DONDERDAG 6 NOVEMBER 1913.
211
brochures en couranten is behandeld. Wanneer dit vraag
stuk bij de Plaatselijke Schoolcommissie ter sprake gebracht
wordt, geloof ik wel, dat er daar menschen zullen gevonden
worden, voldoende op de hoogte van deze zaak, om er een
oordeel over te kunnen vellen, en dat ik niet met een groote
memorie behoef te komen. Ik moet aannemen, dat die heereu
wel op iie hoogte zijn van de onderwijsvraagstukken van den
tegenwobrdigen tijd. Dit neemt niet weg, dat ik toch gaarne
een wijziging wil brengen in mijn toezegging, dat ik met
den heer van Hamel deze zaak onder vier oogen wil behan
delen, en daarom doe ik nu de toezegging, dat ik een
memorie zal opzenden, die als leiddraad kan strekken voor
de besprekingen van de Plaatselijke Schoolcommissie.
De heer van Hamel. M. d. V. Het is hier niet de kwestie
of het onderwerp nieuw zou zijn, maar ik heb alleen willen
uitlokken een toezegging van den heer Vergouwen, dat hij
zou motiveeren, waarom hij voor de afschaffing is. Dat kan
dan een leiddraad zijn voor de besprekingen en het antwoord
van de Schoolcommissie.
De heer Bosch. M. d. V. Ik wensch te bedanken als lid
van de Commissie van onderzoek der reclames tegen de plaat
selijke directe belasting en mijn mandaat in handen van den
Raad te stellen Ik zal de functie voorloopig blijven waarnemen,
doch ik zou gaarne zien, dat in een volgende vergadering een
plaatsvervanger wordt benoemd.
De Voorzitter. Dat spijt mij zeer, maar wij moeten den
wensch van den heer Bosch eerbiedigen en zullen de benoe
ming van een plaatsvervanger op de agenda van de eerst
volgende vergadering zetten.
De heer Vergouwen. M. d. V. In aansluiting aan hetgeen
de heer Bosch heeft gezegd, leg ook ik mijn mandaat als
plaatsvervangend lid van deze Commissie neer. Er zijn op
het oogenblik voldoende menschen daarvoor beschikbaar, dat
het beter is, dat ik het mandaat neerleg.
De Voorzitter. Ook van het aftreden van den heer Ver
gouwen zullen wij dus nota nemen, en ook de benoeming
van een plaatsvervangend lid op de agenda van de volgende
vergadering plaatsen.
Verlangt thans nog iemand het woord? Zoo niet, dan zal
ik de deuren doen sluiten.
De deuren worden na eenigen tijd heropend.
De Voorzitter. Ik stel den Raad voor het navolgend voor
stel als spoedeischend dadelijk in behandeling te nemen.
Het voorstel luidt:
ate besluiten tot aankoop van:
1°. het perceel aan den Hoogen Rijndijk, kadastraal bekend
gemeente Leiden, sectie M. n°. 1033, groot 207 c.a.,
voor de som van f 3300,benevens de kosten van
overdracht;
2°. het noordelijk gedeelte van het aan het Utrechtsche
Jaagpad gelegen perceel, kadastraal bekend gemeente
Leiden, sectie M, n°. 1870, op de teekening gearceerd
aangegeven, voor de som van f 200,benevens de
kosten van overdracht.
b) over te gaan tot de vaststelling van den hierbij over-
gelegden suppletoiren begrootingsstaat groot f 3643.75
Heeft iemand tegen het dadelijk behandelen van dit voorstel
bezwaar? Zoo niet, dan is daartoe besloten. Mag ik vragen of
de Commissie van Financiën bezwaar tegen het voorstel heeft
De heer Reimeringer. M. d. V. De Commissie van Financiën
heeft tegen het voorstel geen bezwaar.
De Voorzitter, Verlangt dan verder-nog iemand het woord
over het voorstel? Zoo niet, dan is dit dus aangenomen.
Niemand meer het woord verlangend, sluit de Voorzitter
daarna de vergadering.
Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.