45 f 13, indien hun het diploma zonder, en met f 26, indien het hun met aanteekening is uitgereikt. Art. 4. De verhoogingen wegens dienstjaren worden toegekend door den Burgemeester, gehoord den commissaris van politie, bij gebleken geschiktheid en betoonden dienstijver. De tijd, welke voor de verhooging in aanmerking komt, telt vanaf den datum der vaste aanstelling of van de laatst toegekende verhooging. Art. 5. De agenten van politie 3e klasse genieten geen vaste jaar wedde. Aan hen wordt, indien hunne dienst wordt vereischt, in den dagdienst 25 cent per uur, in den nachtdienst 30 cent per uur als bezoldiging toegekend. Art. 6. Deze verordening treedt in werking op 4 Juli 4914. Alsdan vervalt, behoudens het bepaalde in het volgende artikel, de verordening van 43 October 4910 (Gem. Blad No. 20), zooals die is gewijzigd bij verordening van 49 Sep tember 4912 (Gem. Blad No. 25). Art. 7. Overgangsbepaling. De bij de vaststelling dezer verordening in dienst zijnde adjunct-inspecteurs van politie behouden, met afwijking van het bepaalde in artikel 4 dezer verordening, hunne aanspraak op de. eerste verhooging hunner bezoldiging, toegekend bij de verordening van den 43en October 1910 (Gem. Blad No. 20). De agenten 4e klasse, die op den 13en October 4910 reeds als zoodanig waren aangesteld, worden voor de berekening van de hun krachtens artikel 2 dezer verordening toekomende verhoogingen geacht drie jaren langer als agent le klasse dienst te hebben gedaan, dan in werkelijkheid het geval is. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1914 | | pagina 3