30
DONDERDAG 26 FEBRUARI 1914.
ling kan tot stand brengen, die volgens zijn zienswijze het
meest doelmatig is. U zegt, dat er haast bij de zaak is, maar
dat kan ik niet zoo inzien, aangezien de verhoogingen eerst
zullen ingaan met 1 Juli van dit jaar en de zaak toch een
volgende raadszitting weer ter tafel kan komen. Het is voor U
veel gemakkelijker dan voor een lid van den Raad een wij
ziging aan te brengen, waardoor aan mijn verzoek wordt
voldaan, want ook al kon U meegaan met het voorstel van
een tijdperk van 17 jaar, waarin men het maximum-salaris
kan bekomen, dan zou wellicht de indeeling van die jaren
bij U nog weer bezwaar ondervinden.
De Voorzitter. Ik merk den heer Pera op, dat hij de stuk
ken gedrukt thuis heeft ontvangen, en zich dus met den in
houd wel vertrouwd heeft kunnen maken. Is hij het daarmede
niet eens en wil hij den tijd, waarin het maximum bereikt
kan worden, verkort zien, dan zou ik hem toch aanraden een
amendement in dien geest in te dienen. Ik wil hem even
wel meedeelen, dat Burgemeester en Wethouders daarin niet
zullen kunnen meegaan, want het zal toch altijd onmogelijk
wezen om iemand te garandeeren, dat hij na bijv. 17 dienst
jaren zijn maximum zal bereiken. Is een beambte ongeschikt,
dan bereikt hij zijn maximum nooit. Wanneer U mijne expli
catie van het voorstel van Burgemeester en Wethouders zult
hebben aangehoord, dan zult. U zien, dat men reeds na een
betrekkelijk kort aantal dienstjaren op zijn maximum kan
komen, mits men natuurlijk ijverig is en goed zijn best doet.
Voor ik evenwel met de explicatie van het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders een aanvang maak, acht ik het beter
eerst de andere opmerkingen van den heer Pera te bespreken.
Ook mij doet het veel genoegen, dat het den heer Pera
zooveel genoegen heeft gedaan, dat Burgemeester en Wethou
ders gekomen zijn met een voorstel om de traktementen dei-
politiebeambten te verhoogen. Hij is echter van meening, dat
een tijdperk van 24 jaren te lang is voor het bereiken van
het maximum. Dat dit 24 jaar duren moet, zie ik evenwel
niet in. Gewoonlijk zal dit ook niet het geval zijn. Zoo zijn
er b.v. eenigen agent eerste klasse geworden na 9 dienstjaren. Na
12 jaar zullen deze hun maximum hebben bereikt, dus in het
geheel na 21 dienstjaren. Hoe eerder nu de categorie van
agenten eerste klasse wordt uitgebreid, hoe korter men als
agent tweede klasse behoeft te dienen. En nu is het mijne
verwachting, dat de agenten tweede klasse in den regel na
8 dienstjaren agent eerste klasse worden, zoodat dan het
maximum na 20 jaar zal zijn bereikt. In den ouden tijd wer
den brugwachters en dergelijke menschen van 36 a38-jarigen
leeftijd politie-agentin den laatsten tijd is dit anders ge
worden. Nu worden er altijd jonge menschen aangesteld op
22 a 23-jarigen leeftijd. Deze zullen dus reeds hun maximum
kunnen hebben op 43-jarigen leeftijd. Zooals U weet, wordt men
op zijn 55ste jaar pensioensgerechtigdmen kan derhalve nog
een geruimen tijd van zijn maximum genieten. Daar komt
nog iets bij. Gaandeweg is het ons duidelijk geworden, dat
men eenerzijds wel spoedig zijn maximum wil bereiken, maar
dat men dan aan den anderen kant weer gaat zeggen: dat
men zoo - vreeselijk lang op zijn maximum staat. Ik heb de
geheele verhoogingsactie van de agenten eerste, tweede en
derde klasse meegemaakt. Alle ambtenaren hebben in dezen
korten tijd, behalve misschien eene kleine categorie, een- of
tweemaal verhooging van salaris ontvangen. En altijd heb ik
den wensch gehoord, om spoedig zijn maximum te bereiken,
terwijl anderzijds er over werd geklaagd, dat men zoo lang
op zijn maximum bleef staan. Men kan toch niet aan het
veranderen blijven. Men moet niet vergeten, dat Leiden er
niet is voor de ambtenaren, maar dat de ambtenaren er zijn
voor Leiden. De heer Pera zal nu denkelijk wel bij zich
zelf zeggen, dat dit een vrijwel afgezaagde uitdrukking is;
maar ik wil het toch gaarne nog eens herhalen. Wij moeten
de ambtenaren goed betalen, daarin is niets onredelijks, maar
er is eene grens. Waar is echter die grens? Dat is de groote
moeilijkheid. Vergeet U ook niet, dat toen ik hier kwam, men
toen had 56 agenten 3de klasse, 20 2de klasse en 10 1ste
klasse. Agent 1ste klasse werd toen bijna niemand, de mees
ten bleven agent 3de klasse. Nu kan ieder zijn maximum
bereikenwant het voornemen bestaat om aan te stel
len 50 agenten 1ste klasse en 36 2de klasse; op die wijze
kan iedereen zijn maximum wel bereiken; de ouderen wel
licht niet, dat is ook natuurlijk. Toen indertijd de rang van
agent 3de klasse is opgeheven, zijn vele agenten 2de klasse,
die lang gediend hadden, 1ste klasse gewórden. Wij moeten
hier nu een regeling maken voor de toekomst, en het gaat
niet aan om te zeggendie agent heeft zoolang gediend, dus
die moet het eerst verhooging krijgen, die ander heeft zoo
veel jaar gediend, dus die krijgt weer zooveel meer. Het is
een verbetering van traktement, die geldt voor de toekomst.
Agenten, die voor dien tijd gepensionneerd zijn, zullen ook
niet van deze betere regeling profiteeren, dat kan nu eenmaal
niet anders, wij moeten nu tot een vast stelsel komen. En
ik geloof dat het hier voorgedragen stelsel werkelijk goed en
billijk is. Ik heb eens laten narekenen wat het stelsel zou
kosten, dat. aangegeven is in het adres van de Vereeniging
van politie-agenten »Door Eendracht Saamgebracht" en in
dat van den Bond. Het eerste jaar zouden de meerdere kos
ten volgens ons voorstel bedragen 4500.ging het plan
in die adressen aangegeven door, dan zou daarbij nog komen
3000.dat zou dus worden 7500.
Maar door de vluggere promotie zou het het volgende jaar
niet weder een verschil maken van f 3000, doch weer f 2000
meer of in het geheel ƒ5000 meer, zoodat in het jaar 1915
9500 meer zou moeten worden betaald. Wat nu wordt
voorgesteld is toch al niet zoo weinig, wanneer men eens na
gaat hoe de bezoldigingen in den laatsten tijd zijn vooruit
gegaan. Nog niet lang geleden, in 1905, was het maximum
traktement van den agent 1ste klasse 725 en thans wordt
voorgesteld 875. Van die 725 profiteerden toen 10 agen
ten, terwijl er thans van de ƒ875 50 zullen profiteeren.
In 1907 werd het traktement weer verhoogd, toen werd
het maximum voor een agent 1ste klasse 775, wat nu na slechts
zeven jaren tijdsverloop weer wordt verhoogd met 100, behalve
nog dat er van dat hoogere traktement nu 50 personen profi
teeren tegen vroeger slechts 10. Ik meen werkelijk, dat de
traktementen heel mooi verbeterd zijn, vooral omdat men
zijn maximum ook zooveel vroeger kan krijgen. Vroeger toen
men nog had 10 agenten 1ste klasse, 20 2de klasse en 56
3de klasse, kan ik mij begrijpen, dat het gros der agenten
3de klasse al reeds door de kleine kinderen heen was en
toch nog stond op hun maximum van 600. Maar dat is
nu zeker niet. meer het geval. Als hoofd van de politie kan
ik natuurlijk zeggenik vind elke verbetering in traktement
die men wil toestaan prachtig, maak de promotie nog sneller
en verhoog de traktementen nog meer; maar wij moeten ook
te rade gaan met andere belangen. Want al is een agent nu
iemand, wiens plicht het is en ik zou gaarne willen dat
alle agenten dit ter harte namen zich te ontwikkelen en
om goed met het publiek om te gaan, hij heeft toch niet de
opleiding gehad van een vakman.
Deze agenten krijgen een traktement van 675. Hierbij
komt ƒ25, die zij op hun kleedinggeld overhouden. Dit maakt
dus te zamen 700. Hierbij komen dan nog eenige emolu
menten. Dat zij deze ontvangen, daar heb ik niets tegen. Ik
vind er niets in, dat, wanneer iemand uit de stad gaat en
vraagt aan de politie: »let eens op mijn huis", hij ten behoeve
van het personeel daarvoor wat geeft. De agent van politie
mag derhalve rekenen op een inkomen van ruim 700
plus vrije bovenkleeding. Zulk een salaris ontvangt reeds
iemand van 22 a 23 jaar. Men mag dus niet zeggen, dat
de agenten te Leiden slecht bezoldigd worden. Er zijn in
de maatschappij en ook in gemeentedienst heel wat perso
nen, die deze positie benijden. Ik geloof derhalve niet, mijn
heer Pera, dat uw voorstel veel kans van slagen zal hebben,
hoewel ik U niet wil afraden een amendement in te die
nen, want ik weet wel, dat U er best tegen kunt, als dit
niet wordt aangenomen. Eenige jaren geleden, in 1912, toen
het praeadvies van Burgemeester en Wethouders luidde om
niet over te gaan tot verhooging van het salaris der politie
agenten, heb ik gezegd, dat in 1912 ruim 19000 meer op
de begrooting stond voor de bezoldiging van het politiekorps
dan in 1901. Na 1912 is dit bedrag nog meer verhoogd en
nu stellen Burgemeester en Wethouders voor dit bedrag
jaarlijks met nog een 4500 te verhoogen. Als er èéne cate
gorie van ambtenaren is, die niet te klagen heeft over haar
salaris dan is dat zeker het politiekorps. Ik ben dat korps
zeer genegen, maar aan alle verlangens is eene grens.
Het spijt mij, dat thans dit adres der agenten is ingeko
men. Ik vind het zoo jammer, dat, wanneer men met een
voorstel komt, men dan nog altijd om meer vraagt. Dit
moet den Raad ten slotte ook gaan vervelen. Wanneer het
voorstel van Burgemeester en Wethouders was geweest gelijk
luidend aan dit adres, dan zou er toch weer een verzoek om
nog meer zijn ingediend. Het zou beter zijn, dat men eens
tevreden was, met de traktementsverbetering, die men krijgt.
Dit zou ten minste billijk zijn.
Nog een enkel woord over dat adres der andere agenten
in verband met de opmerkingen van den heer Pera. Zij
vragen, wat ook de heer Pera heeft verzocht, om met het
oog op de oudere agenten de periodieke verhooging der
agenten eerste klasse te doen geschieden om de twee jaren.
Nu wil ik wel gelooven, dat er onder de oudere agenten
zijn, die hun maximum eerst op later leeftijd bereiken, maar
daarvoor kon toch geene andere bepaling worden gemaakt.
De meesten van hen zullen toch nog wel hun maximum bereiken.
Er zijn er eenigen met 25 dienstjaren, maar die staan op
hun maximum, een ander heeft 20 dienstjaren, maar die
komt met 1 Maart op zijn* maximum en nog een ander,
die 19 jaar in dienst is, krijgt 1 Maart van het volgende jaar
zijn maximum enz. Zoo verschrikkelijk laat wordt dat maxi
mum dus niet bereikt. Er zijn ook agenten bij, die lang zijn
blijven hangen in de 2de klasse, en die door de betere rege-