DONDERDAG 18 Leiden 18 December 1913 Aan Heeren Leden der gemeenteraad te Leiden Naar aanleinding het schrijven van Burgenmeester en wet houders der gemeente Leiden. Dat ik met 15 December weder als gemeente werkman in dienst der gemeente Leiden hadt gekomen en ik zelf niet in staat tot werken bent en volgens mijn Eervol ontslag van 1 Maart 1913 niet behoefdt te komen. Daar ook u Edelachtbare Burgemeester der gemeente Leiden mij gezegd heeft dat ik mij ook niet aan het advies van den Doctoren behoeft te onderwerpen. Zoo richt ik een vriendelijk verzoek aan U Edelachtbare Heeren Leden der Gemeenteraad te Leiden toch in oogen- schouw te willen nemen dat ik voor mij heele leven onge- lukkug bent en tot spot moet loopen en dat het, voor mij een zware taak is dat mijn vrouw voor mijn moet werken en ik het onmogelijk doen kan. Zoo vraag ik vriendelijk U Edelachtbare Heeren Leden der gemeenteraad te Leiden mijn pension te mogen behouden. Hoogachtend Uw Dw Dienaar Jac. Flippo. De Voorzitter. Mijne heeren, ik stel u voor, dit verzoek te stellen in handen van Burgemeester en Wethouders ter uitbrengirig van praeadvies. Billijkheidshalve zouden wij het willen beschouwd zien als een hooger beroep van eene beslis sing ingevolge de pensioensverordening. Volgens art. 19 van de pensioensverordening bestaat beroep van de pensioentoekenning van Burgemeester en Wethou ders bij den Raad. Ofschoon nu dit adres wel niet als zoo danig is gesteld, achten wij het toch beter het als zoodanig te beschouwen en den Raad volledig in te lichten, opdat dit verzoek goed onder de oogen kan worden gezien. Het voor stel is dus, om het verzoek in handen van Burgemeester en Wethouders te stellen ter fine van praeadvies. Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. De Voorzitter stelt vervolgens voor: 1 de jaarwedde en den pensioensgrondslag van Mej C. Lig- tenberg, met ingang van 1 September j. 1., te verhoogen tot f 1800.wegens 4-jarigen dienst als leerares in de geschie denis en aardrijkskunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes 2°. de jaarwedde en den pensioensgrondslag van Mej. A. M. D. Langezaal, met ingang van 1 Januari a. s. te verhoogen tot f 1100.wegens 3-jarigen dienst als leerares in de Natuur- en Scheikunde aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt daar toe besloten. De Voorzitter deelt alsnog mede: dat het tijdelijk pensioen aan den stadswerkman J. Flippo toegekend, is verlengd tot 15 December 1913. De Voorzitter. Aan de orde zijn thans de benoemingen. Mag ik den heeren Zwiers, Reimeringer, Fokker en Briët verzoeken, het stembureau te willen uitmaken? De heer Fokker. M. d. V. Ik zou gaarne naar aanleiding van een paar benoemingen een vraag willen doen Ik geloof, dat dit in geheime zitting zal moeten gebeuren en verzoek u dus, de vergadering te veranderen in eene met gesloten deuren. De Voorzitter. Zou het niet het verstandigst zijn, eerst eenige punten van de agenda af te doen. Misschien kunt u zeggen, bij welk punt van de agenda u uwe vragen wenscht te stellen. De heer Fokker. Bij de punten 6 en 11. De Voorzitter. Nu u reeds over een punt in het begin der agenda zegt te willen spreken, acht ik het beter, om nu dadelijk reeds met gesloten deuren te vergaderen. Ik zal dus uw verzoek overnemen en de deuren thans doen sluiten. De deuren worden gesloten. De vergadering wordt na eenigen tijd heropend. (De heer van der Eist had inmiddels de vergadering ver laten). Aan de orde is alsnu I. Benoeming van een leeraar in de Nederlandsche taal aan de Hoogere Burgerschool voor Jongens. (Zie Ing. St. No. 318). Wordt benoemd de heer B. M. Noach, met 17 stemmen; 4 stemmen werden uitgebracht op den heer P. Koster, twee briefjes waren in blanco. DECEMBER '1913. 225 II. Benoeming van vier leden van de Plaatselijke School commissie. (Zie Ing. St. No. 307.) Achtereenvolgens worden benoemd: Mevr. Wed. C. A. Siegenbeek van HeukelomLamme, met 21 stemmen1 briefje was in blanco. Mevr. A. CosijnSanders, met 21 stemmen; 1 briefje was in blanco. De heer G. Mizée, met 20 stemmen1 stem werd uitgebracht op den heer Reimeringer, 1 stem op den heer Zwiers en 1 briefje was in blanco. De heer H. J. J. M. Damen met 20 stemmen twee stemmen werden uitgebracht op den heer Sijtsma en 1 briefje was in blanco. (De heer van Gruting nam aan de beide eerste stemmingen geen deel). III. Benoeming van een onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse. (Zie Ing. St. No. 309.) Wordt benoemd de heer J. Waarts, met algemeene (23) stemmen. IV. Benoeming van een onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 3e klasse No. 3. (Zie Ing St. No. 332.) Wordt benoemd de heer A. van Wamelen, met algemeene (23) stemmen. V. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 3de klasse No. 7. (Zie Ing. St. No. 333). Wordt benoemd de heer A. Adama met 22 stemmen, 1 briefje was in blanco. VI. Benoeming van een onderwijzer aan de school der 4e klasse No. 1. (Zie Ing. St. No. 333.) Wordt benoemd de heer W. F. de Bree, met algemeene (23) stemmen. VII. Benoeming van een onderwijzeres in de handwerken aan de school der 3e klasse No. 6. (Zie Ing. St. No. 310.) Wordt benoemd Mej. A. G. Saraber, met 22 stemmen; 1 stem werd uitgebracht op Mej. A. van der Laaken. VIII. Benoeming van een lid der Commissie voor de Bewaarscholen. (Zie Ing. St. No. 323.) Wordt benoemd de heer H. C. van der Heijde, met 22 stemmen; 1 stem werd uitgebracht op den heer W. Draaijer. IX. Benoeming van twee leden van den Gemeenteraad, respectievelijk tot Voorzitter en plaatsvervangd Voorzitter van het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs. (Aftredend: de H H. Dr. H. J. Zwiers en A. Mulder.) Wordt benoemd tot Voorzitter de heer Dr. H. J. Zwiers, met 22 stemmen, 1 briefje was in blanco. De heer Zwiers verklaart zich bereid de benoeming aan te nemen. Vervolgens wordt benoemd tot plaatsvervangend Voorzitter de heer A. Mulder, met algemeene (23) stemmen. X. Benoeming van leden en plaatsvervangende leden van het bestuur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs. (Zie Ing. St. No. 315.) Achtereenvolgens worden benoemd: a. tot leden-werkgevers, de heeren A. J. den Hollander, P. F. C. Marks en A. Ruigrok, met algemeene (23) stemmen; b. tot plaatsvervangende leden-werkgevers, de heeren N. de Zwart en A. Th. Cahenbeiden met algemeene (23) stemmen en de heer M. C. Schouten, met 22 stemmen; c. tot leden-werknemers, de heer C. H. Kouw, met 22 stemmen, en de heeren A. Koppier en H. J. van Kerkhoff, beiden met algemeene (23) stemmen1 stem werd uitgebracht op den heer P. J. Lut. d. tot plaatsvervangende leden-werknemers, de heeren P. J. Lut, B. Resink en J. E. van den üuweelen, met alge meene (23) stemmen. XI. Benoeming van een boekhouder bij den Gemeentelijken Reinigingsdienst. (Zie Ing. St. No. 324.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 5