DONDERDAG
22 MEI 1913.
75
XI. Verzoek van Mej. M. A. Grevenbroeck om eervol ontslag
als onderwijzeres aan de school der 3e klasse No. 4.
(Zie lng. St. No. 139).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XII. Staat tot wijziging der begrooting. dienst 1912, van
de Gemeentelijke Bank van Leening.
(Zie lng. St. No. 130).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van de Stadsgehoor
zaal ten behoeve van de Sectievergaderingen van het Xle
Internationaal Congres voor Pharmacie.
(Zie lng. St. No. 140).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies besloten.
(De heer van Hamel verlaat tijdelijk de vergadering).
XIV. Voorstel tot wijziging van het raadsbesluit van 13
Maart 1913, tot verhuring van het perceel Aalmarkt No. 6
aan A. Wiggers.
(Zie lng. St. No. 135).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Pera. M. d. V. Wij hebben onlangs dit perceel
verhuurd aan Wiggers met ingang van 1 Mei 1913. Thans
nu wij belangrijke kosten aan het huis hebben en de huur
der f 10.meer moet gaan betalen, wordt de aanvang van
den huurtijd eene maand verschoven. Ik vind dit een ver-
standigen zet van dien huurder, want op die manier is hij
een maand van de verhoogde huur af. Is dit uitstel van eene
maand beslist noodig?
De heer Fischer. M. d. V. Dit uitstel is absoluut noodza
kelijk. Het geheele buis moest opnieuw worden behangen en
geverfd, en bovendien moest er een nieuw privaat worden ge
maakt. Door een en ander was het huis op 1 Mei onbewoon
baar en daarom was verschuiving van den termijn van aan
vaarding volkomen gewettigd.
De beraadslaging wordt gesloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
praeadvies besloten.
XV. Voorstel tot het doen rooien van een 3-tal boomen
staande aan de ingangen van de Groenhoven straat.
(Zie lng. St. no. 133).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Botermans. M. d. V. Ik heb mij eens ter plaatse
van den toestand overtuigd, maai' ik acht het niet noodig
aan de Zuidzijde 'twee boomen te doen rooien. Als er één
boom verdwijnt, is dit m. i. absoluut voldoende. Ik stel daarom
voor, slechts één boom aan den Zuidelijken kant aldaar te
doen rooien.
De Voorzitter. Bij mij is ingekomen het volgend voorstel
van den heer Botermans
De ondergeteekende stelt den Raad voor, maar één boom
te doen rooien aan den Zuidelijken kant, toegang gevende
naar de Groenhovenstraat.
Wordt dit voorstel voldoende ondersteund? Zoo ja, dan
maakt het een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Fischer. M. d. V. Ik kan den heer Botermans
alleen zeggen, dat dit voorstel wordt gedaan om ter plaatse
een behoorlijk ruimen toegang te verkrijgen. Op het oogen-
blik kan men onmogelijk met een rijtuig de straat in- of
uitrijden. Daarom moeten die boomen verdwijnen.
De heer Botermans. M. d. V. Men zou dan toch kunnen
beginnen met het rooien van één boom om dan later, bij
gebleken noodzakelijkheid, ook den andere 1e doen vallen.
De Voorzitter. Ik moet er toch ook nog eens op wijzen,
dat de Groenhovenstraat thans geen behoorlijken ingang
heeft. Er komen herhaaldelijk klachten, dat men met rijtuig
of auto die straat zoo moeilijk kan binnenkomen. Behalve deze
boomen, staat er bovendien nog een lantaarnpaal in den weg;
ook die zal moeten verdwijnen. Wij hebben hier in Leiden al
zoovele nauwe toegangswegen, dat wij het aantal daarvan
buiten noodzaak niet moeten vergrooten. Hoe dit zij, ik zou
in elk geval van den heer Botermans gaarne nog willen ver
nemen, welken boom hij wil laten staan. Daarna zal ik dan
zijn voorstel in stemming brengen.
De heer Botermans. M. d. V. Ik zou den boom aan den
kant van het Diakonessenhuis willen sparen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel van den heer Botermans, in stemming ge
bracht, wordt met 18 tegen 9 stemmen verworpen.
Tegen stemmen de heeren: Reimeringer, Corts, van der
Eist, Timp, van Gruting, Fischer, Bots, Vergouwen, Briët,
de Boer, Aalberse, Hoogenboom, Bosch, Driessen, A. Mulder,
Korevaar,' Sijtsma en van der Lip.
Vtór stemmen de heeren: Pera, Roem, Heeres, van Tol,
Zwiers, P. J. Mulder, van der Pot, Fokker en Botermans.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daarna overeenkomstig
het praeadvies besloten.
XVI. Verordening, houdende wijziging der verordening van
11 November 1909 (Gem. blad, No. 23), regelende het onderwijs
aan spraakgebrekkige kinderen te Leiden.
(Zie lng. St. No. 127).
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
De art. 1 en 2 en daarna de verordening in haar geheel
worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aange
nomen.
XVII. Verordening houdende wijziging der verordening van 5
December 1912, betredende de levering van electriciteit door de
Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit (Gem. Blad, No.33).
(Zie lng. St. No. 142).
Algemeene beschouwingen worden niet gevoerd.
Het eenig artikel en daarmede de geheele verordening
worden zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XVIII. Voorstel tot nadere vaststelling van de jaarwedde van
den Adjunct-Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en
Electriciteit.
(Zie lng. St. No. 128).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het praeadvies besloten.
XIX. Voorstel om Burg. en Weth. te machtigen met de
provincie een regeling te treffen inzake de meerdere uitdieping
van- en de beschikbaarstelling van meerder terrein voor de op
te richten zweminrichting.
(Zie lng. St. No. 132).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming overeen
komstig het praeadvies besloten.
XX. Voorstel in zake de overname in eigendom en onder
houd bij de gemeente van de 3 Octoberstraat en eenige daarop
uitkomende straten en in verband daarmede tot beschikbaar
stelling van gelden voor het in orde maken dier straten.
(Zie lng. St. No. 143).
De beraadslaging wordt geopend.
De heer van der Pot. M. d. V. Ik zou bij dit voorstel
eene enkele vraag willen doen. In de zesde alinea van het
praeadvies lees ik
»Voor rekening der gemeente komen natuurlijk de kosten
van demping van de slootgedeelten vóór de Stadhouderslaan,
de Valdezstraat, de Duivenbodestraat, de Buitenruststraat en
de Schelpenkade, aangezien deze slootgedeelten öf eigendom
der gemeente zijn, of bij overneming der betrokken straat
gedeelten eigendom der gemeente zouden zijn geworden en de
demping zoodoende toch ten laste der gemeente zou zijn
gekomen".
Nu begrijp ik volkomen, dat ten laste van de gemeente
komt de demping van de slootgedeelten, die liggen voor de
straten, welke reeds eigendom zijn van de gemeente, omdat
daarvoor immers door de vroegere eigenaren reeds het noodige
betaald ismaar waar de straat nog eigendom van de gemeente
moet worden, zooals naar ik meen de Buitenruststraat, begrijp
ik niet, waarom de gemeente de dempingskosten moet betalen.
Verder zou ik nog, in verband met hetgeen hier voorge
steld wordt ten aanzien van den grond van Boekee, wat
dunkt mij een onaangenaam licht werpt op het systeem van
stratenaanleg, dat hier tot dusver is gevolgd, iets anders
willen vragen. In het antwoord van Burgemeester en Wet
houders op het Sectie-verslag van de begrooting van het
vorige jaar werd medegedeeld, dat in voorbereiding was eene
wijziging van de bouwverordening, waardoor de aanleg van
straten door particulieren zou worden verboden. Sindsdien
hebben wij daarvan niets meer gehoord en daarom zou ik
willen vragen, of wij nog een dergelijk voorstel mogen ver
wachten.
De heer Fischer. M. d. V. In antwoord aan den heer van
der Pot kan ik het volgende zeggen. Gesteld eens, dat wij
niet overgingen tot demping vau die sloot, dan zou de moge-