98
N°. 168. Leiden, 14 Juli 1914.
In nevensgaand schrijven worden door de Commissie voor
het Stedelijk Museum (Lakenhal) eenige wijzigingen voorge
steld in de op dat Museum betrekking hebbende verorde
ningen van 14 April 1904 (Gem. Bladen nis 11,12, 13,14 en 15).
Met die wijzigingen, welke in het schrijven voldoende
worden toegelicht, kunnen wij ons wel vereenigen en wij
geven U mitsdien in overweging tot vaststelling van de
navolgende verordeningen over te gaan.
A. VERORDENING, houdende wijziging der verordening van
14 April 1904 (Gem. Blad No. 11), regelende de
benoeming en den werkkring van de Commissie voor
liet Stedelijk Museum „de Lakenhal".
Eenig artikel.
In de artikelen 4, 9, 10, 11 en 12 van bovengenoemde
verordening wordt in plaats van «conservator" gelezen:
«directeur".
B. VERORDENING, houdende wijziging der verordening van
14 April 1904 (Gem. Blad No. 12), regelende de
benoeming en de werkzaamheden van den Conservator
van het Stedelijk Museum „de Lakenhal".
Eenig artikel.
In het intitulé en in art. 1 van bovengenoemde verordening
wordt in plaats van «conservator" gelezen: «directeur".
C. VERORDENING, houdende wijziging van de verordening
van 14 April 1904 (Gem. Blad No. 13), regelende
de benoeming en de werkzaamheden van den concierge
van het Stedelijk Museum „de Lakenhal".
Artikel 1.
In de artikelen 2. 4, 8, 10 en 12 van bovengenoemde veror
dening wordt in plaats van «conservator" gelezen «directeur".
Art. 2.
In art. 12 wordt tusschen de woorden «entreegelden" en
»en" ingevoegd«en de opbrengst der verkochte catalogi".
D. VERORDENING, houdende wijziging der verordening
van 14 April 1904 (Gem. Blad No. 14), regelende de
voorwaarden voor het bezoek van het Stedelijk Museum.
Art. 1.
Art. 1 van bovengenoemde verordening wordt gelezen als
volgt:
«Het museum is geopend op alle werkdagen in de maanden
Januari, Februari, November en December van 10 tot 3 uren,
op alle werkdagen in de maanden Maart, April, Mei en Oc
tober van 10 tot 4 uren en op alle werkdagen in de maanden
Juni, Juli, Augustus en September van 10 tot 5 uren.
Op alle Zondagen, de tweede Paasch- en Pinksterdagen
den Hemelvaartsdag, de beide Kerstdagen en den derden
October is het museum geopend van 12.30 tot het sluitings
uur voor de werkdagen bepaald."
Art. 2.
De eerste zin van artikel 3 wordt vervangen door de beide
volgende zinnen
«Het museum is gratis toegankelijk op alle Zondagen, de
tweede Paasch- en Pinksterdagenden Hemelvaartsdag, de
twee Kerstdagen en den derden October. Op alle overige
dagen is het museum toegankelijk tegen betaling van 10 cents
per persoon".
Art. 3.
In de artikelen 4, 5 en 10 wordt in plaats van «conserva
tor" gelezen «directeur".
E. VERORDENING houdende wijziging der verordening van
14 April 1904 (Gem. Blad No. 15), regelende de hef
fing van gelden voor het bezichtigen van het Stedelijk
Museum „de Lakenhal" te Leiden.
Eenig artikel.
Art. 1 van bovengenoemde verordening wordt aangeduid
als «eenig artikel" terwijl het eerste lid wordt gelezen
«Behalve op de Zondagende tweede Paasch- en Pinkster
dagen, den Hemelvaartsdag, de beide Kerstdagen en den
derden October, op welke het museurn kosteloos toeganke
lijk is, wordt van iedereri verzoeker van het Stedelijk Mu
seum een toegangsrecht geheven van 10 cents.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 30 Juni 1914.
In den laatsten tijd werd meermalen aan onze Commissie
verzocht om gedurende de zomermaanden het Museum langer
geopend te houden, in het bijzonder in verband met den
dienst van de booten naar het Kagermeer, waarmede vele
vreemdelingen tegen 4,15 te Leiden aankomen, nagenoeg
tegenover den ingang van het Museum. Daarentegen is het
bezoek gedurende de wintermaanden na 3 uur zeer beperkt
in verband met de onvoldoende verlichting der lokalen,
zoodat er geen bezwaar tegen zoude bestaan om het sluitings
uur gedurende de wintermaanden op 3 uur te bepalen. De
gemiddelde dienst blijft alsdan gelijk, zoodat er geen veran
dering behoeft gebracht te worden in de vergoeding voor de
bewakers.
Wij geven U in overweging om eene wijziging in dien
geest aan den Gemeenteraad voor te stellen en nemen de
vrijheid een ontwerp hiervoor aan U toe te zenden, waarbij
tevens eenige andere wijzigingen in de verordeningen zijn
opgenomen, waarvan de werischelijkheid ons gebleken is.
Deze wijzigingen betreffen het volgende.
1°. In verband met de bij andere gelijksoortige musea alge
meen gebruikelijke benaming stellen wij voor om den titel
van den beheerder te wijzigen in: directeur van het Stedelijk
Museum. Door deze wijziging wordt geen verandering ge
bracht in de werkzaamheden of in de bevoegdheden van den
titularis, noch in diens verhouding tot de Commissie, zoodat
deze wijziging op zich zelf ook geen aanleiding kan geven tot
wijziging van de bezoldiging.
2°. Het openingsuur van het Museum op Zon- en Chr.
feestdagen om 12 uur geeft aanleiding, dat het den bewakers
moeilijk valt om de godsdienstoefeningen bij te wonen en
daarna tijd te vinden voor het nemen van een tweede ontbijt.
Wij stellen daarom voor het openingsuur op die dagen te
bepalen op 12.30 n. m.
3°. In art. 12 van de verordening voor den concierge (No. 13)
wordt bepaald, dat deze aan den Conservator verantwoording
zal doen van de ontvangen entreegelden, doch hierbij wordt
geene melding gemaakt van de ontvangsten wegens verkoop
van catalogi. Wij stellen voor ook hiervan in dit artikel
melding te maken.
4°. In art. 1 van de verordeningen No. 14 en 15 ware nader
te omschrijven welke dagen begrepen worden onder: Algemeen
erkende Christelijke feestdagen.
De Commissie voor het Stedelijk Museum
J. C. van der Lip,
Voorzitter.
Secretaris.
Aan den WelEd. Achtb. Heeren
Burgemeester en Wethouders te Leiden.
N°. 164. Leiden, 15 Juli 1914.
In verband met de bestemming van een deel van het
Caecilia-Gasthuis tot school voor zwakzinnige kinderen moest
ook de afdeeling Leiden van den Volksbond tegen drankmis
bruik, waaraan krachtens raadsbesluit van 30 November 1911
(Ingek. Stukken n°. 295) eenige lokalen kosteloos ten gebruike
werden afgestaan voor haar consultatiebureau voor alcoho
listen, elders een onderkomen zoeken. Voorloopig werden haal
toen de wachtkamers enz. van het inentingslokaal in het St.
Elisabethshof in gebruik gegeven.
Thans verzoeken de leiders van het consultatiebureau bij
voortduring de beschikking te mogen hebben over die ver
trekken, welke uitnemend geschikt blijken te zijn voor het
doel van het bureau.
J. C. OVERVOORDE,