99
Tegen inwilliging van dit verzoek, dat noch bij de met de
inenting belaste doktoren, noch bij de Commissie van Fabri
cage bedenking ontmoet, bestaat ook bij ons College geen
bezwaar.
Wij geven U derhalve in overweging Uw besluit van 30
November 1911 in dier voege te wijzigen, dat aan de afdeeling
Leiden van den Volksbond tegen drankmisbruik voor haar
consultatiebureau voor alcoholisten in plaats van eenige
lokalen van het Caecilia-Gasthuis tot wederopzeggens vergun
ning wordt verleend de door ons College aan te wijzen
lokalen van het St. Elisabethshof op met ons College overeen
te komen dagen en uren kosteloos te gebruiken, onder de
navolgende voorwaarden
1°. dat de kosten van verwarming, verlichting en schoon
houden voor rekening der afdeeling komen;
2°. dat alle schade, toegebracht aan het St. Elisabethshof
tengevolge van het gebruik maken der lokalen door de af
deeling aan de gemeente worde vergoed;
3°. dat geene veranderingen in de lokalen worden gemaakt,
dan met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders en
voor rekening der afdeeling;
4°. dat op de dagen van inenting de lokalen ten volle voor
den inentingsdienst worden beschikbaar gesteld en deze dienst
in het algemeen geen hinder ondervindt van het gemeen
schappelijk gebruik;
5°. dat alle ter zake van het gebruik door Burgemeester
en Wethouders gegeven ot nog te geven voorschriften worden
nagekomen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 165. Leiden, 15 Juli 1914.
Tot ons leedwezen kunnen wij geen vrijheid vinden U voor
te stellen gunstig te beschikken op nevensgaand verzoek van
het dagelijksch bestuur der afdeeling Leiden van de Nationale
Vereeniging voor den Volkszang, om een jaarlijksche subsi
die van f 150.
Hoe nuttig toch ook het doel, dat de vereeniging beoogt,
moge zijn, zoo komt het ons toch voor, dat de gemeente,
waar voor voldoend zangonderwijs op de openbare lagere
scholen van gemeentewege reeds wordt zorg gedragen en zelfs
een jaarlijksche toelage van 30Ü aan het departement Leiden
der Maatschappij tot Nut van het Algemeen ten behoeve
van de Volkszangschool wordt uitgekeerd, de kring harer
bemoeiingen niet meer moet uitbreiden en deze aangelegen
heid verder aan het particulier initiatief moet overlaten. Ook
de toestand der gemeente-financiën noopt daartoe.
Wij geven U mitsdien in overweging afwijzend op het ver
zoek van adressant te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 7 Juli 1914.
Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge-
teekenden te zameri vormende het dagelijksch bestuur der
Nationale Vereeniging voor den Volkszangafdeeling Leiden,
ten deze optredende namens de afdeeling, dat zij verzoeken
in aanmerking te mogen komen voor een jaarlijksche subsidie
van f 150.
Onze inkomsten bedragen. f 100 (80 leden), verminderd
met f 20 afdracht aan het hoofdbestuur. Wij zouden willen
geven
8 zangavonden in het Volkshuis en 1 in de open lucht,
waarvoor de onkosten zullen zijn
drukkostenf 80.
huur zaal Volkshuis 40.
openlucht-avond10.—
salaris leider100.
totaal 230
zoodat wij f 150 te kort komen.
Het bestuur hoopt dat uwe vergadering het groote belang
van den Volkszang inziende, de gevraagde gelden aan de
afdeeling zal willen toestaan.
't welk doende
J. A. Vollgraff, Voorzitter.
A. W. Verheggen, Secr.
H. A. van Maaren, Penningm.
N°. 166. - Leiden, 15 Juli 1914.
In hare zitting van den 18 Juni jl. besloot Uwe Vergadering
zich te vereenigen met de door den Armenraad voor Leiden
ingediende begrooting voor 1914. Dientengevolge zal op de
gemeentebegrooting van dit jaar het door den Armenraad ge
noemd bedrag van f3800 moeten worden beschikbaar gesteld.
Aangezien de desbetreffende post, volgn. 193 voor Memorie
was uitgetrokken, geven wij U in overweging, door vaststelling
van den hierbij overlegd staat model B, dezen begrootingspost
met f3800 te verhoogen, te vinden door af- en overschrijving
uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop een bedrag
van f9600. beschikbaar is.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 167. Leiden, 17 Juli 1914.
Bij uw besluit van den 9en dezer werd aan den heer B.
Kranen, op zijn verzoek, met ingang van 1 September 1914
eervol ontslag verleend uit zijne betrekking van onderwijzer
aan de openbare lagere school der 3« klasse n°. 4 alhier.
Thans verzoekt de heer Kranen, bij zijn in de Leeskamer
ter inzage liggend schrijven, om het hem verleend ontslag
te willen doen ingaan, in plaats van op 1 September, op 15
September 1914.
Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat bij ons college
geen bezwaar, te minder, waar net te verwachten is, dat de
te benoemen opvolger van den heer Kranen niet vóór den
15en September a. s. in functie zal kunnen treden en het
derhalve ook in het belang van het onderwijs kan worden
geacht, dat de heer Kranen zijn functie tot dien datum blijft
vervullen.
Wij geven u mitsdien in overweging uw besluit van den
9en dezer te wijzigen in dien zin, dat, in plaats van 1 September
1914, als datum van ingang van het ontslag van den heer
B. Kranen, als onderwijzer aan de openbare lagere school
der 3e klasse n°. 4 alhier, worde gelezen »15 September 1914".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 168. Leiden, 17 Juli 1914.
Zooals U bekend is, werd bij raadsbesluit van 1 Februari
19J2 (ïngek. Stukken n°. 14) besloten het aan de gemeente
toebehoorende terrein aan den Zoeterwoudschen Singel, alwaar
in den zomer van 1910 de lustrumfeesten hebben plaats
gehad en het daarachter gelegenaan de gemeente toebehoo
rende, weiland, voor zooveel noodig, door en voor rekening
der gemeente op te hoogen en te bezoden. Het aldus opge
hoogde terrein zou dan verder aan de afdeeling Leiden van
den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke Opvoeding uit
sluitend ter bereiking van het door haar beoogde doel ten
gebruike worden afgestaan, voorloopig tegen betaling van
een huur van f 25 'sjaars. Deze in gebruikgeving geschiedde
o. a. onder voorwaarde, dat de afdeeling het terrein ten ge
noegen van ons College op hare kosten voor zijne bestem
ming geschikt zou maken en dat aan de gemeente het vrije
en kostelooze gebruik van het terrein en al de daarop
gemaakte inrichtingen zou worden gegeven, telkens wanneer-
de gemeente daarover voor verschillende doeleinden, zooals
lustrumfeestenpaardenspellen, concours-hippiques, tentoon
stellingen en dergelijke wenschte te beschikken. Op die wijze
zouden de door de gemeente te betalen kosten van ophoo
ging. die aanvankelijk werden geraamd op 8500, doch later
f 10.800 bleken te zijn, althans ten deele kunnen worden
gedekt.
In verband hiermede werd het voorste gedeelte van het
terrein in den zomer van het jaar 1913 in gebruik afgestaan
aan het circus Sidoli, teneinde aldaar gedurende ongeveer
een week voorstellingen te geven.
Eenigen tijd daarna bereikte LT nevensgaand adres van het
bestuur der afdeeling Leiden van den Nederlandschen Bond
voor Lichamelijke Opvoeding, waarin het bestuur mededeelde,
dat het haar verhuurde terrein in dusdanig slechten toestand
verkeerde, dat het in geen enkel opzicht kon voldoen aan de
eischen, die aan een speelterrein moeten worden gesteld. De
oorzaak van een en ander moest volgens het bestuur voor
een groot deel worden toegeschreven aan het gebruik van het
terrein door het circus Sidoli en het verzocht daarom het
speelterrein niet meer voor paardenspellen, concours-hippi
ques, tentoonstellingen en dergelijke te gebruiken en in het
voorjaar van 1914 het speelterrein in orde te laten maken.