DONDERDAG 26 MAART 1914.
51
gebracht worden, met beide handen aan die vereenigirigen,
gebonden zou zijn, lijkt mij dan ook volkomen denkbeeldig,
omdat de gemeente volkomen vrij blijft, om, als de plannen
niet goed zijn en niet naar haar zin veranderd worden, de
onderhandelingen af te brekenen dan blijft de gemeente
niet met den grond zitten, want de vereeniging „De Een
dracht" of een andere vereeniging zal dan zonder eenigen
twijfel dadelijk bereid gevonden worden, om den grond voor
dezen prijs over te nemen.
De heer Sijtsma heeft in twijfel getrokken of mijn opmer
king wel juist was, dat niel voor alle categoriën van woningen
op het oogenblik woningnood zou heerschen, en heeft dat
gemotiveerd met de bewering, dat anders een verbooging van de
huishuren niet zou hebben kunnen doorgaan. Maar deze weer
legging is onjuist, want de door den heer Sijtsma bedoelde
verbooging heeft alleen plaats gehad voor woningen boven 2.
huurwaarde.
Dan heeft de heer Sijtsma nog een ander terrein genoemd,
dat te krijgen zou zijn en dat goedkooper zou wezen. In
eersten termijn heeft hij genoemd een terrein aan de Haarlem
mertrekvaartnu komt hij in tweeden termijn met een ter
rein aan den Zijlsingel, ik wil even opmerken, dat de ver
eeniging »Ons Belang" juist datzelfde terrein in bod heeft gehad
en dat een poging is gedaan om het daarop klaar te spelen,
maar dat het onmogelijk is geweest voor die vereeniging om
voor dat terrein een berekening op te zetten, die sluitend
was te maken.
De heer Fokker. M. d. V. Ik heb mij aan twee kanten te
verdedigen, in de eerste plaats tegenover den Wethouder, die
met een zeker aplomb heeft gezegd, dat hier geen sprake is
van onteigening, en dat middel niet kon worden toegepast.
Ik ben zoo gelukkig, juristen hier naast mij te hebben, die
mij toegeven, dat onteigening in dezen wel degelijk kan worden
toegepast. Als de Wethouder zich de moeite wil geven, art.
77 van de Onteigeningswet na te gaan, dan zal hij zien, dat
wel degelijk in een geval als het onderhavige onteigening
mogelijk is.
De heer van der Pot heeft mijn critisch vernuft bewonderd
en het vreemd gevonden, dat ik, hoewel commissaris geen
bestuurslid van een van de verzoekende vereenigingen mij
toch tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
heb verzet. Ik wil daarop dit wel antwoorden, dat wanneer
een vereeniging, waarvan ik commissaris ben, een verzoek
wenscht te doen, waarop een voorstel komt, dat ik niet in
het belang van de gemeente acht, dat ik dan voor mij zelf
hoog genoeg sta, om in het belang van de gemeente te stemmen
tegen een dergelijk voorstel.
De Voorzitter. Ik vind, dat U zich heel mooi aan weerskanten
hebt verdedigd.
De heer Fokker. Ik zou nog dit willen zeggen, of Burge
meester en Wethouders bij één besluit niet alleen op
het eene verzoek willen doen beschikken, maar ook op het
andere. En wanneer ik mij dan met het eene gedeelte zou
kunnen vereenigen en bezwaar had tegen het andere zou ik
mij toch nog genoodzaakt zien, tegen te stemmen ook al
bracht ik daarmee in gevaar het gedeelte, dat mijne instemming
had, indien de nadeelen voor de gemeente vöor mij zwaarder
wogen dan de voordeelen. Dat komt dan door de wijze, waarop
Burgemeester en Wethouders het praeadvies hebben ingekleed.
Dat de gemeente geheel vrij zou blijven, zooals de heer
van der Pot heeft beweerd, kan ik niet toegeven. Wanneer
men' met deze vereenigingen niet klaar komt, dan zal men
de onderhandelingen moeten afbreken, maar dan staat men
erg zwak tegenover nieuwe gegadigden, die weten dat wij
pmet het complex zitten".
De Voorzitter. Ik meen te hebben opgemerkt, dat de heeren
denken, dat Burgemeester en Wethouders iets verzuimd zou
den hebben, maar de zaak is pas aanhangig gemaakt sedert
1*4 dagen. Wij konden dus niet anders doen, dan deze zaak
nu behandelen.
Ik geloof dat nu de zaak wel van alle kanten bekeken is
en wij dus tot hoofdelijke stemming kunnen overgaan.
De beraadslaging wordt gesloten.
Punt a van het voorstel wordt in stemming gebracht
en aangenomen met 19 tegen 11 stemmen.
Vóór stemmen de heerenvan Hamel, Bots, Vergouwen,
Briët, Driessen, A. Mulder, van Tol, Hartevelt, Reimeringer,
Korevaar, Bosch, Corts, van der Pot, van der Eist, Fischer,
van der Lip, Aalberse, Heeres en van Gruting.
Tegen stemmen de heeren: Korff, Botermans, Roem, Sijtsma,
P. J. Mulder, Zwiers, de Boer, Pera, Fokker, Carpentier
Alting en Hoogenboom.
(Tijdens de behandeling van dit punt waren de heeren
Heeres en van Gruting ter vergadering gekomen.).
Punt b (tot beschikbaarstelling van de voor dien aankoop
benoodigde gelden), wordt zonder beraadslaging of hopfde-
lijke stemming aangenomen.
XXI. Bezwaarschriften tegen de aanslagen in de plaatse
lijke directe belasting, dienst 1913.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
De Voorzitter. Mijne Heeren Er zijn nog enkele zaken
in een zitting met gesloten deuren te bespreken. Alvorens
dat te doen, zou ik echter eerst tot de rondvraag willen
overgaan. Ik zou daarbij willen verzoeken, om, tenzij het van
het uiterste gewicht is, weinig te vragen of zich te bekorten,
want binnenkort zal misschien toch reeds weer een raads
vergadering noodig zijn. Het wordt toch al laat en verschillende
heeren gaan nu langzamerhand liever eten.
De heer Fokker. M. d. V. Nu het besluit gevallen is, om
het terrein aan den Heerensingel te koopen, zou ik Burge
meester en Wethouders willen verzoeken, om te willen over
wegen, in hoeverre het mogelijk is, dat een buitengewone
belasting zou kunnen worden geheven van die personen, die
vlak daar bij hun eigendommen hebben en wier perceelen
door de uitvoering van dit plan enorm in waarde zullen
stijgen.
De Voorzitter. Wij zullen gaarne Uw woorden in over
weging nemen.
Verlangt nog iemand het woord in het belang der gemeente?
Zoo niet, dan schors ik de openbare vergadering en doe de
deuren sluiten.
De openbare vergadering wordt na eenigen tijd heropend
en daar niemand meer het woord wenscht, door den Voor
zitter gesloten.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.