73
Leiden gelegde kabelnet met toebehooren, dat niet tevens dienst
doet voor de electriciteitsvoorzienitig in andere gemeenten, over
nemen tegen taxatie, in gemeenschappelijk overleg vast te
stellen.
Mocht dit gemeenschappelijk overleg niet tot overeenstemming
omtrent de taxatie leidendan zal de taxatie in hoogste
ressort geschieden door drie deskundigen, benoemd op de wijze
als in art. 8 voor scheidsrechters is aangegeven.
Art. 8.
Alle geschillen tusschen de gemeenten Leiden en Voorhout,
uit of naai' aanleiding van deze overeenkomst ontstaande,
zullen in hoogste ressort beslist worden door drie scheids
rechters, door partijen in gemeen overleg te benoemen of,
indien bedoeld overleg tot geene overeenstemming heeft ge
leid binnen vier weken, nadat de eene partij de ancjere
schriftelijk heeft uitgenoodigd tot benoeming over te gaan,
door den bevoegden rechter, De scheidsrechters zullen als
goede mannen naar billijkheid rechtspreken binnen een bij de
benoeming door partijen te bepalen tijd en zelf de regelen der
procedure vaststellen.
De overeenkomst met de gemeente Voorhout betreffende de
levering van electrischen stroom in die gemeente door de Leidsche
Electriciteitsfabriek dd. i Maart 19:11, goedgekeurd bij raads
besluit van Voorhout dd. IS October 1910 en van Leiden dd.
17 November 1910, komt op 1 Juli 1914 te vervallen.
De kosten dezer acte komen voor rekening van beide
partijen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 7 Mei 1914.
Op 1 Maart 1911 werd met de gemeente Voorhout eene
overeenkomst gesloten betreffende de levering van electrici-
teit in deze gemeente door Leiden, waarbij door Voorhout
tot 1924 aan Leiden concessie voor de levering van electrici-
teit werd verleend.
Door den korten duur der concessie moest op het in Voor
hout gelegde kabelnet hoog worden afgeschreven, waardoor
de rentabiliteit van de stroomlevering niet wordt bevorderd.
De Directie der electriciteitsfabriek heelt daarom met het
Gemeentebestuur van Voorhout onderhandeld betreffende ver
lenging der concessie en eenige verdere wijzigingen in de
bestaande overeenkomst, met het gevolg, dat Voorhout zich
bereid heeft verklaard eene nieuwe concessie te verleenen,
thans loopende tot en met 31 December 1943, volgens bij
gaand concept, in welk concept de voornaamste afwijkingen
met de oude overeenkomst rood onderstreeptx) zijn aangegeven.
De voornaamste wijzigingen zijn:
a. Verlenging der concessie met 19 jaar, tot en met
31 December 1943.
b. De concessie wordt thans eene uitsluitende, waarbij
Voorhout zich verbindt gedurende den duur der overeenkomst
aan anderen geene concessie voor de levering van gas, elec-
triciteit of eenigen anderen energievorm te verleenen.
c. Indien bij het eindigen van de overeenkomst deze door
Voorhout niet wordt verlengd, verplicht Voorhout zich het
kabelnet, dat Leiden dan ten behoeve van Voorhout heeft
gelegd, tegen taxatie-waarde over te nemen.
d. Diverse redactie-wijzigingen, waardoor de nieuwe over
eenkomst gelijkvormig wordt met de nieuwste overeenkom
sten betreffende stroomlevering (Alkemade, Noordwijkerhout).
Tegenover deze wijzigingen zou Leiden zich verplichten
tot eene tarief verlaging van 35 op 30 cent per K. W. U. vol
gens enkeltarief (voor licht) en van 38 op 35 resp. 18 op 15
cent per K. W. U. volgens dubbeltarief (voor kracht).
Wij verwachten, dat door deze tariefverlaging het aantal
aansluitingen te Voorhout en de stroomlevering aldaar zeer
zal toenemen, waardoor de rentabiliteit van de stroomlevering
gunstiger wordt.
Zoodra dan ook de jaarlijksche bruto-inkomsten aan stroom
in Voorhout 40 van de aanlegkosten van het ten behoeve
van Voorhout gemaakte kabelnet bedragen, is de bedoeling
den lichtprijs (enkeltarief) wederom met 5 cent te verlagen
en te brengen op 25 cent per K. W. U, (te Leiden is dit
20 cent), hetgeen in art. 5 al. 2 van de ontwerp-overeen-
komst is uitgedrukt.
In verband met het bovenstaande hebben wij de eer U
te verzoeken den Gemeenteraad van Leiden te willen voor
stellen goed te keuren, dat met de gemeente Voorhout eene
nieuwe overeenkomst betreffende stroomlevering wordt afge
sloten volgens bijgaand concept.
De Gemeenteraad van Voorhout heeft zich bereids met de
nieuwe voorwaarden vereenigd hij besluit van 16 April j.l.
Commissarissen der Stedelijke
Fabrieken van Gas en Electriciteit,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. Korevaar P. A.zn.
Fokker.
Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
N°. 120. Leiden, 20 Mei 1914.
Ten vervolge op ons rapport van den 17en April j.l. (lng.
St. No. 88), hebben wij de eer U mede te deelen, dat nog de
navolgende posten der gemeentebegrooting van 1913, wegens
te lage raming, aanvulling behoeven met de daarbij vermelde
bedragen
Volgn. 72. Druk- en bindiverkf 701.10
Het druk- en bindwerk, geraamd op ƒ3800.—,
eischt eene uitgaaf van ƒ4501.16.
Voor een belangrijk deel is deze overschrijding
het gevolg van de in werkingtreding der Land
stormwet, waardoor de aanschaffing van veel nieuw
materiaal noodig bleek, terwijl ook de uitvoering
der Militiewet 1912 tot de overschrijding heeft bij
gedragen.
Volgn 75. Kosten van verlichting en verwarming 498.94
De post, geraamd op 1850.vorderde eene
uitgaaf van f 2348.94 en zal derhalve met ƒ498.94
verhoogd moeten worden.
Dit artikel is gedurende de laatste jaren steeds
te kort gekomen; voor 1914 is dan ook een bedrag
van ƒ2300.toegestaan.
Volgn. 76. Kosten van het abonnement op het
Staatsblad, Provinciaalblad en de dag-, week- of
maandbladen en den aankoop van boeken 72.36®
De uitgaven bedragen 472.36*. Zij waren ge
raamd op ƒ400.
Volgn. 80. Kosten wegens het plaatsen van ad-
vertentiën41.74
De kosten van het plaatsen van advertentiën in
de dagbladen enz. voor de oproeping van sollici
tanten naar verschillende betrekkingen en die van
de geregeld terugkeerende advertentiën vorderen
dit jaar eene uitgaaf van ƒ241.74. Eene verhooging
van het artikel met ƒ41.74 is dientengevolge noodig.
Volgn. 82. Reis- en verblijfkosten142.55
Op dit artikel moet worden betaald een bedrag
van ƒ367.55. De raming was 225.
Volgn. 88. Kosten van verteringen ten behoeve
van het bureau van stemopneming14.65
Eene nagekomen rekening maakt eene nadere
aanvulling van dit artikel met 14.65 noodig.
Volgn. 98. Vergoeding aan, het Rijk van 21K
van het onzuiver bedrag der grond- en personeele
belasting, ten behoeve der gemeente gehevenvoor
zoover de opcenten betreft76.61
Wegens inningskosten van de gemeente-opcenten
op de grondbelasting, dienst 1913, en öp de per
soneele belasting, dienst 1912, is een bedrag van
3464.61 verschuldigd. De begrootingspost was op
3388.geraamd en moet dus met 76.61 ver
hoogd worden.
Volgn. 104. Bureaubehoeften 75.32*
De aanschaffing van 150 exemplaren van het
eerste gedeelte der verzameling van wetten ten
dienste der Politie, uitgegeven op last van het
Departement van Justitie, ter uitreiking aan het
aolitiepersoneel vorderde eene buitengewone uitgaaf
van ƒ90.—.
Eene verhooging van het artikel met 75.32*
is evenwel voldoende.
Volgn. 104a. Kosten van verstrekking van nacht
verblijf, voedsel of reisgeld aan doortrekkende be
hoeftige personen\jrj
Op dit artikel moet een bedrag van 251.77
betaald worden. De raming was 250.
Volgn. 109. Onderhoud van brandbluschmiddelen
en reddingsmiddelen57.42
Het onderhoud der brandbluschmiddelen en de
aanschaffing van verschillende benoodigdheden vor
derden eene uitgaaf van ƒ2001.42. De ramine was
1944.—.
Volgn. 111. Onderhoud der lantaarns en verdere
kosten der verlichting. 401362
Hierboven euraief gedrukt.