71 verheelen en daarna een grooter bootenhuis te kunnen bouwen. liet te koop gevraagde terrein, op de teekening in rood aangeduid, maakt deel uit van het stuk land, groot 16 A, 60 e.A., dat laatstelijk krachtens raadsbesluit van 28 Juli 1910 (Ingek. Stukken No. 207) werd verhuurd aan E. A. Th. Vermond voor f 45.per jaar tot ultimo December 1915. Deze huurder is niet ongenegen een deel van het gehuurde af te staan, mits de huur worde verlengd tot ultimo December 1920. Verder vraagt hij eene vergoeding van 10,wegens het verlies van een perk pioenrozen en moet de schuur, die op den te verkoopen grond staat door de koopers worden verplaatst. Bij inwilliging van deze en de hieronder aange geven voorwaarden is de huurder dan bereid dezelfde huur prijs als vroeger te blijven betalen. Onder deze omstandigheden bestaat noch bij de Commissie van Fabricage noch bij ons College tegen den verkoop bezwaar. De koopprijs zou kunnen worden bepaald op ƒ5. per M.2 Wij geven U derhalve in overweging te besluiten: a. het op de teekening in rood aangegeven gedeelte van het perceel kad. bekend Sectie E No. 537, gemeente Oegst- geest, groot 194 M2., aan de Leidsche Studenten Roei- vereenigiug „«Njord" te verkoopen voor den prijs van ƒ5. per M2., benevens de kosten van overdracht, en verder onder bepaling: 1°. dat het te dempen slootgedeelte vóór den aanvang der verdere werkzaamheden worde schoongemaakt en vervolgens aangevuld met zuiver zand, beide eindpunten der demping worden voorzien van schoeiingen en het terrein van »Njord" worde afgescheiden van het gemeentelijke bouwland door een 3 M. hooge schutting, welke schoeiingen en schutting door »Njord" ten genoegen van Burgemeester en Wethouders moeten worden onderhouden; 2°. dat de bestaande rioleering aan de Zuid-oostzijde van den Morscfhweg worde verlengd door de te dempen sloot naar het open blijvende slootgedeelte; 3°. dat de schuur, staande op het te verkoopen terrein, volgens nadere aanwijzing worde verplaatst en aan den huurder Vermond eene vergoeding worde uitgekeerd van 10,wegens derving van de opbrengst van een vak pioenrozen. 4°. dat alle te verrichten werkzaamheden geschieden ten genoegen van ons College, dat zij niet aanvangm vóór 1 Juli 1914 en uiterlijk geëindigd moeten zijn op 1 October d. a. v. b. bij verkoop van het sub a genoemde terrein het krachtens raadsbesluit van 28 Juli 1910 met den huurder van het z. g. Galgenveld, E. A. Th. Vermond, gesloten huurcontract in dieri zin te wijzigen, dat de grootte van het ver huurde land wordt verminderd tot 14 A. 66 cA. en de huur eerst zal eindigen ultimo December 1920. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Burgemeester ert Wethouders der Gerneerrte Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, W. B. Doo renbos en P. C. Romer, in hunne qualiteit van praeses en ab-actis der Leidsche Studenten Roeivereeniging »Njord", dat bovengenoemde vereeniging gaarne van de gemeente Leiden zou willen koopen een gedeelte van het aan haar terrein grenzende perceel, eigendom van de gemeente Leiden, voorkomende op het kadastrale plan der gemeente Oegstgeest als No. 537. dat dit perceel een driehoekig oppervlak zal beslaan van 194 M2. en wel met eene breedte aan den Morschweg van 15,50 M. bij eene diepte van 25 M., volgens bijgaande tee kening. Tot, afscheiding van beide perceelen zouden adressanten gaarne vergunning krijgen tot 't plaatsen van een hek of muur met achterwege laten van een scheidingssloot. Namens het bestuur der L. S. R. V. Njord: W. B. Doorenbos h. t. praeses. P. C. Römer. h. t. abactis. N°. 117. Leiden, 19 Mei 1914. Wij hebben de eer U hierbij ter vaststelling aan te bieden het Kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1914, waarvan de proefdrukken aan de raadsleden zijn toegezonden. In het Ingekomen Stuk No 291 van 1913, betreffende ons voorstel tot verhooging van de opcenten op de Rijkspersoneele belasting, spraken wij de veronderstelling uit, dat, nu in het vervolg ter berekening van het zuiver inkomen der belasting schuldigen geen aftrek van het bedrag van den aanslag in de Vermogens-, Bedrijfs- en Personeele Belasting meer zou zijn toegelaten, voor 1914 het gemiddeld heffingspercentage zou bedragen 4.86 en het vermenigvuldigingscijfer 5-48. Daaraan voegden wij toe: »Wij merken hierbij evenwel op, dat deze cijfers van onze zijde slechts als eene raming worden beschouwd en niet als vaststaande mogen worden aangenomen. Eerst na vaststelling van het primitief Kohier voor 1914 zal blijken of de werkelijk heid onze inzichten bevestigt." Nu het Kohier is opgemaakt, blijkt, dat onze veronder stelling de werkelijkheid zeer nabij komt. Bij de gemeentebegrooting voor 1914 is de opbrengst der plaatselijke directe belasting geraamd op 470.434.Na aftrek van de ver moedelijke opbrengst der Suppletoire Kohieren en van het Forensen kohier en na verhooging van het daarna verkregen bedrag met eene som. wegens verlies voor kwade posten, zal het te heffen bedrag bedragen 477.155.70. Bij een vermenigvuldigingscijfer: één zou de opbrengst der- belasting bedragen f 86.893.64. Teneinde derhalve eene op brengst van 477.155 70 te verkrijgen, moet men het vermenigvuldigingscijfer vaststellen op 5.5 Het gemiddelde heffingspercentage van het belastbaar inkomen bedraagt dan 4.879. 6 Op grond van het vorenstaande geven wij U alsnu in overweging 1°. over te gaan tot vaststelling van het Kohier der plaat- lijke directe belasting, dienst. 1914, tot een totaal bedrag van 9.779.690 2°. het vermenigvuldigingscijfer, bedoeld in art. 9 der ver ordening. regelende de heffing eener plaatselijke directe belasting te Leiden, vast te stellen op 5.5 Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 118. Leiden, 20 Mei 1914. Zooals U uit de in de Leeskamer nedergelegde corres pondentie blijken zal, kan de gemeente Leiden met het Rijk eene overeenkomst afsluiten, waarbij de Idiotenafdeeling Voorgeest", bij het krankzinnigengesticht Endegeest, dienst baar wordt gemaakt voor het onderwijs in de psychiatrie en de neurologie aan de Rijks Universiteit alhier. De Minister van Binnenlandsche Zaken is bereid bevonden ten behoeve van deze beschikbaarstelling, eene jaarlijksche vergoeding aan de gemeente Leiden uit te keeren van ƒ15,voor eiken patient, die op 31 December van het jaar waarover de vergoeding verleend wordt, in de Idiotenafdeeling verpleegd wordt, tot een maximum bedrag van 1800,— per jaar. Een en ander is omschreven in de te dier zake met Cura toren der Rijks-Universiteit aan te gane overeenkomst, waarvan het concept zich bij de bovenvermelde correspondentie bevindt en met welks inhoud de Minister heeft verklaard zich te kunnen vereenigen. Wij geven U op grond van het bovenstaande in over weging, ons College te machtigen de bedoelde overeenkomst met het Rijk aan te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 119. Leiden, 20 Mei 1914. Onder verwijzing naar het hierachter afgedrukt schrijven van Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit geven wij U in overweging tot vaststelling van de navolgende overeenkomst over te gaan: OVEREENKOMST betreffende de levering van Electriciteit in de Gemeente Voorhout door de Leidsche Elec- triciteitsfabriek. Artikel 1. Voorhout verleent aan Leiden, met uitsluiting van ande ren, vergunning voor het leggen, hebben en onderhouden van een kabelnet met toebehooren binnen de gemeente Voorhout zoodanig, dat Leiden bevoegd is met ingang van 1 Juli J9i4 tot en met 3i December 1943 electrische energie te leveren aan de gemeente Voorhout en aan particulieren en publiekrechtelijke lichamen in en buiten de gemeente Voorhout zonder dat daarvoor eenige recognitie, hoe ook ge naamd, door Leiden aan Voorhout te betalen is. Mocht gedurende den duur der concessie eene andere ver- lichtingswijze dan de bestaande petroleum-straatverlichting door Voorhout worden geëxploiteerd of door haar worden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 19