22
N°. 50. Leiden, 5 Maart 4914.
Bij raadsbesluit van 31 October 1912 (Ingek. Stukken
No. 233) werd aan de afdeeling Leiden van den Nederland-
schen Padvindersbond tot wederopzeggens vergunning ver
leend om de beide bovenlokalen van het Caecilia-Gasthuis
voor het houden van oefeningen én bijeenkomsten te gebrui
ken tegen betaling van een bedrag van 10per jaar of
gedeelte daarvan en verder onder de in het besluit vermelde
voorwaarden.
In velband met het inrichten der bovenlokalen van het
Caecilia-Gasthuis tot school voor zwakzinnige kinderen, moest
aan de afdeeling het verder gebruik der afgestane lokalen
worden ontzegd en om die reden verzoekt zij alsnu bij
nevensgaand adres een tweetal vertrekken van het voormalige
lnvaliedenhuis of van een ander gebouw te mogen gebruiken.
Blijkens nader aan den Directeur van Gemeentewerken
verstrekte inlichtingen zouden de padvinders gaarne de be
schikking willen hebben over een 2 tal kamers van de vroe
gere Commandantswoning met vestibule en verbindingsgang
naar de binnenplaats, teneinde een enkele maal ook op die
binnenplaats oefeningen te kunnen houden.
Met de Commissie van Fabricage komt het ons voor, dat,
nu de padvinders het Caecilia-Gasthuis tengevolge van de
stichting der nieuwe school hebben moeten verlaten en geen
ander gemeentelijk gebouw voor hen beschikbaar is, er in
dit bijzondere geval wel termen bestaan, om de gevraagde
localiteit aan adressante tijdelijk in gebruik te geven en wij
stellen U mitsdien voor aan de afdeeling voornoemd tot weder
opzeggens vergunning te verleenen om een tweetal kamers
van de vroegere Commandantswoning, behoorende bij het
voormalige lnvaliedenhuis, benevens de vestibule en de ver-
bindmgsgang naar de binnenplaats, een en ander op de tee-
kening in rood aangegeven, voor het houden van oefeningen
en bijeenkomsten te gebruiken tegen betaling van een bedrag
van 10-Pei Jaar °f gedeelte daarvan en verder onder de
navolgende voorwaarden
1°. dat de kosten van verwarming, verlichting en schoon
houden voor rekening der afdeeling komen
2°. dat alle schade, aan het gebouw of de omgeving toe
gebracht, tengevolge van het gebruik maken der lokalen,
door de afdeeling aan de gemeente worde vergoed;
3°. dat alle ter zake van het gebruik door Burgemeester en
Wethouders gegeven of nog te geven voorschriften worden
nagekomen
4°. dat bij eventueel gebruik van de lokalen ten behoeve
van de indeeling der militie, deze behoorlijk ontruimd en
schoongemaakt, ter beschikking van de gemeente worden
gesteld
5°. dat geen veranderingen of verbouwingen in het afgestane
gedeelte mogen geschieden zonder toestemming van Burge
meester en Wethouders, komende alle kosten dezer werken
uitsluitend ten laste van adressante;
6°. dat de afdeeling, zoolang zij nog geene rechtspersoon
lijkheid bezit, een persoon, ten genoegen van Burgemeester
en Wethouders, aanwijze, die zich tegenover de gemeente
voor alle beschadiging, wanbetaling of andere tekortkomingen
aansprakelijk stelt;
7°. dat deze vergunning vervalt, wanneer daarvan vóór of
op 1 Mei 1914 geen gebruik is gemaakt of aan de gestelde
voorwaarden niet wordt voldaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetb. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, de afdeeling
Leiden van den Nederlandschen Padvinders Bond, vertegen
woordigd door F. Leers en B. Smeets, als resp. voorzitter en
sekretaris, ten deze domicilie kiezende Rijn en Schiekade
No. 81.
dat het haar onmogelijk is geworden, door de verbouwing
van het St Caecilia gasthuis, gebruik te maken van de beide
zalen in dat gebouw, die bij een vroeger besluit van üw
geacht college aan haar in bruikleen zijn afgestaan,
dat zij Uw College daarom verzoekt op dezelfde voorwaarden
het gebruik te mogen krijgen van een tweetal vertrekken
van het voormalig lnvaliedenhuis aan den Middelweg of van
een ander, door Uw geacht College gian te wijzen gebouw.
Hetwelk doende enz.
F. Leers.
B. Smeets, Secr.
N°. 51. Leiden, 5 Maart 1914.
voorstel tot het uitvoeren van verschillende in dat schrijven
opgenoemde werken bestaat onzerzijds geen bezwaa'-.
Onder verwijzing naar de toelichting van Commissarissen
geven wij U mitsdien in overweging:
1°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en
Vernieuwingsfonds der Stedelijke Gasfabriek met een bedrag
van 35.090 ten behoeve van de in de missive van Commis
sarissen genoemde werken, een en ander onder bepaling:
a. dat, met in achtneming van Uw besluit van 6 November
1913 (Ingek. Stukken No. 288) in zake de door de gemeente
bedrijven verschuldigde rente voor de aan hen verstrekte
kapitalen, zoolang de gemeente daarvoor nog geen vaste lee
ning heeft aangegaan, jaarlijks door de fabriek aan de gemeente
zal worden betaald 4l/2 °/0 rente van het door haai' geleende
kapitaal
b. dat te beginnen met het jaar 1915 jaarlijks 5 °/0 zal
worden bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbelegging;
2°. over te gaan tot vaststelling van den hierbij overge-
legden suppletoiren begrootingsstaat, groot 35.000.
Aan derr Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 25 Februari 1914.
Bij dezen hebben wij de eer het volgende onder Uwe aan
dacht te brengen.
In 1907 werd besloten tot de gasvoorziening der gemeenten
Sassenheim en Voorschoten over te gaan. Hiervoor werd op
het terrein der gasfabriek, ten noorden van den Maresingel,
een gebouw gezet, waarin de toestellen voor de gasvoorziening
der buitengemeenten werden opgesteld. Gebouw en inrichting
hebben toen ongeveer ƒ14000.gekost.
De gasvoorziening der buitengemeenten heeft sedert eene
groote uitbreiding gekregen, waaraan door bijplaatsing van
enkele toestellen kon worden voldaan. De kosten van het
bijgeplaatste hebben ongeveer 4000.bedragen.
Behalve voor de voorziening der buitengemeenten dienen
de toestellen en leidingen (z.g. gaspersleidingen) ook voorde
voorziening van Leiden zelf. Door aansluiting der persleidingen
op het stadsbuizennet in de gemeenten Leiderdorp en Oegst-
geest wordt het gas naar den Hoogen Rijndijk, den Morschweg
en den Rijnsburgerweg teruggevoerd. Hierdoor is de gas-
drukking in de stad verhoogd err zijn van de gasfabriek uit
geen nieuwe en zwaardere leidingen naar genoemde straten
gelegd behoeven te worden.
In 1913 is in het gebouw voor de gasvoorziening der buiten
gemeenten en ten behoeve van het stadsnet ruim 1.709.000 M3.
gas afgeleverd. Met dit cijfer is de grens der capaciteit dei-
geplaatste toestellen bereikt err zal zoowel aan het gebouw
als aan de toestellen err de krachtwerktuigen eene flinke uit
breiding moeten worden gegeven.
Ook zal de buisleiding, die de gemeenten Warmond,
Sassenheim. Rijnsburg en Valkenburg voorziet, van het gebouw
aan deri Maresingel tot de Postbrug, zijnde 4700 meter, moeten
worden verzwaard.
Voor den opzet van het nieuwe ontwerp is geraamd, dat
3 000.009 M3. gas zal moeten worden afgeleverd. Dit komt
ongeveer overeen met 100 M3. per inwoner der buitengemeenten.
In het afgeloopen jaar is in de gemeenten Voorschoten en
Sassenheim resp. 72 en 71 M3. gas per inwoner afgegeven.
Verder is bij de raming in het oog gehouden, dat behalve
de buitengemeenten ook het stadsbuizennet op een viertal
punten van uit de gaspersleidingen moet worden gevoed.
Het bedrag, voor de in dezen bedoelde uitbreiding noodig,
is op ƒ35.000.— geraamd. Hiervan zal ƒ14.000.— noodig zijn
voor verzwaring der leiding van den Maresingel tot de Postbrug.
Aangeschaft zullen moeten worden een groote compressor,
een roteerende naphtaline-washer, een gasmotor van ongeveer
30 P.K. met transmissie en een fabrieksgasmeter. Ook aan
het gebouw zal eene uitbreiding moeten worden gegeven.
V.oor een en ander is ƒ21.000.— geraamd.
Wij hebben de eer U in overweging te geven voor aan
vulling van het Uitbreidings- en Vernieuwingsfonds der-
Stedelijke Gasfabriek ten behoeve van de genoemde werken
aan den Raad een bedrag van ƒ35.000.aan te vragen, onder
aanteekening, dat daarvan zal worden betaald 4£ °/c als interest
en 5% als aflossing, te beginnen met het jaar 1915.
Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van
Gas en Electriciteit,
N. C. de Gijselaar, Voorzitter.
J. Korevaar.
Fokker.
Aan lleeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
Tegen het in nevensgaand schrijven van Commissarissen
der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit vervatte