DONDERDAG 5 JUNI 1913.
89
III. Verzoek van Mej. H. H. de Wolff om bestendiging in
de betrekking van Gemeente-apotheker.
(Zie Ing. St. No. 159).
Wordt herbenoemd met 28 stemmen Mej. H. II. de Wolff;
1 stem was van onwaarde.
De Voorzitter. Mag ik den leden van het stembureau dank
zeggen voor de genomen moeite.
IV. Verzoek van R. van der Laan om eervol ontslag als
onderwijzer met verplichte hoofdakte aan de school der 4e
klasse No. 2.
(Zie lng. St. No. 149).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
V. Verzoek van Mej. C. Ligtenberg, leerares aan de Hoogere
Burgerschool voor Meisjes, om verlof buiten bezwaar van de
gemeentekas, van 1 September 1913 tot 15 Juli 1914.
(Zie Ing. St. No. 150).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Pera. M. d. V. Mag ik vragen hoe de aanstelling
van die plaatsvervangster zal geschieden. Hebben Burgemeester
en Wethouders daarop toezicht? Ik zou er wel eenig bezwaar
tegen hebben, als dit ondershands gebeurde, zonder dat in elk
geval die vervanging de instemming van Burgemeester en
Wethouders kan wegdragen.
De heer van Hamel. M. V. De aanstelling zal in dit
geval, evenals een paar jaar geleden, geschieden door den Raad.
De Commissie van Toezicht schrijft in hare missive aan
Burgemeester en Wethouders: »Wij hopen U weldra een
voorstel inzake de waarneming der lessen van Mejuffrouw
Ligtenberg te kunnen doen".
De heer Zwiers. M. d. V. Ik had een dergelijke vraag willen
doen, als door den heer Pera gedaan is. Er staat toch uit
drukkelijk in het verzoek van Mej. Ligtenberg, dat zij gaarne
verlof zou bekomen om een plaatsvervangster te stellen en
Burgemeester en WTethouders adviseeren het verzoek toe te
staan. De redactie van het voorstel is dus niet duidelijk.
De heer Fokker. M. d. V. Ik zou het wel wenschelijk
achten, dat in de notulen werd opgenomen, dat aan het
voorstel van Burgemeester en Wethouders eene uitlegging is
gegeven, als wij van den heer van Hamel hebben vernomen
en (jat het in dien zin is aangenomen. Anders zou de schijn
gewekt kunnen zijn, alsof besloten was overeenkomstig het
verzoek en dat is de bedoeling niet. Het stenografisch ver
slag heeft geen officiëele waarde.
De Voorzitter. Ik acht het overbodig aan het verzoek van
den heer Fokker te voldoen. Als de Raad het verzoek van
Mej. Ligtenberg om verlof toestaat, komt er eerlang een
voorstel aan den Raad om een plaatsvervangster te benoemen.
Beide Raadsbesluiten komen in de notulen en het daarbij
gesprokene in het stenografisch verslag.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies besloten.
VI. Rekening, dienst 1912, van de Gemeentelijke Bank van
Leening.
(Zie lng. St. No. 147).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming goed
gekeurd.
(De heer Corts had tijdens de behandeling van dit punt
tijdelijk de vergadering verlaten).
VII. Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1913,
ter voorziening in de behoefte aan kasgeld.
(Zie Ing. St. No. 160).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
VIII. Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1912,
ten behoeve van de meerdere kosten van verbouwing van het
perceel Burgsteeg No. 6.
(Zie Ing. St. no. 153).
W.ordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
IX. Voorstel tot verhooging der begrooting, dienst 1913, in
verband met de meerdere uitgaven voor teekenwerk.
(Zie lng. St. No. 157).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
X. Voorstel tot verhooging van eenige posten der begrooting.
dienst 1912, waarvan de raming te laag is gebleken.
(Zie lng. St. No. 161).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XI. Praeadvies op de verzoeken van J. Hermans en Gebrs.
van den Berg om een 2-tal bermstrooken langs de Haarlem
mertrekvaart te mogen huren.
(Zie Ing. Si. No. 158).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Pera. M. d. V. Aangezien het mogelijk is, dat bij
het lossen en laden schade wordt toegebracht aan weg en
wal, zou ik gaarne vernemen of in dat geval de huurders
gehouden zullen zijn de schade te vergoeden, of het bescha
digde te herstellen. De huur toch is zoo gering, dat wij
daaruit eventueele schade niet kunnen dekken, want zij
bedraagt, meen ik, voor iedere strook slechts f 4.50.
De Voorzitter. Ik geloof, dat hetgeen de heer Pera vraagt
van zelf spreekt. Indien de huurders door hun schuld schade
toebrengen aan ons eigendom, moeten zij dat vergoeden. Daar
voor is in de huursom geen bedrag begrepen; daar staat dit
geheel naast. Ik geef toe: de huur is niet hoog, maar zij is
toch geheel in evenredigheid met den verkoopsprijs, dien wij
anders hadden kunnen bedingen.
De heer Pera. M. d. V. Schade en schade zijn twee. Ik
heb hier meer het oog op de gewone slijtage door het gebruik.
Bovendien kan er ook gevaar dreigen voor het vaarwater,
door inglijden, enz.
De Voorzitter. Als blijken mocht, dat het gehuurde slecht
gebruikt wordt, zullen wij de huur kunnen opzeggen daar
naast blijft echter onverminderd de aansprakelijkheid van de
huurders voor de toegebrachte schade bestaan. Bovendien
moet men niet vergeten, dat de berm ligt aan den binnenkant
van den weg, zoodat dus het vaarwater geen last heeft.
De beraadslaging wordt gesloten
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies besloten.
XII. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaat
selijke directe belasting, dienst 1912.
(Zie Ing. St. No. 151).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XIII. Voorstel:
a. tot goedkeuring van de uitbreiding van het kabelnet der
Electriciteitsfabriek ten behoeve van de stroomlevering in
de gemeente Aalsmeer;
b tot aanvulling van het vernieuwings- en uitbreidingsfonds
der Electriciteitsfabriek met f 3501)0.ten behoeve van
de sub a bedoelde kabeluitbreiding;
c. tot vaststelling van den overgelegden suppletoiren begroo-
tingsstaat.
Zie Ing. St. No. 154.
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XIV. Herstemming over het voorstel-Vergouwen op het voor
stel tot beschikbaarstelling van gelden voor den bouw eener
nieuwe Hoogere Burgerschool voor Jongens, c. q. voortzetting
der behandeling van dat voorstel, met de daarop ingediende
voorstellen.
(Zie Ing. St. no. 113 en 144).
De heer van der Elst. M. d. V. Ik zou gaarne het woord
ontvangen, niet om de discussie weder te heropenen, maar-
slechts tot het afleggen van eene korte verklaring.
De Voorzitter. Het woord is aan den heer van der Eist.
De heer van der Elst. M. d. V. Na de vorige vergadering
heb ik een onderhoud gehad met den Voorzitter van de Com
missie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. Dit geeft
mij aanleiding te verklaren, dat ik mij niet langer wensch te
verzetten tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders,
in de verwachting intusschen, dat Burgemeester en Wethou
ders rekening zullen houden met de verschillende bezwaren.
De Voorzitter. Ook ik wensch namens Burgemeester en
Wethouders eene verklaring af te leggen. Wij achten ons n.l.
verplicht, om in het openbaar te verklaren, dat wij werkelijk
niet zouden weten, hoe wij, bij eene eventueele aanneming
van het voorstel van den heer Vergouwen, dit voorstel zouden
moeten uitvoeren. Wij hebben ons best gedaan om zoo goed
en goedkoop mogelijk een ontwerp te maken, maar dit ont
werp moest, naar onze meening, voldoen aan de eischen, die
worden gesteld. Hoe wij nu dit ontwerp nog goedkooper zou-