234 DONDERDAG 18' DECEMBER 1913. De Voorzitter. Wij kunnen straks misschien nog wel over die huizen sprekenmaar ik acht het beter thans de alge- meene beschouwingen te sluiten, want de heer Botermans spreekt feitelijk reeds over art. 2 der Wijzigingsverordening. De algemeene beschouwingen worden gesloten. Art. 1 wordt zonder beraadslaging ol hoofdelijke stemming aangenomen. Beraadslaging over art. 2, luidende: «Artikel 1 wordt ingetrokken en vervangen door het navol gende artikel 1 »Het is verboden een gebouw van welken aard ook op te richten of te vernieuwen elders, dan aan straten of wegen, welke toebehooren aan het Rijk, de Provincie of de Gemeente. In bijzondere gevallen kan door Burgemeester en Wethou ders afwijking van de bepaling van dit artikel worden toe gestaan." De Voorzitter. Als mijn collega in de Commissie voor de Strafverordeningen, de heer Fokker, het goedvindt, zou ik het laatste lid van het nieuwe artikel 1 willen doen luiden als volgt: «Door Burgemeester en Wethouders kan afwijking van de bepaling van het eerste lid van dit artikel worden toegestaan." De uitdrukking «in bijzondere gevallen" kan aanleiding geven tot onduidelijkheid, omdat men dan weer allerlei onder scheidingen kan gaan maken. De bevoegdheid tot het geven van dispensatie moet hier zoo ruim mogelijk aan Burgemeester en Wethouders worden ge geven. Dat is de beste manier om den nieuwen toestand ge leidelijk in te voeren. Ik weet ten minste geen beter middel. Het is nu eenmaal niet mogelijk alle gevallen te voorzien, vooral met het oog op den eigenaardigen rechtstoestand van de straten, die in handen van particulieren zijn. Op deze wijze kan echter altijd naar billijkheid en recht beslist worden. De beraadslaging wordt gesloten. Het gewijzigd art. 2, alsmede de artt. 3 tot en met 6 en daarna de verordening in haar geheel worden achtereenvol gens zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XL. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaat selijke directe belasting, dienst 1913. (Zie lng. St. No. 334). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. XLI. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting, dienst 1913. (Zie lng. St. No. 335). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies besloten. De Voorzitter. Hiermede is de agenda afgehandeld. Ver langt nu nog iemand het woord in het belang der gemeente De heer Sijtsma. M. d. V. Een enkele vraag slechts, waar van ik den Wethouder van Onderwijs al op de hoogte heb gesteld, opdat hij niet onvoorbereid zou zijn. Er is dezer dagen een aanbesteding geweest voor leer middelen ten dienste van het onderwijs. Nu is daarbij in Leiden een practijk ingeslopen, die naar het mij voorkomt niet dient gevolgd te worden. De boekhandelaren, die op dit oogenblik inschrijven, mogen niet meer dan 10% korting geven. Dit wordt hun voorgeschreven volgens het reglement van de Vereeniging tot bevordering van de belangen van den boekhandel. Nu is het hier de gewoonte, dat één boekhan delaar aannemer wordt, doordat anderen of niet inschrij ven öf hooger, doch hij is verplicht om aan de combinatie van boekhandelaren f 60.a f 70.uit te keeren. Nu zou dit bezwaar niet zoo groot zijn, indien alle boekhandelaren lid waren van de bedoelde combinatie. Er zijn echter enkele boekhandelaren daarvan uitgesloten, personen die later een zaak overnamen. Zoo was de heer Breda Vriesman indertijd ook in de combinatie, maar toen zijn zaak op een ander was overgegaan, heeft de vereeniging gezegd: de spoeling wordt wel wat al te dun, wij zullen den nieuwen eigenaar er trfaar buiten houden, en zoo is het ook met anderen gegaan. Omdat de leermiddelen nu toch niet anders kunnen worden geleverd, dan met hoogstens 10 korting, zou het daarom niet beter zijn om het eene jaar door dezen, het andere jaar door een anderen boekhandelaar een gedeelte van de boeken te doen leveren of wel een deel der scholen aan den een, een ander deel der scholen aan een ander te geven, dan werd geen enkel uitgesloten en de verkeerde practijk is niet meer noodig. De Voorzitter. Ik kan hierop antwoorden, dat ingevolge de nieuwe voorwaarden van aanbesteding het mogelijk is, om wanneer allen gelijk hebben ingeschreven, de gunning over meerdere leveranciers te verdeelen; aldus zou dan, naar ik meen, gehandeld worden, in den geest, zooals de heer Sijtsma dit wenscht. De heer Sijtsma. M. d. V. Ik ben door het antwoord tevreden gesteld, doch constateer dan alleen nog, dat dit nu voor de eerste maal is dat het zoo geschiedt. De Voorzitter. Inderdaad is het dit jaar voor de eerste maal, dat dit mogelijk is. De heer van Gruting. M. d. V. Het heeft mijn aandacht getrokken, dat in den laatsten tijd bij glad weer op de brug gen zeer weinig zand wordt gestrooid. Ik acht dit hoogst gevaarlijk, en zou gaarne zien, dat daarin verbetering wordt gebracht. De heer Fischer. M. d. V. Ik heb van den wensch van den heer van Gruting aanteekening gehouden. Niemand meer het woord verlangend wordt de vergadering daarop gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 14