DONDERDAG 10 JULI 1913. 115 aankloppen. Waar eenmaal het besluit is genomen om voor deze feestviering uit te trekken een som van ƒ2000.zou ik zeggen: laten wij ons daaraan houden. De Voorzitter. Er kunnen natuurlijk allerlei vereenigingen in de stad zijn, die de onafhankelijkheidsfeesten willen vieren, maar hier hebben wij te doen met een Comité speciaal voor dit doel gevormd, een centrale Commissie van feestviering als het ware; aan dit Comité vinden Burgemeester en Wethouders dat de gemeente wel wat mag geven, maar ik geloof niet, dat het op den weg van de gemeente ligt om aan allerlei parti culiere vereenigingen subsidie te schenken. Dit is geheel wat anders. De eenige wijziging, welke in ons voorstel wordt gebracht is deze, dat in plaats van het reeds uitgetrokken bedrag van 2000 een garantie van 2500 treedt. Er is op dit oogenblik nog geen sprake van een be- grootingspost ad 2500, want eerst later zal blijken hoeveel het Comité noodig heeft. Ik vind het lotïelijk, dat meerdere vereenigingen zich aan gorden om onze onafhankelijkheid te herdenken, maar het ligt dunkt mij niet op den weg der gemeente al die veree nigingen te subsidieeren en daarom is het beter zich in deze te bepalen tot eene subsidie aan een algemeen Comité ad hoe. De heer Vergouwen. M. d. V. U hebt mij verkeerd be grepen. Het is niet mijn bedoeling aan al die vereenigingen een subsidie of een garantie te geven, maar ik zou wenschen, dat wij ons aan het eenmaal vastgestelde bedrag ad ƒ2000 hielden en daar niet boven gingen, om althans andere feest vierende comité's of vereenigingen geen aanstoot te geven. De heer Pera. M. d. V. Een enkel woord over hetgeen de heeren Fokker en Sijtsma hebben gezegd met betrekking tot het overleggen der begrooting van het Comité. Die heeren stellen zich de zaak wat te gemakkelijk voor. Aan de orga nisatie van een dergelijk feest is zeer veel vast. Eerst worden allerlei ruwe plannen gevormd en verschillende gegevens ver zameld teneinde het programma te kunnen samenstellenmaar, terwijl een en ander wordt besproken, blijken verschillende wijzigingen noodig, omdat het een niet, het ander op een andere wijze moet geschieden en het derde dient te worden uitgebreid. Aangezien de kosten die gemaakt moeten worden, met die plannen verband houden, wordt omtrent de finan- cieele zijde der zaak niet zoo spoedig zekerheid verkregen. Waar wij te doen hebben met een commissie, die zich uit de burgerij gevormd heeft met het doel feest te vieren, meen ik, dat wij aan haar verlangen moeten tegemoetkomen. Er is weieens een som van ƒ2000.genoemd, maar het was on mogelijk direct vast te stellen, dat wij ons daartoe zouden beperken. Een dergelijk feest brengt groote kosten mede en die kosten vallen altijd tegen. Heelt men niet een zekere speel ruimte van geld, dan is het beter er in het geheel niet aan te beginnen. Men behoort zich eenige weelde te kunnen ver oorloven of de geheele onderneming mislukt. Wij hebben dat herhaaldelijk ondervonden en de ervaring met de jaarlijksche feesten op 3 October opgedaan, heeft mij geleerd, dat de commissie niet al te" beperkt in haar financiën mag zijn. Bovendien ben ik speciaal op de hoogte, hoe druk de Commissie zich reeds heeft gemaakt om een en ander goed te organiseeren. Het kost veel moeite en overleg om iets doeltreffends tot stand te brengen, want als er gezegd wordt, dat de onderneming niets beteekent, en het publiek er zijn neus voor optrekt, is dat voor de Commissie niet aangenaam. Dat moet worden voorkomen en daarom ligt het m.i. op den weg van den Raad deze verhooging van ƒ500.toe te staan. De heer Briët. M. d. V. Gij hebt gewezen op het voor beeld van de Landbouwtentoonstelling, waarvoor een garantie van ƒ4000 is toegestaan, zonder dat de Raad de plannen kende. De heer Fokker is toen met dat schitterende Lunapark voor den dag gekomen, maar ik zou het een bezwaar vinden, als op diezelfde manier feest gevierd werd. In dat opzicht is de opmerking van den heer Fokker, dat wij moeten weten wat wij krijgen, volkomen juist. Indien ons de verzekering wordt gegeven, dat niet een dergelijke feestelijkheid op touw wordt gezet, heb ik geen bezwaar met Burgemeester en Wethou ders mede te gaan. Eén bedenking is er nog bij mij gerezen, n.l. tegen den dag, waarop het feest zal plaats hebben. Ik kan mij niet voorstellen, dat de 19de November een geschikte dag is, want in den regel is het op 3 October al slecht weer, zoodat de kans voor 19 November in dat opzicht nog ongunstiger is. Op andere plaatsen worden de feesten heel wat vroeger ge vierd, zelfs in dezen tijd al en dat vind ik voorzichtiger dan om het in November te doen. De Voorzitter. Het feestprogramma is overgelegd en daarin staat niets van een keripesse d'eté of van een Luna-park. Ik geloof dat de feesten zullen gevierd worden naar het plan, dat gepubliceerd is. Daaraan hebben wij ons gehouden en het zou mij verbazen, indien hiervan zeer werd afgeweken. Overigens vind ik den datum nog zoo slecht niet met het oog op de omstandigheid dat wij hier op 3 October reeds een feest vieren. Wij krijgen dan op 19 November het onaf- hankelijkheidsfeest en te voren nog in September het militaire feest; er komt dus driemaal wat. Men kan over den datum natuurlijk zeer van meening verschillen, doch, waar nu eenmaal een feestcomité is samen gesteld, moeten wij daaraan de verdere regeling der feest viering ook overlaten. Waarom zou de Raad nu een anderen datum moeten gaan vaststellen? Het Comité heeft allerlei moeite gedaan, het heeft 4000.van particulieren weten bijeen te brengen, het mag dus toch ook wel een stem in het kapittel hebben. De wijze van uitvoering blijft zooveel mogelijk in handen van het Comité. Daarom ook hebben Bur gemeester en Wethouders gemeend dit voorstel te moeten doen. De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou nog gaarne willen weten wat ongeveer het feest bovendien nog rechtstreeks aan de gemeente zal kosten, ik bedoel voor de illuminatie van het Stadhuis en andere stedelijke gebouwen en dergelijke uitgaven. Dat moet toch ook in rekening worden gebracht, waar de garantie nu tot 2500.wordt opgevoerd. Wij kunnen dan pas nagaan, hoe hoog 'het totaal der kosten van de feestviering voor de gemeente zal kunnen loopen. De Voorzitter. Wat de verlichting van het Stadhuis en van de andere gehouwen kost zou ik u op het oogenblik niet zoo precies kunnen zeggen. Wel weet ik dat voor het Stadhuis die kosten niet zoo groot zijn; men heeft de installatie voor de electische verlichting welke slechts behoeft te worden aan gebracht en weder wéggenomenhet stroomverbruik is gering. Verder heeft men een hoeveelheid vetpotjes noodig voor de Korenbeurs enz. Van de openbare gebouwen zal de vlag worden uitgestoken en verder zal de gemeente wel niet veel meer doen, dan gewoonlijk gebeurt op de verjaardagen van het Koninklijk huis. Dat zal dus niet zoo erg in de papieren loopen. Voor muziek heeft de gemeente ditmaal ook niet te zorgen; dat gaat alles uit van het Comité. De gemeente kan zich bij een dergelijk feest toch niet aan alles onttrekken, en te kostbaar behoeft dit op den duur ook niet te worden, want dit feest komt immers maar eenmaal in de 100 jaar terug. De grootste kosten zullen worden gemaakt door het Comité en daarom stellen wij voor, het deze garantie te geven. De heer Fokker. M. d. V. Ik kan niet zeggen dat ik over tuigd ben door het aangevoerde ten aanzien van de verhooging van het bedrag van 2000. Integendeel, de heer van der Pot heeft mijne bezwaren nog aanmerkelijk versterkt. Er is nu eenmaal 2000.uitgetrokken als extra bedrag voor feest viering. Wanneer de gemeente thans 2500.moet betalen boven en behalve datgene wat de feestviering nog rechtstreeks aan de gemeente kost, dan wordt de post van ƒ2000.aan merkelijk overschreden. Alleen wanneer dit beslist noodza kelijk was, zou ik mij hiermede kunnen vereenigen, maar dit acht ik vooralsnog niet het geval. U heeft M. d. V. de Commissie voor de Landbouwtentoon stelling er nu bijgehaald en gezegd, dat ik toen ook niet naar de juiste kosten heb gevraagd. Dat is volkomen juist M. d. V. Dat was evenwel een ander geval, toen had ik achter de schermen kunnen kijken, toen wist ik hoe het bedrag besteed zou moeten worden. Had ik toen dezelfde vraag gedaan, dan zou men hebben kunnen zeggengij hebt altijd wat te vragen; ik vroeg toen niets. Nu heb ik niet achter de schermen kunnen zien en daarom heb ik nu de vraag wel gedaan. Een volgend maal zal ik een dergelijke vraag weder doen. Waar ik het antwoord niet heb gekregen dat ik wenschte, zal ik niet kunnen medegaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders. Een begrooting schijnen wij niet te kunnen krijgen, tegenover den Raad schijnt mij deze geheimhouding zeer ongepast. De Voorzitter. Volledige inzage zult gij later kunnen krijgen, evenals bij de Landbouwtentoonstelling. De heer Fokker. M. d. V. Nu wij de begrooting niet kunnen krijgen is de eenige oplossing, dat ik voorstel het bedrag ad 2500 op 2000 terug te brengen, de som, die indertijd bij de begrooting is vastgesteld, en waaraan ik niet wil tornen. Ik heb dus de eer voor te stellen het cijfer van 2500 te veranderen in 2000. De Voorzitter. Ik moet er mijn leedwezen over uitspreken, dat de heer Fokker niet in het Comité zitting heeft, want in dat geval zou ons voorstel sterker staan. De heer Fokker zegt, dat hij de zaak wel vertrouwt, als hij achter de schermen kan zien, maar nu Burgemeester en Wethouders achter de schermen kijken, doet bij dat niet. Burgemeester en Wet houders hebben indertijd, toen de Holl. Maatschappij van Landbouw een garantie vroeg, niet achter de schermen ge keken, omdat zij overtuigd waren, dat, waar de heer Fokker de zaak in handen had, deze wel in orde zou zijn, maar de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1913 | | pagina 3