28 DONDERDAG 26 FEBRUARI 1914. moet evenwel niet vergeten, dat in kleinere gemeenten de gelegenheid tot het huren van eene zaal niet zoo groot is als hier in Leiden. Men kan er verzekerd van zijn, dat, wanneer men niet per se de Stadsgehoorzaal behoeft, men eene andere zaal zal zien te bekomen. Hier bestaat concur rentie, wat in kleine plaatsen waarschijnlijk niet in die mate het geval is. De Voorzittek. Tk acht de opmerking van den heer Pera volkomen juist. De beraadslaging wordt gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het praeadvies besloten. VIII. Verzoek van A. Backer om verlenging van de pacht der exploitatie van de Burcht en de Graanbeurs. (Zie Ing. St. No. 37.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. IX. Adres van B. L. de Ridder, waarbij deze te koop aan biedt eenige perceelen weiland in den Cronesteinschen polder onder Zoeterwoude. (Zie Ing. St. No. 41). Wofdt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. X. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 29 Juli 1909 (Gem.blad No. 13), regelende de heffing van be lastingen voor het gebruik van het Openbaar Slachthuis te Leiden. (Zie Ing. St. No. 39.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. De artikelen 1 tot en met 5 en daarna de geheele veror dening worden achtereenvolgens zonder beraadslaging of hoof delijke stemming aangenomen. XI. Verordening, houdende wijziging der verordening van 5 December 1907 (Gem.blad No. 27), regelende den rang en de bezoldiging van de ambtenaren en bedienden ter gemeente secretarie en op het kantoor van den Gemeente-Ontvanger. (Zie Ing. St. No. 40.) Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd. Art. 1 wordt zonder beraadslaging ot hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 2, luidende »De zesde tot en met de elfde alinea van artikel 2 worden vervangen door de volgende alinea's »de commiezen genieten een jaarwedde van ten minste 1400.en ten hoogste 1700.— de adjunct-commiezen genieten een jaarwedde van ten minste 1000.en ten hoogste 1300. de bevolkingsagenten genieten een jaarwedde van ten minste 800.en ten hoogste 1100; de klerken genieten een jaarwedde van ten minste ƒ600. en ten hoogste 900. de tijdelijke of hulpschrijvers worden per dag beloond. De commies, aan wien de titel van »commies le klasse" wordt toegekend, geniet een bezoldiging, die 100.hooger is, dan die welke hem volgens bovenstaande regeling zou toekomen". De heer van der Pot. M. d. V. Het zal zeker ook wel aan Burgemeester en Wethouders bekend zijn, dat de regeling, gelijk die nu wordt voorgesteld in art. 2, een gevoel van achteruitzetting heeft gewekt bij een bepaalde categorie van ambtenaren, nl. bij de bevolkingsagenten. Tot dusverre waren deze gelijkgesteld met de adjunct-commiezen maar die gelijk stelling wordt nu verbroken; de bevolkingsagenten krijgen wel een kleine verhooging van eindsalaris, maar de adjunct commiezen krijgen een vrij belangrijke verhooging ook van aanvangssalaris. Nu is het voor leden van den Raad moeilijk om een oordeel in dezen uit te spreken, maar zoo oppervlakkig beschouwd, lijkt mij dit gevoel van achteruitzetting wel eenigszins gegrond en daarom zou ik willen vragen, welke redenen Burgemeester en Wethouders hebben bewogen om de tot dusverre bestaande gelijkstelling tusschen deze beide categorieën van ambtenaren te verbreken. De Voorzitter. Mag ik op de opmerking van den heer van der Pot, dit antwoorden, dat er van gelijkstelling tusschen de adjunct-commiezen en de bevolkingsagenten nooit sprake is ge weest. Wellicht is de redactie van de betreffende alinea in de oude verordening niet zoo duidelijk geweest en heeft dit aanleiding kunnen geven tot deze onderstelling. Er moge gelijkstelling geweest zijn, wat betreft de bezoldiging, maar dat is nog heel wat anders dan gelijkstelling in de praestatie van dien sten. Meer en meer de heeren hebben het weer kunnen hooren uit het adres van de gemeente Velsen worden de gemeenten belast met de uitvoering van Rijkswetten. Hun aandeel in het groote raderwerk van den Staat wordt steeds grootei steeds zwaarder wordt de taak, die op de schou ders van de gemeentebesturen wordt gelegd, zoodat ook de hulp, die Burgemeester en Wethouders moeten hebben, steeds meer wordt. Vroeger kon men in de gemeente het wel doen met minder wetenschappelijk opgeleid personeel en minder geoefende krachten, maar dit is langzamerhand veranderd, doordat ook de aard van het werk anders is geworden. Vroeger begon men in het a1 gemeen als klerk en men klom dan langzamerhand op. Nu moet men veel meer weten, en daarom kwam het ons voor, dat bijv. ook het karakter van de betrekking van adjunct-commies gaandeweg moest wor den herzien. Men moet nu hebben een meer geschoold perso neel, anders komen alle werkzaamheden neer op Burgemees ter en Wethouders en dan wel in de eerste plaats op den Secretaris. Daarom kwam het ons noodig voor de traktemen ten van het personeel op de Secretarie, voor zoover noodig, thans te verhoogen, opdat wij een goede keuze zullen kunnen doen bij het zoeken naar deze ambtenaren. Met de bevol kingsagenten is het een heel ander geval. Dal is geen weten schappelijk werk, dat zal iedereen toch moeten toegeven. Dat zij ook verhoogd zijn, ligt dan ook niet in de verzwaring van hun werk, doch in het feit dat de levensstandaard in het algemeen, en dus ook voor hen, is verhoogd. Van gelijkstelling met de adjunct-commiezen kan evenwel geen sprake zijn en daarom kan men ook niet spreken van een achterstelling, wanneer de adjunct-commiezen meer zullen ontvangen. De bevolkingsagenten zijn eenvoudig gebleven op het oude peil, doch de adjunct-commiezen zijn verhoogd om de redenen, die ik aangaf. Zonder aan de verdiensten der beyolkings- agenten iets af te doen, meen ik toch te hebben duidelijk ge maakt, dat wij voor adjunct-commiezen een ander, meer onder legd personeel noodig hebben. Het salaris van de bevolkings- agenten zal hier nu gaan van ƒ800.tot ƒ1100..In Delft is het traktement 700.— tot ƒ900.— in Dordrecht 600.tot 1000.— in den Haag 800.tot 1200.—. Men zal dus moeten toegeven, dat de salariëering der bevolkingsagenten te Leiden nog zoo slecht niet is. Voor de maximum-verhoo ging van het salaris der bevolkingsagenten met 100. bestond eene andere reden. De heer Vergouwen. M. d. V. Een enkel woord over dit onderwerp. In de eerste plaats betreffende hetgeen U zooeven hebt opgemerkt aangaande de salarisregeling der bevolkings agenten. Men moet niet vergeten, dat men in sommige andere gemeenten naast de bevolkingsagenten ook nog wijkmeesters heeft. Tot het werk der bevolkingsagenten behoort daar in hoofd zaak het bijhouden der registers van den Burgerlijken Stand. In Utrecht kent men naast de bevolkingsagenten ook wijk meesters. Het werk, dat de wijkmeesters verrichten, hebben bij ons o®k de bevolkingsagenten te doen. De naam bevol kingsagent is dan ook minder juist en zou beter kunnen worden vervangen door die van buurtcommissaris, aangezien zij behalve voor den Burgerlijken Stand ook worden gebezigd voor den informatiedienst, en zij nog allerlei andere bezigheden hebben te verrichten. In ieder geval zoudt U, waar U geeft eene opgave van het salaris van de bevolkingsagenten in andere gemeenten, er bij moeten vermelden, of men in die ge meenten ook wijkmeesters heeft, en of hun werk hetzelfde is als hier ter stede. Dit maakt wel eenigszins een verschil. U hebt gezegd dat, waar in de tegenwoordige omstandigheden aan het personeel ter secretarie hoogere eischen worden gesteld, eene hoogere salariëering wel gewettigd is. Nu zou ik U willen vragen, of U hierbij het oog hebt op alle adjunct commiezen, want behalve ter secretarie zijn er nog andere, zoodat hieronder ook begrepen zijn de adjunct-commiezen aan de af- deeling Burgerlijke Stand en op het Bureau van den Gemeente ontvanger, en of U alle ambtenaren op het stadhuis beschouwt als ambtenaren ter secretarie. Wanneer het uwe bedoeling is, dat aan alle adjunct-com miezen hoogere eischen worden gesteld, dan gaat het op wat U hebt gezegd. Is dit evenwel uwe bedoeling niet, dan zou het overweging verdienen om eene scheiding te maken, en te spreken van adjunct-commiezen 1ste klasse en adjunct-commiezen 2de klasse, en dan zou men de bevolkingsagenten gelijk kunnen stellen met de adjunct-commiezen 2de klasse. De Voorzitter. Laat mij U even hierop antwoorden, dat in de drie gemeenten, die ik heb opgenoemd, geen wijkmees ters bestaan. Voor zoover ik weet, is dit alleen het geval in Utrecht. De betrekking der bevolkingsagenten te Leiden is volkomen gelijk aan die in de andere drie gemeenten. Hoe deze zaak in Utrecht is geregeld, kan ik U niet zeggen. In verband met wat door U gezegd is betreffende de adjunct- commiezen, moet ik opmerken, dat het hier geldt alle adjunct-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 4