDERDAG
30 JULI 1914.
Daar staat een fabriek zonder verdieping, iets verder een
huis met een verdieping, daartusschen in stond een oud
huisje dat afgebroken is. Nu zet men tusschen de fabriek
en het bestaande huis met verdieping een voor- en achter
gevel, en maakt alzoo in verbinding met de belendende per-
ceelen een huis met een verdieping. En nu rust de zijwand
van die verdieping op een muur van de fabriek welke geen
verdieping heeft en die zijwand is een houten wand, welke
na mijne, in de vorige vergadering gestelde vraag van bui
ten met leien bekleed is. Men heeft over de verdieping een
zoldering gelegd, geen dak dus, gedekt met asbest. Het is
in mijn oogen dus geen dak, maar een zijwand van hout,
volgens de verordening op het bouw- en woningtoezicht moet
dit 'een muur zijn van zooveel cM. dikte. Tegen een der
gelijke uitvoering van de verordening moet ik mij sterk
verklaren.
De heer Vergouwen. Ik ben in het huis geweest, waarover
de heeren Fischer en Bosch spreken, maar de heer Fischer
heeft in dezen wel gelijk. Ik dacht van den buitenkant gezien,
dat er een houten muur was, doch toen ik binnenkwam, zag
ik dat het een heel handige uitwerking van het dak was.
Nu kan men wel zeggen, dat het dan bijzonder handig be
dacht moet zijn, maar als men er in komt, ziet men wel
degelijk het verschil. Het is zoo eigenaardig gemaakt om
ruimte te winnen.
De heer Bosch. Op deze wijze is het goed praten. Maar
het blijft eene verdieping of een buitenwand en dat is tegen
de verordening in.
De Voorzitter. Het gaat nu niet aan daarover verder te
debatteeren. Dan moeten de heeren maar met een interpel
latie komen.
De heer Fokker. M. d. V. Wanneer wij nu niet de vrijheid
hebben om over deze zaak te spreken, wanneer moeten wij
het dan doen?
De Voorzitter. In het reglement van orde staat duidelijk
omschreven wat een interpellatie is en hoe men die moet aan
kondigen. Men moet ook geen volledig debat gaan houden over
iets, dat niet op de agenda staat. Daarvoor is de rondvraag
niet bestemd.
De heer Botermans. Ik heb het werk ook bezocht en ik
heb niet ontdekt, dat de bouwverordening was ontdoken.
Het is een dakschild, dat rust op een
De Voorzitter. Ik moet nu toch werkelijk bezwaar maken
tegen dit misbruik maken van de rondvraag. Ik geloot, dat
we het nu hierbij wel kunnen laten.
Verlangt thans nog iemand het woord
Niemand meer het woord verlangende, wordt de vergade
ring gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.