100
Nadat het adres en eene adhaesiebetuiging daaraan var,
verschillende sportvereenigingen hier ter stede door Uwe
Vergadering in handen van ons College ten fine van praeadvies
warén gesteld, droegen wij den Directeur van Gemeentewerken
op een onderzoek omtrent een en ander in te stellen.
Uit diens rapport bleek ons, dat de slechte toestand van
het land niet, of slechts in geringe mate te wijten was aan
het gebruik door het genoemde circus. De door het circus
aangerichte schade, welke ten deele op den eigenaar van het
circus werd verhaald, was voor herstelling vatbaar en kon
niet de oorzaak worden genoemd van de achteruitgang van
het terrein. Trouwens de slechtste plekken van het geheele
terrein (o. a. de ruimte rondom het westelijk gelegen doelwit
van het voorste voetballand) werden op plaatsen aangetroffen,
waar nimmer een circus had gestaanDe slechte toestand
van het land moest dan ook naar het oordeel van den Direc
teur in hoofdzaak op rekening worden gesteld van het veel
vuldige gebruik en het totaal gemis aan behoorlijk onderhoud.
«Bijna eiken dag", zoo schreef de Directeur, «bij goed en
bij slecht weder wordt er op het land gespeeld; het terrein
komt geen dag tot rust. Tegen een dergelijke vuurproef is
het land niet bestand. Men vergete niet, dat het sportterrein
is gevormd door ophooging van het oorspronkelijke weiland
met louter zand (duinzand, waarboven beteeld zand), afgedekt
door een bezoding, afkomstig hetzij van het weiland zelf of
gehaald van elders. Die graszodeg hebben nimmer voldoende
tijd gehad om in den ondergrond krachtig wortel te schieten
en zich onderling te verbinden. Spoedig na de voltooiing van
het terrein werd het in gebruik genomenzoodat de losse
zoden, vooral die op het voorste voetbalterrein, waarop het
meest gelooperr wordtal spoedig vertrapt waren en er geen
spoor van gras meer was te ontdekken."
«Wil men het land in blijvend goeden toestand brengen en
houden, dan zou men het gedurende een of twee jaren buiten
gebruik moeten stellen en opnieuw bezaaien en bezoden;
wellicht dat de graswortels dan zóó krachtig wortels hebben
geschoten en de bovengrond zóó vast is geworden, dat het
voortdurend heen en weer geloop niet meer hindert."
«Het achterste deel van het land, alwaar zich de korfbal
terreinen van «Vitesse" en Flux bevinden, verkeert in beteren
staat. Er wordt daar niet zooveel geloopen en vooral door
«Vitesse" wordt meer zorg aan het terrein besteed. Aan het
voetbalterrein wordt daarentegen niets gedaan."
Tot zoover het rapport van den Directeur.
Aangezien uit deze inlichtingen ten duidelijkste bleek, dat
het terrein niet tengevolge van het gebruik door het circus
Sidoli, doch door het veelvuldig bespelen en het niet goed
onderhouden in ongunstigen toestand verkeerde, konden wij
met de Commissie van Fabricage geen enkele reden vinden,
om U voor te stellen de voorwaarden der verhuring aldus te
wijzigen, dat de gemeente in den vervolge over het terrein
niet meer zou mogen beschikken voor paardenspellen, con-
cours-hippiques, tentoonstellingen en dergelijke. Juist met
het oog op deze vrije beschikking, die behalve in het finan
cieel belang der gemeente, bij gebrek aan ander terrein
noodzakelijk is voor de viering der lustrumfeesten en het
houden van tentoonstellingen, concours-hippiques en dergl.,
werd de huur, althans in den eersten tijd, op niet meer dan
25 'sjaars bepaald. Trouwens in zijn schrijven van 20
October 1911, hetwelk ons den 23sten d. a. v. bereikte, ver
klaarde het bestuur der afdeeling uitdrukkelijk, dat het voet-
balterreiu ten allen tijde gebezigd zou kunnen worden voor
het plaatsen van een circus als anderszins, terwijl het bestuur
in zijn oorspronkelijk adres van 14 September 1910, waarbij
de onbeperkte beschikking over het terrein en dus niet uit
sluitend gebruik voor het beoogde doel gevraagd werd, met
zooveel woorden zegt, dat het terrein zich bij uitstek zal
leenen voor het houden van tentoonstellingen, concours-hip
piques en andere feestelijkheden. Toen dus wenschte de
afdeeling ten haren voordeele te doen plaats hebben, hetgeen
zij thans, nu de verhuring op andere wijze is tot stand ge
komen, aan de gemeente verzoekt achterwege te laten.
Een en ander kan men lezen in het Ingekomen stuk no. 14
van 1912 en het daarachter afgedrukte adres.
Waren wij dan ook met de Commissie van Fabricage van
oordeel, dat op dit gedeelte van het verzoek door de gemeente
niet moest worden ingegaanwel vonden wij termen aanwe
zig, om U voor te stellen voorloopig bij wijze van proef, de
afdeeling, nu zij hiertoe zelf niet in staat scheen te zijn,
eenigermate tegemoet te komen in het onderhoud van
het terrein, aangezien wij gaarne het gevoelen der genoemde
commissie onderschreven, dat het loffelijk en belangeloos
streven van den Bond voor Lichamelijke Opvoeding zooveel
mogelijk diende bevorderd te worden.
Op grond van een en ander berichtten wij bij schrijven van
20 Februari jl. aan het bestuur der afdeeling, dat wij geen
vrijheid konden vinden U voor te stellen het terrein niet
meer te gebruiken voor paardenspellen, tentoonstellingen,
concours-hippiques en dergl., doch dat wij wel bereid waren
U te adviseeren het terrein voorloopig gedurende het jaar
1914 bij wijze van proef bij de gemeente in onderhoud te
nemen, welk onderhoud echter slechts afdoende mogelijk zou
zijn, indien het terrein van 1 Mei tot 15 September niet
werd gebezigd voor spelen, zooals het voetbalspel, waarbij de
grasbezoding gevaar loopt te worden vernield
In antwoord hierop^ deelde het bestuur ons mede. dat het
hem minder gewenscht voorkwam, indien het terrein in den
zomer van dit jaar werd in orde gemaakt en wel met het oog
op dein 1915 te houden Lustrumfeesten. Het bestuur had daarom
besloten het terrein voor eigen rekening eenigszins te doen
herstellen, in de hoop, dat de gemeente het terrein dan na
de genoemde feesten verder in orde zou willen maken. Zijn
verzoek in zake de wering van circussen, concours hippiques,
tentoonstellingen en dergel. meende het bestuur evenwel te
moeten handhaven.
Onder deze omstandigheden 'en onder verwijzing naar al
het bovenstaande geven wij U derhalve thans in overweging
afwijzend te beschikken op het verzoek van het bestuur van
de afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond voor
Lichamelijke Opvoeding voor zooveel betreft het niet meer
toelaten van paardenspellen, concours-hippiques, tentoonstel
lingen en dergl. op het aan de afdeeling verhuurde terrein.
Het onderhouden van het terrein kan dan het volgend jaar
onder de oogen worden gezien en daaromtrent eene beslissing
worden genomen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge-
teekenden Ch. van Spall, Directeur van de Leidsche Duinwa
termaatschappij en L. P. Schmidt, Eerste Luitenant der Veld-
Artillerie, onderscheidelijk voorzitter en secretaris van de
Afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond voor Licha
melijke Opvoeding en als zoodanig vertegenwoordigende het
Bestuur der Afdeeling van dien Bond, ten deze domicilie
kiezende ten huize van den tweeden ondergeteekende, Mariën-
poelstraat 15, Leiden.
dat het speelterrein van den Nederlandschen Bond voor
Lichamelijke Opvoeding, Afdeeling Leiden gelegen aan den
Zoeterwoudschen Singel en door het Dagelijksch Bestuur der
Gemeente Leiden aan bovengenoemde!» Bond in huur afge
staan, in dusdanig slechten toestand verkeert, dat het in geen
enkel opzicht kan voldoen, aan de eischen, die aan een speel
terrein moeten worden gesteld,
dat voor een groot deel de oorzaak hiervan is toe te schrijven
aan het in huur afstaan van het terrein aan het Circus Cesar
Sidoli.
redenen waarom requestranten zich tot U wenden met het
eerbiedig verzoek het speelterrein niet meer voor paardenspel
len, concours hippiques, tentoonstellingen en dergelijke te
willen gebruiken en in het voorjaar van het jaar 1914 het
speelterrein in orde te willen laten brengen.
Leiden, 25 November 1913.
't Welk doende, enz.
Namens het Bestuur van de Afdeeling «Leiden" van
den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding.
Ch. van Spall Voorzitter.
L. P. Schmidt, Secretaris.
N°. 169. Leiden, 23 Juli 1914.
In nevensgaand adres hebben Regenten van de Roomsch-
Catholijke Armen en van het Wees- en Oudeliedenhuis alhier
tot ons College het verzoek gericht de intrekking van de ver
ordening van 11 Augustus 1864, houdende reglement voor
het Armbestuur en het Wees-en Oudeliedenhuis der Roomsch-
Katholieken binnen Leiden, gewijzigd bij verordening van 15
Api'il 1871 en bij verordening van 23 December 1886, te be
vorderen en de Roomsch-Catholijke Armen en het Wees- en
Oudeliedenhuis alhier te plaatsen op de lijst van instellingen
van weldadigheid in stede vari onder letter d, onder letter b.
De redenen, waarom Regenten verzoeken hunne instellingen
niet langer te rangschikken onder de instellingen van ge-
mengden aard, in welker regeling of bestuur door de burger
lijke overheid en van wege eene kerkelijke gemeente gezamenlijk
wordt voorzien, doch onder de zuiver kerkelijke instellingen,
is hierin gelegen, dat zij in overleg met het Roomseh-Katho-
liek Parochiaal Armbestuur tot de overtuiging zijn gekomen,
dat een fusie tusschen beide instellingen, die volkomen het
zelfde beoogen, zeer in het belang zou zijn van de armen