10
beid en dienstijver, ter beoordeeling van ons College, worden
bevorderd tot adjunct-commies. Tevens werd toen de mini
mum-jaarwedde der klerken zonderdiploma van 500 ge
bracht op ƒ550, doch bleef het maximum-salaris bepaald op
ƒ700 'sjaars.
Deze nieuwe regeling, waaraan voor het jaar 1914 een hoogere
uitgave van slechts ƒ100 verbonden was, had in hoofdzaak ten
doel, om de vooruitzichten voor de jongere ambtenaren te
verbeteren. Zooals wij toch in ons praeadvies schreven, had
bij de laatste oproeping voor gediplomeerd klerk de geringe
animo om te solliciteeren ten duidelijkste aangetoond, dat de
hier ter stede toen geldende salarisregeling voor de jongere
ambtenaren onvoldoende was en hoopten wij hierin verbetering
te kunnen brengen door voor die jongere ambtenaren de voor
uitzichten gunstiger te maken.
Een eigenlijke verhooging van de jaarwedden had dus niet
plaats en wel met het oog op de daaraan verbonden kosten
en de met eene dergelijke verhooging noodzakelijk gepaard
gaande verandering in de rangverdeeling der ambtenaren ter
secretarie. Volgens" den bestaanden toestand toch sluiten de
salarissen in de verschillende rangen aan elkander aan. De
klerken genieten n.l. een jaarwedde van 550 700
(ƒ625 ƒ700 voor de gediplomeerden), de adjunct-commiezen
van ƒ800 ƒ1000, de commiezen 2e klasse van 1100 ƒ1300,
de commiezen le klasse van ƒ1400 ƒ1700, de hoofd
commiezen van 1800 ƒ2400 (de chef der afdeeling «Alge-
meene Zaken' van ƒ2000 ƒ2600). Indien men derhalve
verleden jaar zonder meer was overgegaan tot verhooging
van de salarissen der jongere ambtenaren, zou of het verband
tusschen de verschillende traktementen geheel zijn verbroken
öf ook eene verhooging van de hoogere ambtenaren nood
zakelijk zijn geworden. En dit laatste achtten wij toen, na de
kort tevoren plaats gehad hebbende salarisverbeteririg voor de
hoogere ambtenaren niet noodig.
üm deze redenen aarzelden wij in September j.l. om U
voor te stellen tot verhooging voor de jongere ambtenaren te
besluiten, in de hoop, dat, althans voorloopig, in de voorge
stelde nieuwe regeling een correctief gevonden kon worden
tegen hunne onvoldoende salarieering.
Die hoop is echter tot ons leedwezen niet verwezenlijkt.
Bij vacatures steeg het aantal sollicitanten niet noemenswaard,
terwijl de benoemden zoo spoedig mogelijk naar eene beter
bezoldigde betrekking elders omzagen, aangezien zij van hun
salaris, ook ongetrouwd, eenvoudig weg niet in hun levens
onderhoud konden voorzien.
Een en ander heeft ons de overtuiging geschonken, dat de
thans geldende regeling niet langer kan worden gehandhaafd,
indien men niet de kans wil Loopen alleen minder geschikte
ambtenaren in deze gemeente te krijgen. De salarieering der
jongere ambtenaren zal dus noodzakelijk moeten worden her
zien en meer in overeenstemming moeten worden gebrapht
met die in andere gemeenten, welke met Leiden op één lijn
kunnen worden gesteld. Thans zijn toch niet alleen in Haar
lem en Arnhem, doch ook in veel kleinere gemeenten dan
Leiden, de salarisseu belangrijk gunstiger voor de betrokken
personen. En deze hoogere bezoldiging kan ook niet anders
dan billijk worden genoemd, indien men in aanmerking neemt,
dat een klerk in het bezit van zijn diploma en dit wordt
tegenwoordig bij de meeste vacatures geëischt vóór zijne
benoeming in den regel ten minste 3 jaren op eene gemeente
secretarie praktisch werkzaam is geweest.
Meenen wij derhalve niet langer te mogen wachten, om II
voor te stellen tot verhooging der salarissen voor de jongere
ambtenaren over te gaan, dan zal daarmede, zooals wij reeds
aantoonden noodzakelijk gepaard moeten gaan een wijziging
in de rangverdeeling der ambtenaren ter secretarie. Deze
wijziging zou dan hierin moeten bestaan, dat de bestaande
rangen van commies 2e klasse en commies le klasse worden
samengesmolten tot één rang, die van commies, terwijl dan
alleen voor de tegenwoordige commiezen le klasse en voor
bijzondere gevallen die titel zou kunnen blijven behouden
met een daaraan vei bonden toelage van 100 'sjaars. Een
dergelijke regeling bestaat ook ten opzichte van de inspec
teurs van politie alhier.
Volgens de door ons ontworpen nieuwe salarisregeling be
dragen de jaarwedden:
van de klerken: 600900, met drie verhoogingen ad
100, telkens na 2 jaar dienst als zoodanig, terwijl bij het
bezit van het meergenoemde diploma de eerste verhooging
direct wordt toegekend;
van de adjunct-commiezen: 10001300, met drie ver
hoogingen ad 100, telkens na 2 jaar dienst als zoodanig;
van de commiezen: 14001700, met drie verhoogingen
ad 100, telkens na 3 jaar dienst als zoodanig, terwijl, zooals
wij reeds zeiden, voor hen, aan wie de titel commies le klasse
wordt toegekend, de bezoldiging 100 hooger is.
Voor de bevolkingsagenten, wier jaarwedde thans 800
f 1000 bedraagt, d. i. gelijk aan de tegenwoordige bezoldiging
der adjunct-commiezen, zouden wij een derde verhooging in
uitzicht willen stellen, zoodat hunne jaarwedde dan bedraagt:
800—1100, met drie verhoogingen ad 100, telkens na 2
jaar dienst als zoodanig.
Bij het tot standkomen dezer regeling zullen de tegen
woordige commiezen 2e klasse worden benoemd tot commies,
terwijl de in functie zijnde commiezen le klasse dien titel
uit den aard der zaak behouden.
In de overgangsbepalingen is verder voorgeschreven, dat
bij het toekennen der verhoogingen ingevolge de nieuwe
regeling de in dienst zijnde klerken en adjunct-commiezen
geacht worden bij het in werking treden dier regeling in
functie te zijn getreden, met dien verstande echter, dat de
klerken, wier bij het in werking treden der regeling genoten
wedden zich bewegen tusschen het aan hun rang verbonden
minimum- en maximum-salaris, hunne jaarwedde behouden
en de hun toekomende eerstvolgende verhooging ontvangen
2 jaar na het tijdstip, waarop hun traktement laatstelijk werd
ver hoogd. Een en ander is bepaald, om de verhoogingen meer
geleidelijk te doen plaats hebben en de kosten voor de ge
meente ook niet onnoodig grooter te maken.
Bij invoering van de nieuwe regeling op 1 Juli a.s. zal
ten laste van den dienst 1914 een hoogere uitgave komen
van 750.— en ten laste van het jaar 1915 van 1500
Hierbij is er echter op gerekend, dat in den vervolge evenals
aan de ambtenaren bij Gemeentewerken, ook aan de ambte
naren ter secretarie voor het bezit van een of meer door ons
College aan te wijzen diploma's een toelage van f 50.tot
een maximum van 100.'sjaars, zal worden toegekend,
met het oog waarop dan ook eene aanvulling van artikel 4
der verordening wordt voorgesteld. De diploma's, welke wij
hier op het oog hebben, zijn de akte boekhouden M. O. en
een der lagere akten in dat vak.
Wij ontveinzen ons niet, dat door de voorgestelde regeling
de jaarlijksche uitgaven alweder zullen toenemen, doch nu
de belangen van den dienst haar beslist noodzakelijk maken,
achten wij ons niet langer verantwoord, om de bestaande
regeling, die verre achterstaat bij die in andere gemeenten,
waarmede Leiden in deze kan worden vergeleken, te doen
blijven gelden en meenen wij U te moeten adviseeren de
nieuwe regeling aan te nemen.
Op grond van een en ander geven wij U mitsdien in
overweging over te gaan tot vaststelling van de navolgende
verordening:
VERORDENING, houdende wijziging der verordening van
o December 1907 (Gein. Blad No. 27), regelende den
rang en de bezoldiging van de ambtenaren en be
dienden ter gemeente-secretarie en op het kantoor
van den Gemeente-Ontvanger, laatstelijk gewijzigd
bij verordening van 25 September 1918 (Gem.
Blad No. 28).
Artikel 1.
In artikel 1 van bovengenoemde verordening wordt sub c
gelezen«commiezen", vervalt sub d, worden e, f, g, resp.
5, e, terwijl aan het artikel een nieuw lid wordt toege
voegd, luidende:
«Aan een of meer commiezen kan door Burgemeester en
Wethouders de titel van «commies le klasse" worden toe
gekend."
Art. 2.
De zesde tot en met de elfde alinea van artikel 2 worden
vervangen door de volgende alinea's:
«de commiezen genieten een jaarwedde van ten minste
1400.en ten hoogste 1700.
de adjunct-commiezen genieten een jaarwedde van ten
minste 1000 en ten hoogste 1300.
de bevolkingsagenten genieten een jaarwedde van ten
minste 800.— en ten hoogste 1100.
de klerken genieten een jaarwedde van ten minste 600.
en ten hoogste f 900.
de; ijdelijke of hulpschrijvers Worden per dag beloond.
De commies, aan wien de titel van «commies le klasse"
wordt toegekend, geniet een bezoldiging, die 100.— hooger
is, dan die welke hem volgens bovenstaande regeling zou
toekomen".
Art. 3.
In artikel 3 vervallen sub d de woorden: «le klasse", en
worden sub e en f vervangen door:
«e. voor de adjunct-commiezen, de bevolkingsagenten en de
klerken driemaal telkens na 2 jaar dienst als zoodanig, een
verhooging van 100.—", terwijl het derde lid wordt ge
lezen
«Klerken in het bezit van het diploma, afgegeven door de
«Nederlandsche vereeniging voor Gemeentebelangen" ontvan-