DONDERDAG 21 AUGUSTUS. 1913. 143 te komen of dit althans eenigszins te verminderen; want het is werkelijk geen gebrek aan déférentie tegenover de Commissie van Financiën, dat ons zoo doet handelen, het is alleen een uitvloeisel van de wettelijke voorschriften en bepalingen. Wat de vraag betreft door den heer van der Pot gedaan, hierop wil ik dit antwoorden. De heer van der Pot heeft in zekeren zin gelijk, de rentestandaard is op 't oogenblik hoog en het telkens leenen is dus wel' wat' duur. Maar de des kundigen op financieel gebied en daaronder rangschik ik mij niet beweren, dat op 't oogenblik de tegenwoordig gevolgde methode werkelijk de goede is. Bovendien is het onmogelijk om op dit oogenblik eene leening te sluiten, daarvoor zijn allerlei voorbereidende maat regelen noodig en het geld is op de geldmarkt thans zoo duur, dat ik niet weet hoe men op 't oogenblik met een leening goed zou kunnen slagen. Het geldt hier toch geen leening van een paar ton, zooals door kleinere gemeenten wordt gesloten, maar er zal door ons om en bij de 2 millioen moeten worden geleend. Maar ik beloof den heer van der Pot, dat zoodra de Burgemeester terug is, die op dit gebied een uitnemend deskundige is, dit punt bij Burgemeester en Wethouders ter sprake zal worden gebracht. Op 't oogenblik moet ik den heer van der Pot echter op zijne vraag een onbevredigend antwoord geven, omdat ook het college van Burgemeester en Wethouders zoo incompleet is. De heer van der Pot. M. d. V. Ik dank u voor uwe mede- deelingen. Ik rangschik mij ook niet onder hen, die in de eerste plaats bevoegd zijn in deze een oordeel uit te spreken, maar ik zou er toch prijs op stellen wanneer het oordeel van de deskundigen, als de gelegenheid zich daartoe voordoet, kon worden gehoord. Het is mij natuurlijk ook zeer goed bekend, dat het geld op 't oogenblik duur is, maar dat vindt toch meer nog zijn uitdrukking in het percentage, dat moet worden betaald voor dergelijke tijdelijke leeningen, dan in dén koers waarvoor obligatieleningen kunnen worden geplaatst. Wanneer men nagaat den koers van 4% gemeentelijke leeningen, dan ziet men, dat die koers niet zoo buitengewoon laag is, die wisselt af van 96 tot 98 Als ik mij niet bedrieg, heeit nog niet lang geleden de gemeente Kampen een 4 leening kunnen plaatsen tegen den koers van 98 Daaruit blijkt m. i. dat het nog niet vanzelf spreekt, dat wanneer een gemeente in een tijd als nu een leening wil sluiten, zij per se een slechte koers maakt. En is dat eigenlijk niet zeer begrijpelijk? In tijden van oorlog en crisis, zooals nu, is het geld huiverig voor allerlei buitenlandsche onder nemingen en fondsen. Doch het geld moet ergens naar toe en in dergelijke tijden zal er dus juist naar solide gemeentelijke fondsen nog wel voldoende vraag blijven. Maar ik zal er nu niet verder op ingaan. Wellicht zal er bij de aanstaande behandeling van de begrooting riog wel gelegenheid zijn om op deze zaak terug te komen. De Voorzitter. Dit laatste, geloof ik, dat alle toejuiching verdient; binnenskamers (in de sectiën) kan de zaak dan ook beter besproken worden dan hier in den Raad. De heer Bosch M. d. V. Ik wensch nog alleen de opmer king te maken, dat ik dankbaar nota heb genomen van uwe toezegging, dat Burgemeester en Wethouders nog eens zullen onderzoeken, hoe het met andere gemeenten gaat, waar men de rekening toch eenigszins langer houdt. De heer Vergouwen. Ik onderschrijf geheel hetgeen door den heer Bosch is gezegd. Ik druk er ook op, dat een onder zoek in de door hem aanbevolen richting zal plaats hebben, want hoe zou het moeten gaan, wanneer de Commissie van Financiën tijdens de indiening van de rekening geheel uit- stedig was. Die mogelijkheid is niet uitgesloten, en dan moet de rekening toch wachten. De Voorzitter. De leden van den Raad moeten toch trachten zooveel mogelijk na te komen de voorschriften en bepalingen, die op dit gebied bestaan. De beraadslaging wordt gesloten. De rekening van de' administratie der Haarlemmertrekvaart wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De rekening van de ontvangsten en uitgaven der gemeente over het jaar 1912 wordt zonder hoofdelijke stemming voor- loopig vastgesteld. De Wethouders worden geacht zich van medestemmen over dit besluit te hebben onthouden. XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de meerdere kosten van het in orde maken van de 3-October- straat en eenige daarop uitkomende 'straten. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen komstig het praeadvies besloten. De Voorzitter. Hiermede is de agenda afgehandeld. Ver langt nu nog iemand het woord in het belang der gemeente? De heer Pera. M. d. V. Ik woon voor 't oogenblik voor 't laatst de raadszittingen bij. Bij mijn afscheid spreek ik de beste wenschen uit voor de verdere werkzaamheden van den Raad in het belang van de gemeente Leiden. Ik dank de leden van den Raad voor de ondervonden welwillendheid en ik hoop dat het ieder ook in zijn paiticuliere leven wel moge gaan. De Voorzitter. Ik geloof namens den Raad te spreken, wanneer ik den heer Pera dank zeg voor zijn goede wenschen ten opzichte van de leden van den Raad geuit, en hem eveneens het beste toewensehook, dat het hem nog lange jaren moge gegeven zijn in gezondheid getuige te wezen van den bloei en van de welvaart der gemeente, waartoe ook hij het zijne heeft bijgedragen. Niemand meer het woord verlangende wordt de vergadering gesloten. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 5