DONDERDAG 27
NOVEMBER 1913.
215
VI. Voorstel tot verhuring van het perceel Lammermarkt
No. 36 aan de stichting «Het Leger des Heils."
(Zie Ing. St. No. 302.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VII. Verzoek van B. E. Spijker Azn. om vergunning tot
demping van een gedeelte sloot langs den Zoeterwoudsehen
Singel.
(Zie Ing. St. No. 299.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van der Pot. M. d. V. Zou ik mogen vragen, of
sub B., waar de betaling geregeld wordt, niet het woord
»jaarlijks" vergeten is? Het zal toch zeker de bedoeling zijn,
om daar te lezen: »tegen betaling van jaarlijks ƒ0.05 per M2."?
De Voorzitter. Ik geloof, dat u groot gelijk hebt, mijn
heer van der Pot. Wij nemen uwe opmerking gaarne ter
harte en amendeeren dus ons praeadvies, door in sub B achter
«per M2.'' toe te voegen «en per jaar".
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
aldus gewijzigd praeadvies besloten.
VIII. Voorstel tot kostelooze overname in eigendom en
onderhoud bij de gemeente van een gedeelte van de Buitenlaan.
(Zie Ing. St. No. 298.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
IX. Voorstel tot het geVen van een naam aan den te maken
verbindingsweg tusschen de Doelengracht en den Witten Singel.
(Zie Ing. St. no. 292.)
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Korff. M. d. V. Ik ben een bijzonder voorstander
van het woord »steeg", maar ik zou mij er toch werkelijk bij
neer kunnen leggen, als het »straatje" werd. Ook de naam
Berkendaalstraatje is niet juist, daar de spraakmakende ge
meente, dat steeds Kuipersteegje noemt.
De Voorzitter. Mag ik daarop even antwoorden, dat de
spraakmakende gemeente hier dan ook weer iets anders van
zou kunnen maken? Wij hebben alleen te letten op den
officieelen naam. En behalve het Berkendaalstraatje hebben
wij vroeger ook nog gehad het Vogelstraatje, dat helaas
overleden is.; en wij hebben zelfs het verkleinwoord van
»steeg" gehad, zooals bijv. het Prinsensteegje.
De heer Reimeringer. M. d. V. Wij zouden het ook »gang"
kunnen noemen. Wij hebben toch al een Doelenstraat, Doe
lensteeg en Doelengang.
De Voorzitter. Burgemeester en Wethouders meenden zich
te moeten aansluiten bij den historischen naam van dit
straatje. Toen de academie nog een klooster was, had men
daar de Paterstraat en de Nonnenstraat; daarom moet het,
dunkt ons, weer Paterstraatje heeten.
De heer de Boer. M. d. V. Dit is nu de tweede brug, die
een verbinding met den W7itten Singel geeft. Ook de brug bij
de Kaiserstraat is nog niet gedoopt, zoodat ik zou willen vra
gen. of deze nieuwe brug geen naam hebben moet?
De heer Bosch. Men heeft de brug bij Vreewijk wel een
naam gegeven. Die heeft men Vreewijkbrug genoemd.
De Voorzitter. Ik geloof niet, dat wij ooit officieel aan
bruggen namen hebben gegeven.
De heer Bosch Het was nog voordat u Voorzitter was. Wij
hadden de van Disselbrug en toen zeide de heer Juta, naar
aanleiding eener door mij gemaakte opmerking: Laten wij
die brug dan de Vreewijkbrug noemen.
De Voorzitter. Men geeft in de wandeling aan de brug
gen wel een naam, maar die is niet officieel. Zoo hebben wij
inderdaad de van Disselbrug, maar die is nooit officieel gedoopt.
Toen deze kwestie ter sprake kwam, heb ik zelf juist aan
de heeren, die daarover uit vroeger tijd konden oordeelen,
gevraagd: Moet de nieuwe brug ook een naam hebben? Men
zeide toen, dat aan bruggen nooit officieel namen werden
gegeven, en daarom hebben wij dat laten rusten.
De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou er wel op willen
aandringen dat, wanneer dit tot nu toe niet is gebeurd, Bur
gemeester en Wethouders eens in overweging namen, om aan
de bruggen ook officieele namen te geven. Het ontbreken van
vaste namen kan anders licht tot verwarring aanleiding geven.
Ik hoor bijv. thans voor het eerst, dat de brug, die de Kai
serstraat met den Singel verbindt, de Vreewijkbrug heet.
Burgemeester en Wethouders hebben die brug onlangs in
een ingekomen stuk de Kaiserstraatbrug genoemd. Dat is
evenwel een weinig bevallige naam en zoo ik vernomen heb,
noemt men die brug in de wandeling meestal nog de Nieuwe
Brug. Wanneer er nu nog een nieuwere brug komt, dan is
er alle aanleiding tot verwarring, want wanneer men dan
spreekt van op den Witten Singel bij de nieuwe brug, dan
verstaat de een daaronder de oude «nieuwe" brug en een
ander de nieuwe nieuwe brug. Ik geloof dus dat het een goed
ding zou zijn, wanneer Burgemeester en Wethouders eensin
overweging namen, om aan de bruggen officieele namen te
geven, daarmede ware dan dergelijke verwarring voor goed
voorkomen.
De Voorzitter. Het College wil dit denkbeeld zeer zeker
in overweging nemen. Zoodra wij eens een vergadering van
Burgemeester en Wethouders hebben, die niet tot halfzes duurt,
dan lijkt mij dat een aardige aanvulling van den middag. Wij
zullen dan gaarne, hetzij stuksgewijze, hetzij en bloc, de ver
schillende bruggen ter sprake brengen, want dan moeten
natuurlijk alle bruggen worden gedoopt.
De heer Sijtsma. M. d. V. Ik zou den heeren wel willen
aanraden, niet dien weg op te gaan. Wij hebben gezien, dat
Burgemeester en Wethouders over het voorstel tot het be
noemen van dit eenvoudig straatje nog een meerderheid en
een minderheid hebben gevormd. Ik weet niet, hoelang de
zwaarden zich hierover hebben gekruist
De Voorzitter. Dat duurde maar heel kort.
De heer Sijtsma. Wij hebben dikwijls uit uw mond kunnen
hooren, dat Burgemeester en Wethouders met werk zijn
overladen, en het is dan ook niet noodig, het College op te
dragen, zich ook hier weer voor te spannen. Wij kunnen
wel namen geven aan de bruggen, zooals de heer van der
Pot zeide, maar de spraakmakende gemeente zal aan haar
eigen namen vasthouden. Op een goeden dag heeft indertijd
wijlen de heer van Dissel het denkbeeld geopperd om in
plaats van een dure brug over den Zoeterwoudsehen Singel,
waarover men het in den Raad niet eens kon worden, een
rustieke brug te maken, waartoe toen werd besloten. Men
heeft die brug toen als van zelf de Van Disselbrug genoemd,
en daarbij is het gebleven. In zoo'n geval heeft dat alle reden,
maar overigens heeft het geen nut dat een brug een offici
eelen naam heeft.
Laten wij toch niet met dergelijke dingen den tijd, ik zei
bijna verknoeienhet is volstrekt niet noodig, en er is
zooveel nuttig werk te doen.
De heer van der Lip. M. d. V. Ik kan den heer Sijtsma
niet toegeven, dat deze zaak zoo heel onbelangrijk is. Waarom
geeft men aan straten een naam Om te kunnen aanwijzen,
waar iemand woont. Voor hetzelfde doel kan het wel degelijk
zijn nut hebben ook aan bruggen namen te geven. De heer
van der Pot heeft daarvan een goed voorbeeld gegeven. Er
is geen enkele reden, waarom wij deze kwestie niet eens
onder de oogen zouden kunnen zien. Dit kan volstrekt geen
kwaad.
De Voorzitter. Mag ik den heeren verzoeken, niet te veel
af te dwalen. Aan de orde is alleen het benamen van het nieuwe
straatje.
De heer Botermans. M. d. V. Het is mij bekend uit bestekken
van Gemeentewerken, dat alle bruggen in de oude stad een
naam hebbendaarom zou ik het wenschelijk vinden ook de
nieuwe bruggen, die gemaakt worden, een naam te geven;
dit is voor Gemeentewerken en Fgbricage ook zeer gemakkelijk.
De Voorzitter. Wij hebben ons reeds bereid verklaard
deze zaak te overdenken en dan kan de heer van der Pot,
de eerste voorsteller van het geven van namen aan bruggen,
wanneer hij daarover niets meer van ons hoort, bij gelegenheid
bij de rondvraag dit punt nog eens aanroeren. Hij kan dan
b. v. vragen: Waar blijlt gij nu met de namen van de bruggen?
Het zou toch kunnen zijn, dat deze zaak in den eersten tijd
nog niet in de vergadering van Burgemeester en Wethouders
aan de orde kan komen en dan zou de heer van der Pot het
weer in onze memorie naar boven kunnen brengen.
Mag ik dan nu vragen, of er nog iemand is, die over het
werkelijke voorstel, het geven van een naam aan den nieuwen
verbindingsweg, het woord verlangt? Zoo niet, dan sluit ik
daarover de beraadslaging.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna overeenkomstig
het praeadvies besloten.
X. Verzoek van de Nationale Vereeniging tegen de Werk
loosheid om toe te treden als lid dei' Vereeniging.
(Zie Ing. St. no. 296.)